100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sportpsychologie boek F. Bakker en R. Oudejans $10.27   Add to cart

Summary

Samenvatting Sportpsychologie boek F. Bakker en R. Oudejans

7 reviews
 336 views  25 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het volledige boek Sportpsychologie 4e druk, met aanvullingen van de 5e druk (muv H5, 7 en 8) inclusief alle figuren.

Last document update: 5 year ago

Preview 4 out of 67  pages

  • No
  • Alles muv h5, 7, 8
  • October 13, 2019
  • October 17, 2019
  • 67
  • 2019/2020
  • Summary

7  reviews

review-writer-avatar

By: snijdersremco • 1 year ago

review-writer-avatar

By: evrimksikas • 4 year ago

review-writer-avatar

By: sanderfranken • 4 year ago

review-writer-avatar

By: thomdellink • 4 year ago

review-writer-avatar

By: thuijbens • 4 year ago

review-writer-avatar

By: yardenockhuysen • 5 year ago

review-writer-avatar

By: i1997 • 5 year ago

avatar-seller
Samenvatting Sportpsychologie F. Bakker en R. Oudejans
Hoofdstuk 1 – Inleiding en vooruitblik
1.1 Wat is sportpsychologie
 Psychologie = de wetenschap van het gedrag
 Sportpsychologie = deelgebied van de psychologie waarin gedrag in sportsituaties wordt
bestudeerd.
o Bestuderen van sporters, coaches, ouders, toeschouwers. Gaat om topsport,
wedstrijdsport en recreatieve sport.
 Psychologie = de psychologie gaat om de bestudering van gedrag en de cognitief-affectieve,
sociale en biologische basis daarvan. Daarnaast bestudeerd de psychologie individuele
verschillen in gedrag.
o Gedrag wordt mede bepaald door processen die niet observeerbaar zijn. Niet alleen
mentale processen zijn van belang voor het gedrag, ook biologische en sociale
processen hebben invloed.
 Specifieke kenmerken van sport
o Leveren van (zware) lichamelijke inspanning
o Vrijwillig opwerpen van hindernissen en obstakels die het lastiger maken doelen te
bereiken (regels)
o Vrijwillig afzien, pijn lijden en risico’s nemen
o Veel inspanning leveren tegen weinig of geen materiële beloning
o Optreden voor het oog van veel toeschouwers
o Situaties opzoeken die makkelijk tot negatieve emoties leiden (teleurstelling,
kwaadheid, verdriet, angst/onzekerheid)
o Sterke wedijver (beter willen zijn dan anderen)

1.1.1 Waarom sportpsychologie
 Onderzoek naar goal setting
o Doelen, mits voldoen aan bepaalde eisen, hebben gunstige effecten op de prestatie
bij werknemers
o Doelen versterken de motivatie
o Bij sporters is het nog de vraag  zie hoofdstuk 9
 Mensen hebben de intrinsieke behoefte om zich competent te voelen.
 Veel methoden en (meet)instrumenten moeten speciaal ontwikkeld worden om bruikbaar te
zijn bij sport.

1.2 Ontwikkeling van de sportpsychologie
 1955  begin van de sportpsychologie
 Al in 1898 waren onderzoeken gedaan
o Wielrenners onder verschillende condities laten fietsen en conclusie was dat de
aanwezigheid van anderen de prestaties positief beïnvloedde.
o De aandacht werd gevestigd op het verschijnsel sociale facilitatie.
 Sociale facilitatie = het verschijnsel dat prestaties vaak beter zijn als ze
worden geleverd wanneer er andere mensen aanwezig zijn.
 De aanwezigheid van anderen leidt tot een toename van arousal en die
werkt als stimulerende factor: alles wordt met meer energie en krachtiger
uitgevoerd.

,  Bij taken die (nog) niet goed beheerst worden, werkt de arousal averechts:
het met veel energie en kracht uitvoeren van een vaardigheid leidt in de
regel tot mislukking.
 1965  oprichting ISSP (International Society for Sport Psychology)

1.3 Exercise psychology
 Bij exercise psychology staan vragen over fysieke activiteit en lichamelijke inspanning
centraal.
o Wat bepaald of iemand een actieve leefstijl heeft of niet?
o Op welke manier kunnen mensen ertoe aangezet worden vaker te bewegen?
o Hoe kunnen mensen een nieuwe, actieve leefstijl vasthouden?
o Wat zijn de (positieve) effecten van het regelmatig leveren van lichamelijke
inspanning?
 Sportpsychologie en exercise psychology worden vaak in één adem genoemd.

1.4 Sportpsychologie in Nederland
-
1.5 Doel en inhoud van dit boek
 Operationele definitie sportpsychologie = het deelgebied van de psychologie waarover wordt
gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften op het gebied van de sportpsychologie.


Hoofdstuk 2 – Motivatie en sport
2.1 Basisbegrippen: motief, motivatie, behoefte en drijfveer
2.1.1 Motief
 Motief/beweegreden = betrekkelijk stabiele eigenschappen van mensen die hen aanzetten
tot bepaalde gedragingen of activiteiten.
 Motieven hebben te maken met wat mensen willen en wat zij waardevol achten
 Bv. Prestatiemotief, machtsmotief en gezondheidsmotief.
 Motieven zijn eigenschappen waarin mensen onderling verschillen.
 Motieven komen niet permanent tot uitdrukking in het gedrag: dat gebeurd alleen als de
omstandigheden ernaar zijn of als de situatie daartoe uitnodigt.

2.1.2 Motivatie
 Motivatie = de toestand waarin iemand op een bepaald moment verkeert, een toestand die
aanzet tot bepaald gedrag op dat moment.
 Bv. Eindsprint, lift ipv trap vanwege vermoeidheid
 Motivatie is een gevolg van een combinatie van
interne en externe factoren. Interne en externe
factoren beïnvloeden elkaar

 Verschillende motieven kunnen gelijktijdig invloed
uitoefenen op de motivatie
 McClelland (1987) spreekt van de term neiging tot
haldelen en reserveert de term motivatie voor de
toestand die resulteert als een motief wordt
geactualiseerd.
 Er zijn verschillende factoren die invloed hebben op de neiging tot handelen

,  Vaardigheden  mensen zijn eerder geneigd activiteiten uit te voeren die zij goed beheersen
dan activiteiten waarin hun vaardigheid tekortschiet.
 Mogelijkheden  gebrek aan geschikte accommodatie
 Gewoonten  mensen doen nu eenmaal wat ze gewend zijn.

2.1.3 Ontwikkeling van motieven
 Motieven zijn nauw verbonden met doelen die iemand nastreef en met de verwachtingen
die de persoon heeft over het kunnen bereiken van die doelen.
 De rol die verwachtingen spelen, kan goed geïllustreerd worden aan de hand van avoidance-
motieven en approach-motieven
o Avoidance-motieven = vermijden van bepaalde activiteit: de verwachting is negatief
 een activiteit levert eerder een mislukking op dan succes en kan dus beter
vermeden worden
o Approach-motieven = ergens op af gaan: positieve verwachting over de activiteit 
als die wordt ondernomen, is succes waarschijnlijk
 Belangrijke rol voor leerprocessen. Doelen die als belangrijk worden ervaren en waarbij
positieve uitkomsten worden verwacht, zullen aanzetten tot activiteiten op dat gebied

2.1.4 Behoefte en drijfveer
 Behoefte is nauw gekoppeld aan biologische theorieën over gemotiveerd gedrag. Behoefte
vormt de drijfveer voor de persoon tot gedrag dat gericht is op het opheffen van tekort.
 Verschil biologische en psychologische behoeften  bij een biologische behoefte kan op een
goed moment sprake zijn van verzadiging, bij psychologische behoeften is dat niet of in veel
mindere mate het geval.

Samenvattend: motief, motivatie, behoefte en drijfveer
Motief
 Betrekkelijk stabiele eigenschap van mensen die aanzet tot bepaalde activiteiten
 Voorbeelden: prestatiemotief en gezondheidsmotief
 Leerervaringen zijn belangrijk voor de ontwikkeling van motieven
 Motieven zijn permanent aanwezig, maar komen pas onder specifieke omstandigheden tot
uiting in het gedrag
Motivatie
 Toestand op bepaald moment die iemand aanzet tot bepaald gedrag op dat moment
 Voorbeelden: motivatie om te gaan hardlopen op zaterdag ochtend en motivatie om nog een
keer alles te geven
 Motivatie wordt bepaald door interne en externe factoren
 Motieven zijn slechts een van de interne factoren die de motivatie bepalen; vermoeidheid en
bloedsuikerspiegel zijn voorbeelden van andere interne factoren
Behoefte
 Ontstaat bij een tekort, bijvoorbeeld aan vocht, zuurstof, succeservaringen of aandacht
 Behoefte is van oorsprong vooral gekoppeld aan biologische tekorten, maar heeft ook
betrekking op psychologische behoeften
Drijfveer
 Een behoefte zet aan tot gedrag dat gericht is op de bevrediging van de behoefte en het
opheffen van het tekort, en vormt zo de drijfveer voor gedrag.

, 2.2 Waarom sporten mensen
2.2.1 Motieven om te sporten
 Classificatiesystemen voor het ordenen van motieven
o Murray (1938)  lijst met 12 motieven met oorsprong biologische behoeften en 28
uit psychologische behoeften.
o Reiss en Havercamp (2005)  16 fundamentele menselijke motieven (universeel)
 Motieven om te sporten (4 categorieën)
1. De activiteit hebben voor de personen intrinsieke waarde (vreugde, plezier) en worden
daarom nagestreefd
2. De activiteiten worden gedaan omdat het goed is voor de gezondheid (of men denkt dat
het daar goed voor is)
3. De activiteiten bieden de mogelijkheid zichzelf competent te voelen
4. De activiteiten bieden de mogelijkheid sociale contacten te onderhouden
 1+2  intrinsieke motivatie: de opbrengsten van het sporten liggen bij het sporten zelf
 3+4  extrinsieke motivatie: middel om een doel te bereiken dat buiten het sporten zelf ligt

2.2.2. Wel of niet sporten?
 Genetische opmaak  bepaald aanleg voor bepaalde sporten
 Socialisatie = proces waarmee iemand zich de waarden,
opvattingen, attitudes en gedragsregels van zijn (sub)cultuur
eigen maakt.
 Motieven  intrinsieke plezier, fysiek fit voelen, sociale
aspecten, gevoel van competentie en eigenwaarde, algemene
opwinding van sporten.
o Invloed van motieven mogelijk ondergraven door factoren die negatief effect hebben
op het sporten

2.2.3 Geboortemaandeffect
 Geboortemaandeffect (relative age effect) = verschijnsel dat in een jaargroep de relatief
oudere sporters het beter doen
 Het speelt vooral een grote rol bij sporten waarbij kinderen al op jonge leeftijd worden
geselecteerd.
 In de seniorenteams werden uiteindelijk de relatief jonge spelers juist geselecteerd.
 Verklaring  oudere spelers zijn vaak fysiek sterker, en spelen daardoor beter en vallen
meer op (soort self-fulfilling prophecy). Spelers die relatief jong zijn, hebben het vaak
moeilijker en als gevolg daarvan worden ze mentaal weerbaarder en schoppen het daardoor
uiteindelijk verder.
 Hoe goed het kinderen afgaat zich aan een bepaalde sport te binden en zich erbinnen te
ontwikkelen, wordt deels bepaald door regelgeving rondom die sport.
 Oplossing  bij scouting de oudste spelers een laag getal te geven en de jongste een hoog
getal. Scouts bleken zo minder gevoelig te zijn en hun selectie was minder bevooroordeeld
ten gunste van de oudere kinderen.

2.3 Sportcommitment
 Sportcommitment = geëngageerdheid, betrokkenheid, toewijding, verbondenheid en
vasthoudendheid.
2.3.1 Sportcommitmentmodel van Scanlan
 Volgens Rusbult (1980) is commitment een gevolg van tevredenheid, investeringen en
bepaalde factoren. Er zijn 6 determinanten van sportcommitment

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TamaraHMS. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.27  25x  sold
  • (7)
  Add to cart