Dit is een samenvatting van het boek 'inleiding in de pedagogiek'. Dit is gebruikt in studiejaar voor periode 1 en 2. Zie mijn andere advertentie voor periode 3 en 4.
Pedagogiek
Betekenissen pedagogiek:
Opvoedkunde: richt zich op de vaardigheden van de opvoeder
Opvoedingsleer: richt zich op het vergaren van kennis over opvoeden
Opvoedingswetenschap: richt zich op het ontwikkelen van theorieën over en
methoden met betrekking tot opvoeden
3 basisbehoeften:
Autonomie: individu, zelfstandig, zelf laten kiezen, het kind kan zijn leven invullen
zoals hij/zij het wilt
Competentie: iets beheersen, gezien worden, ‘ik kan dit’
Verbondenheid/relatie: kind voelt zich verbonden met de mensen om zich heen
Communicatiepatroon:
Bevelshuishouden
- Duidelijke gezagsverhoudingen en rolpatronen tussen ouder en kind (ouder is
de baas met machtspatroon omdat hij bang is om de grip op het kind te
verliezen, kind luistert)
- Ook maatschappelijk, baas > werknemer, leerkracht > kind
- Ouder vaak ook zo opgevoed
- Er wordt geen waarde gehecht aan de mening van het kind, durft daarom ook
niet veel aan de ouder voor te leggen, confronterend op school waarbij een
kind wel zijn mening moet uiten
Nadelen:
- Kind vindt het vaak moeilijk om eigen mening te vormen, kind kan vaak
moeilijk omgaan met feedback (positief / negatief), kind doet vaak dingen
stiekem, kind is vaak argwanend naar anderen
Onderhandelingshuishouden
- Kind mag (binnen grenzen) eigen beslissingen nemen, dus vervagen grenzen
en regels, kind leert onderhandelen over eisen die ouder stelt, ruimte voor
gelijkwaardigheid, kind voelt zich veilig, kan gevoelens verwoorden van
zichzelf en een ander
- Ruimte voor hoor en wederhoor, leren omgaan met situaties, beter kenbaar
maken als het kind iets niet wilt, veel overleg en duidelijke grenzen
Nadelen:
- Gevaar: ouder moet zich niet laten ondersneeuwen, wel grenzen blijven
stellen (ouder bang voor ongemakkelijk gevoel). Als kind beter kan
onderhandelen dan ouder: kan kind onzeker worden en schuldgevoelens
krijgen
, Voordelen:
- Kind kan vaak beter omgaan met problemen (leert problemen oplossen door
te praten), kind is vertrouwd met eigen mening geven, feedback krijgen en
initiatieven nemen, zal zich weerbaar en competent opstellen
Gezinstypes:
Harmonieus: vriendelijk, geborgen, men staat voor elkaar klaar, voelt elkaar aan,
saamhorig etc. Disharmonie heeft nadelige gevolgen voor het gezin.
Kluwen
- Symbiotische relatie tussen gezinsleden (= samensmelten), zeer betrokken bij
elkaar, isolement ten opzichte van buitenwereld (boze buitenwereld buiten
houden, buitenstaanders / partners), gehoorzaamheid kind = heel belangrijk
- Identificeert zich, alleen maar en te veel, met gezinsleden, restrictieve controle
ouders + oudere broers zussen bepalen consequenties als het jongere kind
zich niet aan de regels houdt.
Gevolgen:
- Afhankelijkheid / belemmering zelfstandigheid, vaak schuldgevoelens als kind
‘voor zichzelf kiest’, ouder houdt geen rekening met de uniciteit van het kind
waardoor het zijn eigenheid niet kan ontwikkelen.
Loszand
- Langs elkaar heen leven, emoties worden niet gedeeld, geen ondersteuning
geboden, geen veiligheid en intimiteit, ouders vaak druk met ‘eigen dingen’,
geen ‘identificatiefiguur in gezin’ (op wie je wil lijken, waar je dingen van
overneemt, voor kwetsbare kinderen is dit een dreigende situatie.
Basisveiligheid ontbreekt
Gevolgen:
- Kind moet snel volwassen worden / zelfstandig worden, vaak ook
oppervlakkige contacten met andere kinderen, soms: isolement, alleen voelen,
steun zoeken bij andere volwassenen (kans op misbruik), moet zichzelf de
belangrijkste waarden en normen aanleren
Half open / half gesloten
- Hechte band tussen gezinsleden, open voor relaties / contact met anderen
(buiten gezin, vriendjes / vriendinnetjes), emotionele betrokkenheid bij elkaar,
duidelijke grenzen, stimuleren om van anderen te leren, open en
gelijkwaardige communicatie, intimiteit en veiligheid, vrienden van zowel kind
als ouder zijn welkom, biedt de veiligheid voor het kind om zichzelf te zijn,
staat open voor adviezen van buitenaf, zelfstandigheid, zelfredzaamheid en
zelfvertrouwen worden gestimuleerd
Gevolgen:
- Zelfredzaam, zelfvertrouwen
, Eenoudergezinnen vaak moedergezinnen. Stiefgezinnen / ‘nieuw samengestelde’
gezinnen, twee vrouwen, pleegouderschap, adoptie
Opvoedstijlen:
Autoritatieve of democratische opvoedingsstijl
- Overleg met argumenten, discussie mogelijk, veel sensitiviteit en
responsiviteit, veel uitleg en aanwijzingen voor gedragsverandering. Belangen
van het kind worden in de gaten gehouden > ouder kan activiteiten van het
kind reguleren
- Positief voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind, stevige
gedragseisen maar autonomie en individualiteit van het kind worden
gerespecteerd > acceptatie, warmte en leidersrol van ouder, belangen van het
kind centraal
- Hoge mate zelfstandigheid (zelfstandigheid, zelfredzaamheid en
zelfvertrouwen gestimuleerd), onderhandelingshuishouden, overleg op
basis van gelijkwaardigheid, wederzijdse openheid
- Schoolprestaties goed, kind kan goed omgaan met gedragsproblemen,
weerbaarder tegen negatieve invloeden van leeftijdsgenoten, kind minder
gedragsproblemen, kind leert goed te onderhandelen
Valkuilen:
- Vraagt meer energie van de ouder, gevaar dat kind te mondig en vrij wordt,
gevaar dat ouder blijft praten en argumenteren i.p.v. grenzen te handhaven
Autoritaire opvoedingsstijl
- 1 iemand bepaalt, veel controle, kind moet zich aanpassen aan de eisen die
de ouder stelt, opvoedingsstijl wordt beïnvloed door de gewoontes van 1
persoon, veeleisend maar wel betrokken bij studiekeuzes, huiswerk etc.
- Voorschriften en regels (op tijd thuis) > maatregelen en straffen, kind weinig
contact met leeftijdsgenoten en kan zich lastig aansluiten > minder spontaan
- Geen evenwicht tussen wensen ouder / kind, bevelshuishouden, kind geen
tegenspraak, kind toont vaker morele oriëntatie: kind doet en zegt wat hij
denkt dat de ouder verwacht, regels en grenzen zijn duidelijk voor het kind,
sommige kinderen hebben dit nodig
Valkuilen:
- Motivatie om te presteren is laag, heftige strijd met ouders, verhoogde kans op
gedragsproblemen, kind toont vaker agressief gedrag ten opzichte van
andere, crimineel gedrag op latere leeftijd, weinig responsiviteit van ouder
naar kind, kind kan geen beslissingen voor zichzelf nemen, negatief zelfbeeld
en weinig zelfvertrouwen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabelverspeek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.