Uitgebreide en volledige samenvatting van probleem 5 van blok 2.1 (Biologische Determinanten) op de Erasmus Universiteit voor het vak Pedagogische wetenschappen.
Probleem 5
Leerdoel: Wat zijn de verschillende typen geheugen?
James Kalat. Biological psychology (H13).
Aanvullingen uit Pinel. Biopsychology (H11).
Er bestaat een onderscheid tussen het langetermijngeheugen en het kortetermijngeheugen
(hier komt de sensorische informatie binnen). Verschillende typen bewijs ondersteunen het
bestaan van dit onderscheid:
- Korttermijn- en langetermijngeheugen verschillen in hun capaciteit. Het
langetermijngegheugen heeft een grote, moeilijk vast te stellen capaciteit.
- Het korttermijngeheugen hangt af van herhaling (rehearsal). Een kortetermijn
herinnering blijft 30 seconden hangen (maar als je het blijft herhalen kan dit langer
zijn).
- Als je bij het kortetermijngeheugen iets vergeet dan is het weg, bij het
langetermijngeheugen kan een hint je helpen om iets te reconstrueren wat je
vergeten was.
op basis hiervan stelden onderzoekers dat alle informatie in eerste instantie het
kortetermijngeheugen binnenkomt, waar het blijft tot de hersenen tijd hebben om het te
consolideren in het langetermijngeheugen (standard consolidation theory). Als iets de
rehearsal onderbreekt voordat de consolidatie heeft plaatsgevonden, dan gaat de informatie
simpelweg verloren.
reconsolidatie: een herinnering wordt vanuit het langetermijngeheugen teruggehaald
naar het werkgeheugen, een beetje aangepast en het gaat weer terug naar het
langetermijngeheugen zo kan het dus zijn dat je je soms dingen anders herinnert dan
daadwerkelijk het geval was, omdat het een aantal keer aangepast terug is gegaan naar je
langetermijngeheugen).
andere theorie: multiple-trace theory: de hippocampus en andere hersendelen die
betrokken zijn bij geheugen houden herinneringen vast voor zo lang als ze bestaan (en dus
niet alleen vlak na het leren). Als er een bewuste ervaring optreedt, wordt het snel
gecodeerd door de hippocampus en alle andere betrokken hersendelen. Behouden
herinneringen worden steeds meer resistent voor verstoring door schade aan de
hippocampus, omdat elke keer als je een vergelijkbare ervaring hebt of de originele
herinnering wordt opgeroepen, wordt er een nieuw engram (een verandering in de
hersenen die een herinnering opslaat) gevestigd en die wordt gelinkt aan het originele
engram waardoor de herinnering makkelijker wordt om op te roepen en de originele
herinnering moeilijker verdwijnt.
tegenwoordig heeft men echter een andere kijk op consolidatie. Eerst dacht men dat de
hersenen iets vasthielden in het kortetermijngeheugen voor zo lang als het nodig was om er
een langetermijn herinnering van te maken (wat voornamelijk het aanmaken van nieuwe
eiwitten inhoudt). Als de informatie eenmaal in het langtermijngeheugen zat dan dacht men
dat dit permanent was.
Dit is echter niet waar om 2 redenen:
De tijd die nodig is voor consolidatie verschilt enorm. Als je saaie feiten probeert te
onthouden dan duurt dat veel langer dan als je iets moet onthouden waar een
emotie aan gekoppeld is.
stressvolle of emotionele situaties zorgen voor een stijging van epinephrine
(adrenaline) en cortisol. Kleine tot matige hoeveelheden cortisol activeren de
, amygdala en de hippocampus waar ze de opslag en de consolidatie van recente
gebeurtenissen bevorderen. De amygdala stimuleert op zijn beurt weer de
hippocampus en de cerebrale cortex die beide belangrijk zijn voor de
geheugenopslag. Echter zorgt langdurige stress (wat voor nog meer cortisol zorgt)
juist voor een beperking van het geheugen.
consolidatie kan dus snel of langzaam gaan en hangt van veel meer af dan alleen
van de tijd die nodig is om nieuwe eiwitten te vormen.
Een geconsolideerde herinnering staat niet voor altijd vast. Als een herinnering weer
opgehaald wordt door een reminder dan wordt die herinnering labiel (kwetsbaar).
Als de reminder gevolgd wordt door een vergelijkbare ervaring dan wordt de
herinnering gereconsolideerd (een beetje aangepast en weer teruggebracht naar het
langetermijngeheugen) door een proces waarvoor de aanmaak van nieuwe eiwitten
nodig is.
Werkgeheugen: daar wordt informatie opgeslagen terwijl je ermee werkt (BV een
getallenreeks te horen krijgen en die moeten omdraaien, de getallenreeks blijft dan in je
werkgeheugen zitten tijdens het uitvoeren van deze taak).
om dit te testen wordt vaak de delayed response task gebruikt waarbij je moet reageren
op iets wat je een klein tijdje geleden gezien of gehoord hebt. Tijdens de vertraging moet de
persoon een representatie van de stimulus opslaan en veel onderzoek wijst naar de PFC en
de pariëtale cortex als gebieden die een belangrijke rol spelen bij deze opslag. Tijdens de
vertraging verhogen sommige cellen in deze delen hun activiteit. Deze toename in activiteit
hoeft niet noodzakelijk de vorm aan te nemen van herhaalde actiepotentialen, een andere
mogelijkheid is dat de cellen extra calcium opslaan waardoor hun gereedheid om op nieuwe
signalen te reageren groter wordt.
schade aan de PFC beperkt het werkgeheugen en het tekort kan hierbij heel precies zijn,
afhankelijk van de exacte locatie van de schade.
veel ouderen hebben beperkingen in het werkgeheugen, waarschijnlijk als gevolg van
veranderingen in de PFC.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisnoelle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.