100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Ondernemingsrecht 1 hoorcollegedictaat week 1 tot en met 6 $5.35   Add to cart

Class notes

Ondernemingsrecht 1 hoorcollegedictaat week 1 tot en met 6

1 review
 65 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

Zeer uitgebreid hoorcollegedictaat. Niet meer nodig om de colleges zelf te kijken. Alle slides behandelde tentamenvragen zijn opgenomen.

Preview 4 out of 211  pages

  • October 13, 2019
  • 211
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: floorjam • 4 year ago

avatar-seller
Ondernemingsrecht 1 – hoorcolleges

Hoorcollege 1 – Ondernemingsvormen, oprichting BV/NV
3 september 2019 – Hylda Boschma
NB. Slides zijn schuingedrukt opgenomen.

Inleiding
We concentreren ons in dit vak met name op de kapitaalvennootschappen, de BV en de NV.
Maar dat neemt niet weg dat je ook heel goed een onderneming kan uitoefenen op een andere
manier (personenvennootschap, stichting, vereniging). We hebben geen rechtsvormdwang.
Maar voor dit vak kijken we met name naar de BV en de NV.

In week drie gaan we het hebben over de bevoegdheidsverdeling, de besluitvorming door
organen en wie mag namens de BV/NV aan het rechtsverkeer deelnemen. In week vier gaan
we het hebben over aandelen en de positie van aandeelhouders.

De colleges worden opgenomen en onmiddellijk ter beschikking gesteld op Nestor. De
Leidraad staat al op Nestor. Het is een open boek tentamen. Dat betekent niet dat u de hele
boekenkast van thuis mag meenemen. Alleen de boeken die verplicht zijn voor dit vak mag je
meenemen: het gele boek, de arrestenbundel en de wetboeken. Collegeaantekeningen en pp-
presentaties mag je niet meenemen. Waarom een open boek tentamen? We hebben
geprobeerd een beetje de situatie van de praktijk na te bootsen, daar mag u ook boeken bij
gebruiken. Dat betekent niet dat je kunt zeggen: dan ga ik dat boek pas op het tentamen
openslaan. Drie uur is niet lang voor alle casus die u moet behandelen. Je moet wel enige
gedachtes hebben waar je iets kan vinden. Je moet weten waar het staat maar je hoeft het
allemaal niet letterlijk uit je hoofd te leren omdat je alles kunt nazoeken.

Ik heb drie oude tentamens op Nestor gezet. Daarbij heb ik ook standaardantwoorden en de
normering gezet. Zo kan je zien hoe we toetsen en wat we verwachten. Daarna proberen we
bij elk college een tentamenvraag te beantwoorden zodat u daar wat oefening in krijgt.

Verplichte stof:
- P. van Schilfgaarde,bewerkt door Jaap Winter
Jan Berend Wezeman, Jean Schoonbrood,
Van de BV en de NV, Deventer: Kluwer,zeventiende druk, 2017
NB. Je mag wel onderstrepen, niet bijschrijven.
- Hoorcollegestof
- Uitspraken Ondernemingsrecht, met NJ-annotaties, samengesteld door J.B.
Wezeman, I.S. Wuisman, Deventer: Kluwer, editie 2017
 Drie met * aangeduide uitspraken in Leidraad zelf printen!! Ook als je de nieuwste
versie van de arrestenbundel hebt.

Nederlands ondernemingsrecht
Boek 2 BW: rechtspersonen
 1 oktober 2012 –
Wet Flex-BV
 1 januari 2013 –
• Wet bestuur en toezicht NV/BV
• Wet herziening enquêterecht

Dan gaan we naar de inhoud van het hoorcollege van vandaag. Eerst iets over het Nederlands
ondernemingsrecht. U ziet een legpuzzel op het plaatje. Daar vergelijk ik het Nederlandse
ondernemingsrecht wel eens mee, met een grote legpuzzel. U ziet ook de vlag van de EU en
van NL. Hele lange tijd werden de stukjes met name gelegd/ingevuld door de Europese
wetgever. We kregen van alles uit Europa naar ons toe in NL en dat moesten we dan

1

,implementeren. Die regels werden bepaald door de Europese wetgever. Bijvoorbeeld
vertegenwoordigingsregels, de jaarrekeningsregels, kapitaalbeschermingsregels. Dat soort
richtlijnen kwamen allemaal via de EU. Die regels voorzagen met name voor waarborgen
voor aandeelhouders en crediteuren van NV’s en BV’s.

De EU heeft naast beschermende ook faciliterende regels gebracht. Bijvoorbeeld bepaalde
Europese rechtsvormen, zoals de Europese corporatie, de Europese NV, het Europees
Economisch Samenwerkingsverband, dat hebben wij allemaal aan Europa te danken. Ook
bijvoorbeeld richtlijnen op het gebied van splitsing en fusie van kapitaalvennootschappen.
Dat kenden wij niet maar dankzij Europa staat het ook in onze wetgeving. Het Nederlandse
ondernemingsrecht is eigenlijk voor een groot deel ingekleurd door Europese regels. Maar de
laatste tijd (ik zou zeggen tien jaar) is de Nederlandse wetgever ook een beetje een eigen
koers gaan varen. We vinden het bijvoorbeeld heel belangrijk dat de Nederlandse BV een
aantrekkelijke rechtsvorm blijft. We willen dat men daarvoor kiest en niet voor een
buitenlandse rechtsvorm. Daarom moest de BV-wetgeving geflexibiliseerd worden. Op een
aantal punten is flexibele wetgeving ingevoerd in 2012:

- Verschillende types aandelen (winstrechtloze en stemrechtloze aandelen) zijn
mogelijk geworden. Dat soort aandelen kunnen niet bij de NV.
- Flexibeler omgaan met de bevoegdheidsverdeling binnen de BV. We zouden moeten
toestaan dat niet de AVA maar een bijzondere groep van aandeelhouders bestuurders
en commissarissen gaat benoemen.
- Het minimumkapitaal dat we tot 1 oktober 2012 kenden voor de BV (18000 euro) is
afgeschaft, we kunnen nu ook een BV oprichten met 1 eurocent. Je moet in ieder geval
één aandeel met een bepaalde nominale waarde uit hebben staan. 1 eurocent volstaat
voor de oprichting van de BV. Bij de NV geldt nog wel een minimum van 45000. We
kunnen voor de NV ook niet anders, omdat we voor de NV gebonden zijn aan
Europese richtlijnen. Voor de BV niet, dus konden we in dat opzicht een stapje terug
doen.

Deze belangrijke ontwikkeling heeft meegebracht dat het recht dat van toepassing is op de BV
en de NV inhoudelijk veel meer uiteenloopt. Vroeger maakte het niet zoveel uit, maar
tegenwoordig is dat wel zo. Nou zijn wel van die types die vragen: a) hoe zit het bij de NV en
b) hoe zit het bij de BV. De verschillen moet je dus goed kennen.

1 januari 2013 veranderde de Wet bestuur en toezicht NV/BV. Die wet heeft heel veel
veranderd, zowel voor de NV als BV. Toen kregen we een wettelijke regeling voor de one tier
board. Een bestuur dat bestaat uit twee typen bestuurders: uitvoerende en niet-uitvoerende
bestuurders. Dat is eigenlijk een beetje een Angelsaksisch concept, Engeland kende het allan,
maar wij in NL gingen altijd uit van twee organen. Het bestuur en de RvC die toezicht hield
op het bestuur. Je creëerde als het ware een extra orgaan om toezicht te houden op het
bestuur. Maar nu kun je ervoor kiezen om het toezicht in het bestuur zelf te creëren door die
one tier board. Die niet-uitvoerende bestuurders houden dan toezicht op de uitvoerende
bestuurders. Je kunt het ook op die manier organiseren. Dat biedt meer vrijheid.

Nou moet ik zeggen dat bepaalde NV’s al voor 2013 one tier boards hadden. Dat was verder
prima, maar we hadden geen wettelijke regeling over de taakverdeling en de
aansprakelijkheid. De wetgever heeft dat geïnstitutionaliseerd in boek 2 BW.

Dan hebben we nog de Wet herziening enquêterecht. Wie mag eigenlijk om een enquête
verzoeken? Er is een rijtje in de wet opgenomen, en aan dat rijtje is per 1 januari 2013
toegevoegd dat ook het bestuur zelf naar de Ondernemingskamer kan gaan en zeggen dat ze
onderzocht willen worden. Dat wordt ook wel de zelf enquête genoemd.

Je zou kunnen zeggen dat wij wel over een modern vennootschapsrecht bezitten. Naar
schatting hebben we ruim negenhonderduizend BV’s en zo’n vierduizend NV’s. De NV doet er
2

,wel toe, juist hele grote bedrijven en met name veel beursgenoteerde vennootschappen zijn
NV’s. We kennen zo’n 170 Nederlandse beursvennootschappen. Het grootste deel van de
NV’s heeft een Amsterdamse notering (AEX), maar steeds meer krijgen ook een buitenlandse
notering. Het kan zijn dat het een primaire buitenlandse notering is, dat ze eigenlijk niet op
een andere beurs zijn genoteerd. Het kan ook zo zijn dat een Nederlandse NV een primaire
notering heeft op de AEX in Amsterdam maar daarnaast nog een notering in Polen of in
Amerika. Het is niet zo dat als je een Nederlandse vennootschap hebt, dat je dan ook alleen
een Nederlandse beursnotering kan krijgen. Dat effectenrecht gaat over de grenzen heen.

Wat verklaart nou eigenlijk die aantrekkelijkheid van de BV en NV in Nederland?

Ruime mogelijkheden tot herstructurering
 Omzetting rechtspersonen: art. 2:18 BW
 Fusie rechtspersonen: art. 2:308 e.v. BW
 Splitsing rechtspersonen: art. 2:308, 334a e.v. BW
 Grensoverschrijdende fusie: art. 2:333b e.v. BW
 Grensoverschrijdende omzetting kapitaalvennootschappen: rechtspraak EHvJ
 Voorontwerp Ned.regeling (31 januari 2014)
 Concept EU-richtlijnvoorstel grensoverschrijdende omzetting, fusie en splitsing (25
april 2018)

Als eerste zijn dat de ruime mogelijkheden die die kapitaalvennootschappen hebben tot
herstructurering. Als de rechtsvorm niet meer past kan je naar een andere rechtsvorm als je
aan de omzettingsprocedure voldoet. Een BV kan een NV worden, een NV ook een BV. Wat
ook kan is een fusie. Stel je voor dat het strategisch belangrijk is dat twee ondernemingen
gaan fuseren, dan kan dat. Dan gaat één vennootschap op in een ander geheel. Je kan ook een
omgekeerde beweging maken: splitsen. We brengen het ene deel van de activiteiten onder in
BV x en een ander deel in BV y. Dus juridische splitsing kennen we ook naar Nederlands
recht. Nu heb ik het alleen nog maar gehad over herstructurering tussen Nederlandse
rechtsvormen. De eerste drie bullets zien op Nederlandse rechtsvormen. Maar hoe zit dat nou
grensoverschrijdend?

Een Nederlandse BV wil fuseren met een Duitse GmbH. Een Duitse Vennootschap. Dat kan
sinds 2008, art. 2:333b e.v. regelt dat de BV en NV grensoverschrijdend kunnen fuseren. We
hebben nog geen regeling voor de grensoverschrijdende splitsing en omzetting. Wat is
grensoverschrijdende omzetting? Ik wil bijvoorbeeld van Nederlandse BV naar Italiaanse BV.
Kan ik dan van een Nederlandse BV een Italiaanse worden zonder dat ik hoef te ontbinden?
Want ontbinden kan natuurlijk altijd, dan doek je alles op en ga je daar een nieuwe
rechtspersoon opstarten. Maar bij omzetting volg je een bepaalde omzettingsprocedure en
dan wordt de Nederlandse BV Italiaans. Daar hebben we geen regeling voor vandaag de dag.
Maar wat wel zo is, is dat het EHvJ rechtspraak heeft gecreëerd. Dan noem ik met name even
het Cartesio arrest, dat is ook een verplicht arrest. Daar is gezegd dat een lidstaat een naar
zijn recht opgerichte vennootschap, bijvoorbeeld een Nederlandse BV, niet mag beletten zich
om te zetten naar een vennootschap naar het recht van een andere EU-lidstaat. Wij mogen
niet zeggen: Nederlandse BV, dat kan niet. Lidstaten moeten een dergelijke outbound
omzetting toestaan.

In de Vale zaak is gezegd: als jij als lidstaat een regeling kent voor de binnenlandse
omzetting van rechtspersonen (zoals bij ons art. 18), dan mag jij niet verhinderen dat een
vennootschap naar het recht van een andere lidstaat wil emigreren naar Nederland. Dat mag
je niet beletten. Ook de inbound omzetting moet je toestaan. Dat is allemaal rechtspraak van
het HvJEU.

Ondertussen hebben we nog steeds geen regeling. In de praktijk worden dit soort
omzettingen al wel gerealiseerd, maar er is nog niet echt zekerheid over hoe je dit moet
realiseren. Het is van belang dat op 1 januari 2014 een voorontwerp Nederlandse Regeling in
3

, consultatie is gebracht. In consultatie betekent dat de praktijk mag reageren. Maar het is tot
nu toe nog niet verder gekomen. Dat heeft er ook mee te maken met dat er ondertussen een
concept EU-richtlijn voorstel ligt over grensoverschrijdende omzetting, fusie en splitsing.
Waarschijnlijk wacht de Nederlandse wetgever daarop, want dan kan ze in een keer een
goede regeling maken.

Het goede nieuws is dat de conceptrichtlijn binnenkort vermoedelijk zal worden
aangenomen. Dan is de Nederlandse wetgever aan zet en moet de richtlijn worden
geïmplementeerd. Dan krijgen wij ook een mooie regeling voor grensoverschrijdende
omzetting en grensoverschrijdende splitsing.

Dat is dus één voordeel van die BV en de NV: ruime mogelijkheden tot herstructurering als
het jasje niet meer past.

Andere voordelen BV/NV
 Beperkte aansprakelijkheid aandeelhouders
 Overdraagbaarheid eigenaarsbelang
 Vastomlijnde juridische organisatie
 Fiscale motieven

Wat zijn nog andere voordelen? Andere voordelen zijn natuurlijk de beperkte
aansprakelijkheid van de aandeelhouders. 2:175 lid 1/64 lid 1. Als je dat een beetje vrij
implementeer: een aandeelhouder kan niet meer verliezen dan het bedrag dat hij op zijn
aandelen moest storten. Dat is waar hij zich toe heeft gecommitteerd en dat is het dan ook. Er
zijn natuurlijk altijd uitzonderingen, maar de hoofdregel is de beperkte aansprakelijkheid van
de aandeelhouder.

Het tweede voordeel is de overdraagbaarheid van het eigenaarsbelang. De BV en NV zijn
rechtspersonen, dat betekent dat het vermogen dat de BV/NV vergaart, dat is van de
rechtspersoon. Als een aandeelhouder zegt; ik wil mijn positie opgeven. Dan verkoopt hij zijn
aandelen. Die levering moet dan via notariële akte, maar dat is het dan. Er hoeft niets met de
goederen te worden gedaan want die blijven eigendom van de NV/BV. Dat is veel makkelijker
dan dat je 1/3 eigenaar bent, je het schip verlaat en je dan 1/3 van alle bestanddelen moet
overdragen. Dan moet je voor elk deel kijken hoe je moet leveren. 1/3 van een onroerend
goed moet bijvoorbeeld via notariële akte en zo gelden voor alle goederen
leveringsvoorschriften.

Het derde voordeel zou kunnen zijn dat je een vast omlijnde juridische organisatie hebt. De
rechtspersoon heeft organen en in de wet is vrij duidelijk geregeld wat die rechtspersonen
mogen doen/kunnen doen. De rechtspraak is ook goed ontwikkeld. Dus je zou kunnen
zeggen; het biedt bepaalde zekerheid.

Tot slot fiscale motieven. De BV en NV zijn kapitaalvennootschappen en die worden
betrokken bij de vennootschapsbelasting. Onder omstandigheden kan het zo zijn dat het
vennootschapsbelasting stelsel voordeliger uitpakt dan het Inkomstenbelastingstelsel.

Formaliteiten oprichting BV/NV
 Constitutief vereiste: notariële oprichtingsakte
◦ Sanctie: art. 2:4 lid 1 jo. lid 4 BW
◦ Geen constitutief vereiste is de inschrijving van de NV/BV in het
handelsregister
◦ Sanctie: bestuurdersaansprakelijkheid van art. 2:69 lid 2, sub a en art.
2:180 lid 2 BW




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kleinganseijm. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  7x  sold
  • (1)
  Add to cart