Week 1
Inleiding
Collectieve goederen worden betaald door de gemeenschap, door middel van
belastingen. Een kenmerk van collectieve goederen is dat zij in beginsel ter
beschikking staan aan alle personen van de gemeenschap.
Quasicollectieve goederen zijn goederen en diensten die individuele nuttigheid
hebben, maar door beleidsmatige reden worden voortgebracht als collectieve
goederen. Ook deze goederen worden dus (deels) door belastingen betaald.
Individuele goederen worden via het marktmechanisme op basis van particulier
initiatief voortgebracht. Dit kan ook een publiekrechtelijke rechtspersoon zijn.
De budgettaire functie/klassieke functie van belastingheffing is dus dat het
een middel is tot bekostiging van publieke voorzieningen en verdeling van de
collectieve lasten. De instrumentele functie houdt in dat belastingheffing
inzetbaar is als instrument in de beleidsvorming van de overheid (bv. Voor
redelijke inkomstenverdeling). Deze instrumentele functie is weer op te splitsen
in 3 andere functies:
1. De allocatieve functie: met belastingheffing probeert de overheid invloed
uit te oefenen op de samenstelling van productie- en
consumptiepatronen;
a. Bv. Door accijnzen.
2. Stabilistatiefunctie: met belastingheffing kan de overheid invloed
uitoefenen op een gelijkmatig verloop van de economische bedrijvigheid;
3. Verdelingsfunctie: met de belastingheffing kan de overheid trachten de
gewenste inkomensverhoudingen te bereiken en zodoende de verdeling
van goederen bijsturen:
a. Bv. Inkomensafhankelijke subsidies en belastingen.
Ook heeft belastingheffing nog een steunfunctie: enkele belastingen helpen de
functie van 1 of meer belastingen.
Om succesvol te zijn, moet een belastingstelsel voldoen aan de 4 e’s: eerlijk,
effectief, efficiënt en eenvoudig. Om dit te verwezenlijken, spelen enkele
beginselen een grote rol:
1. Het draagkrachtbeginsel: dit beginsel houdt in dat belasting kan
worden geheven naar rato van de draagkracht van belastingplichtigen.
Hiervoor moet er eerst een maatstaf van draagkracht gekozen worden,
bijvoorbeeld inkomen, consumptie of vermogen. Hierna moet de
tariefstructuur worden gekomen. Hiervoor bestaan twee vormen:
a. De inkomen-aftrekmethode: hierbij wordt rekening gehouden met
de primaire levensbehoeften met een belastingvrije som.
b. De belastingkortingmethode: het hele inkomen wordt aan het
belastingtarief onderworpen, maar wordt uiteindelijk verminderd
met een bepaalde belastingkorting-bedrag. Dit bedrag is in beginsel
voor iedereen gelijk.
, 2. Het profijtbeginsel: dit houdt in dat belasting wordt geheven naar mate
waarin het individu profijt heeft getrokken uit de door de overheid
bekostigde voorzieningen.
3. Het beginsel van de bevoorrechte verkrijging: dit beginsel houdt in
dat een speciale belasting geheven kan worden indien de verkrijger bij de
verkrijging van een bate in een bevoorrechte positie verkeert in
vergelijking met anderen. Een voorbeeld hiervan is de kansspelbelasting.
4. Het welvaartsbeginsel: dit beginsel houdt in dat belastingen worden
geheven om de welvaart van de gehele samenleving te bevorderen.
5. Het beginsel van de minste pijn.
6. Het beginsel van de optimale realisatie: dit houdt in dat beginselen
niet ten volle, maar optimaal gerealiseerd moeten worden.
Heffingen
Bronheffingen zijn heffingen aan de bron. Dit betekent dat degene die
inkomsten uitbetaalt, aan de bronheffing onderworpen zijn en de belastingen
dus moeten inhouden en betalen. Deze persoon is de zogenoemde
inhoudingsplichtige.
Voorheffingen zijn belastingen die met andere belastringen worden verrekend.
Voorbeelden zijn de dividendbelasting en loonbelasting, die als voorheffingen
van de inkomstenbelasting fungeren.
Voorheffingen
Voorheffing is een fiscale term die uitdrukt dat belasting vooraf geheven
wordt, als een soort voorschot. Het principe van de voorheffing is gebaseerd
op het beginsel van de minste pijn. Doordat vooraf een belasting wordt
geheven die min of meer overeenkomt met de belasting die uiteindelijk
verschuldigd blijkt te zijn, wordt de situatie vermeden dat belastingplichtigen
enorme sommen geld ontvangen die zij vervolgens weer aan de fiscus moeten
afdragen. Dit voorkomt psychologische en administratieve last.
Loonbelasting
Loonbelasting wordt door de werkgever ingehouden op het brutoloon en direct
aan de belastingdienst betaald. Dikwijls fungeert zij als voorheffing op de later
te berekenen en te betalen inkomstenbelasting. Als de loonbelasting exact
overeenstemt met de inkomstenbelasting dan is zij eindheffing.
Dividendbelasting
Dividendbelasting is eindheffing wanneer dividenden en winsten worden
ontvangen door buitenlandse aandeelhouders. In andere gevallen fungeert zij
evenwel als voorheffing op de inkomstenbelasting (bij natuurlijke personen) of
op de vennootschapsbelasting (bij rechtspersonen).
, De Wet IB
De inkomstenbelasting wordt geheven over 3 boxen:
1. De eerste box: bevat het inkomen uit werk en woning;
2. De tweede box: regelt de heffing over inkomen uit aanmerkelijk belang;
3. De derde box: bevat het vermogensrendement.
Artikel 2:1 IB wijst aan wie aan inkomstenbelasting is onderworpen. Het betreft
hier de subjectieve belastingplicht. Het gaat hierbij altijd om natuurlijke
personen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen binnenlandse en
buitenlandse belastingplichtigen. Binnenlandse zijn belasting verschuldigd over
hun inkomen, ongeacht het land waar deze inkomen vandaan komen
(wereldinkomen). Buitenlandse belastingplichtigen betalen slechts belasting over
de inkomsten uit Nederlandse bronnen (broninkomen). De woonplaats is ook van
belang voor bepaalde aftrekposten.
Het partnerbegrip als in artikel 5a AWR omvat gehuwde en geregistreerde
samenlevers en ongehuwde meerderjarige samenlevers met een notarieel
samenlevingscontract die op hetzelfde woonadres staan ingeschreven. In artikel
1.2 lid 1 IB wordt dit begrip aangevuld. Je kunt echter geen buitenlandse partner
of meerdere partners hebben. De gemeenschappelijke inkomensbestanddelen
staan in artikel 2.17 lid 2 en 5 IB.
Het verzamelinkomen is het gezamenlijke bedrag van inkomens uit de drie
boxen, verminderd met het daarin begrepen te conserveren inkomen. De boxen
zijn gesloten. Dat wil zeggen dat een negatieve box, niet kan worden verrekend
met een andere box.
De persoonsgebonden aftrek kan echter wel bij alle 3 de boxen worden
afgetrokken. Echter, er gelden wel wettelijke regels met betrekking tot de
volgorde deze aftrek: de aftrek moet zoveel mogelijk in box in op het inkomen in
aftrek worden gebracht, daarna box 3 en als laatst box 2. Indien er nog wat
overblijft, schuift dit door naar het volgende jaar. Welke uitgaven tot de
persoonsgebonden aftrek behoren, staat in hoofdstuk 6 IB. De
persoonsgebonden aftrek is een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel.
Om iets als “bron van inkomen” (box 1) te zien, moet aan 3 voorwaarden zijn
voldaan:
1. Deelname aan het economisch verkeer
a. Burenhulp of familiehulp valt hier bijvoorbeeld niet onder.
2. Het beogen van een geldelijk voordeel
a. Indien iemand bijvoorbeeld een sport voor zijn plezier beoefent, en
hiermee geld verdient, is er in beginsel geen geldelijk voordeel
beoogd.
b. Positie van de belastingplichtige zelf
3. De redelijke verwachting dat de bron een positieve opbrengst zal geven
a. Objectief beoordeeld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 4pokes200. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.