Samenvatting Alle belangrijke begrippen Biologie Vwo 4/5/6
7 views 0 purchase
Course
Biologie
Level
VWO / Gymnasium
Samenvatting Biologie voor Jou, bovenbouw VWO, alle thema's . Handig om te hebben voor de schoolexamens en het centrale eindexamen. Omschrijft alle belangrijke begrippen per thema.
V4 Thema 1
Prokaryoten – Eencellige organismen zonder celkern, DNA ligt los in cel
Eukaryoten – Een- of meercellige organismen waar het DNA in de kern ligt
Autotroof – Zelf voedend (bacteriën zijn chemoautotroof)
Heterotroof – Zijn afhankelijk van andere organismen voor voeding
Natuurlijke selectie – Individuen met de beste aanpassingen hebben de grootste kans om
nakomelingen te krijgen en zo de genen door te geven aan de volgende generatie
Inductie – vanuit de data tot een conclusie proberen te komen
Deductie is het tegenovergestelde, dan maakt men eerst een conclusie en gaat deze onderzoeken
! Je moet altijd een controle groep hebben en maar 1 factor verschillen met de controle groep !
Een betrouwbaar onderzoek heeft zoveel mogelijk dezelfde resultaten
Een valide onderzoek meet wat men wil weten
V4 Thema 2
Diffusie – verplaatsing van een stof met hoge naar lage concentratie
Doordat ze botsen tegen moleculen gaan ze alle kanten op
De snelheid van diffusie is afhankelijk van de soort stof, medium en temperatuur
Osmose – diffusie van water door een selectief permeabel membraan van de kant met een lagere
osmotische waarde naar de kant met een hogere osmotische waarde (hoe meer deeltjes hoe hoger
de osmotische waarde)
Passief transport – geen energie nodig (kan door diffusie, zo transporteren veel anorganische
stoffen)
Actief transport – gaat tegen de concentratie in
Wordt gedaan doordat ATP wordt omgezet in ADP en P en de P bindt zich aan het eiwit
waardoor de structuur veranderd en de stof naar de kant met de hogere concentratie wordt
gebracht
Wanneer een plantencel in een omgeving met een lagere osmotische waarde terecht komt neemt
het water op en ontstaat er turgor (druk)
Plasmolyse gebeurt wanneer de osmotische waarde buiten hoger is dan in de cel waardoor het water
uit de cel gaat en het celmembraan loslaat van de celwand waardoor de cel sterft
V4 Thema 3
Ongeslachtelijk Geslachtelijk
Voordelen 1 individu nodig Recombinatie geeft variatie
Geen bevruchting nodig Grotere kans dat ze bij aanpassingen
Dezelfde eigenschappen als ouder blijven leven
Kost minder energie Ziektes treffen niet alle nakomelingen
Geen aparte geslachtscellen nodig
Nadelen Weinig variatie dus de ziekte treft De helft krijgt geen nakomelingen
allen
, Dezelfde eisen dus veel concurrentie 2 geschikte individuen moeten elkaar
vinden
Voortplantingscellen nodig
Er ontstaat een poollichaampje die dient als afvalbak voor de overgebleven genetische informatie
V4 Thema 4
Fenotype: de waarneembare eigenschappen, bepaald door genotype en milieufactoren
Genotype: de informatie van de erfelijke eigenschappen
Een fenotype kan intermediair zijn als de allelen niet volledig dominant zijn
Dan is de kleur bijv. roze in plaats van rood of wit
Let op of het gekoppeld of niet gekoppeld is
V4 Thema 5
1. Genetische variatie, mutaties en recombinaties zorgen voor een verschil in genen
2. Natuurlijke selectie, individuen met een betere adaptie hebben een grotere overlevingskans
(fitness)
a. Fitness: de geschiktheid om binnen een bepaalde omgeving de eigenschappen of
genotype door te geven aan een volgende generatie.
3. Reproductieve isolatie, er mag geen voortplanting plaats vinden tussen populaties anders
ontstaan er geen nieuwe soorten
Populatie – een groep dieren die onderling voortplanten
Soort – groep waartussen voortplanting vruchtbare nakomelingen oplevert
Gene flow vindt plaats tussen individuen van verschillende populaties
Hardy Weinberg
De samenstelling van de genenpool blijft constant mits:
Geen selectie, Geen mutaties, Geen migratie, Grote populatie, Willekeurige paren
Flessenhals effect – het aantal individuen loopt sterk terug en zorgt voor een verandering in
samenstelling van de genenpool
Founder effect – een deel van een populatie vestigt zich in een ander gebied
Micro-evolutie – een verandering van allelfrequentie zorgt ervoor dat de soort veranderd
Co-evolutie – de evolutie van twee soorten beïnvloeden elkaar
Allopatrische soortvorming: door geografische scheiding
Sympatrische soortvorming: niet door geografie
Bij polyploïde organismen kan er geen gene flow plaatsvinden
Seksuele selectie
Endosymbiose theorie
Instulping van het cel membraan vormt de celkern en het endoplasmatisch reticulum
Cyanobacteriën worden chloroplasten
Aerobe bacteriën vormen mitochondiën
Homoloog – hetzelfde bouwplan en dus een gemeenschappelijke voorouder
Analoog – niet dezelfde bouw maar wel dezelfde functie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller frankaverlaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.