Een samenvatting van hoofdstuk 1 van katern 8 van economie boek pincode voor vwo 6. Bruikbaar voor examens. Het behandelt onderwerpen zoals de status van de economie, conjunctuurgolven, overheidspolitiek, en monetair beleid, essentieel voor een diepgaand begrip van macro-economische dynamieken.
1.1
De status van de economie kan je meten in BBP. De groei in BBP is de feitelijke groei, de
werkelijke groei. De potentiële groei is hoeveel de economie zou kunnen groeien aan de
hand van de productiecapaciteit. De productiecapaciteit wordt bepaald door arbeid, kapitaal
en totale factorproductiviteit. Het verschil tussen deze twee is de output gap. Dit wordt
uitgedrukt in percentage van het reëele bbp. De trend/trend matige ontwikkeling geeft de
verwachte gemiddelde groei van het BBP aan voor de toekomst. Door schommeling van de
vraag en dus de feitelijke groei ontstaat een conjunctuurbeweging/conjunctuurgolf.
Laagconjunctuur: De productie ligt onder de trendlijn, er wordt minder geproduceerd dan
verwacht. De groei van het BBP ligt onder 0%. Als de economie 2 kwartalen achter elkaar
krimpt heet dat een recessie. Gevolgen:
- Consumenten besteden minder -> De bezittingsgraad (=het percentage van de
gebruikten productiecapaciteit) krimpt. -> omzet en winst daalt.
- Het vertrouwen in economie is laag. -> minder besteding/investering ->
onderbesteding (=besteding kleiner dan productiecapaciteit)
- Minder besteding -> minder produceren -> minder arbeidskracht nodig ->
conjuncturele werkloosheid. Natuurlijke werkloosheid is altijd aanwezig door
potentiële groei van productie.
- Beperkte vraag -> weinig inflatie
- Beperkte productiecapaciteit -> negatieve output gap
Hoogconjunctuur: De productie ligt boven de trendlijn, er wordt meer geproduceerd dan
verwacht. Besteding zijn hoog zo hoog dat de grenzen van productiecapaciteit worden
bereikt, overspanning. Gevolgen:
- Consumenten besteden meer -> De bezittingsgraad stijgt. -> omzet en winst stijgt.
- Het vertrouwen in economie is hoog. -> meer besteding/investering -> overbesteding
(=besteding groter dan productiecapaciteit)
- Meer besteding -> meer produceren -> meer vraag arbeidskracht -> tekort aan
personeel -> werkloosheid daalt
- Grote vraag maar aanbod beperkt (overbesteding)-> bestedingsinflatie
- Benutten productiecapaciteit -> positieve output gap
Als mensen naar hun geld kijken en daarbij niet op de koopkracht letten is dat een
geldillusie. Ze kijken naar het nominale waarden en niet de reële (na inflatie).
1.2
Hoog of laagconjunctuur kunnen nadelen de overheid heeft in het verleden maatregelen
genomen om grote schommelingen te voorkomen dit zijn ingebouwde stabilisatoren:
- Socialezekerheidsstelsel -> werkloosheidwetgeving
- Progressief belastingstelsel
- Minimumloon
Sommige mensen vinden dat de overheid actief moet regeren met conjunctuurbeleid. Zoals
het anticyclisch conjunctuurbeleid. De overheid stimuleert dan besteding bij laag
conjunctuur (bv belasting verlagen) en bij hoog gestimuleerd (bv overheidsbesteding
beperken). Het is moeilijk om een anticyclisch beleid toe te passen:
- Stand van de conjunctuur moeilijk te bepalen, afnemend of toenemend.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karlijnvanzijl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.03. You're not tied to anything after your purchase.