Stappenplan voor civiele rechtsspraak
1. Naar welke gerechtelijke instantie ga ik? (= absolute competentie)
Ga ik naar de rechtbank (de kantonrechter), de gerechtshof of de Hoge Raad?
2. In welke plaats moet ik zijn? (= relatieve competentie)
Over de rechtbank
Absolute competentie: Je gaat naar de kantonrechter als:
A. Het over strafrecht gaat, dus een overtreding zoals te hard rijden.
Hoewel, bij misdrijven ga je naar de sector strafrecht van de rechtbank.
B. Het over privaatrecht gaat (burgerlijke zaken), maar daarbij wel enkele eisen:
- Competentiegrens: de vordering niet hoger is dan €25000,-
Dit zijn vaak vorderingen die voortvloeien uit overeenkomsten.
Als de waarde niet bekend is, maar het sowieso onder de grens zit, ook naar kantonrechter.
- Als het vorderingen betreft met betrekking tot een bepaalde soort overeenkomst
Dit zijn aardvorderingen, zoals arbeidsovereenkomst, consumentenkrediet,
huurovereenkomst, consumentenkoopovereenkomst etc.
De hoogte is hierbij niet van belang.
Bij alle andere zaken dan deze aardvorderingen, ga je naar de sector civiel van de rechtbank.
Hoofdregel: de kantonrechter heeft één taak: recht spreken: dit noem je unusrechtspraak.
Relatieve competentie:
Hoofdregel: wie eist, reist – een zitting vindt dus plaats in de gemeente van de gedaagde
- Maar: in het geval van een rechtspersoon gaat om de plaats waar deze statutair gevestigd is.
Uitzonderingen op de hoofdregel:
- Consumenten kunnen het aan de rechter van hun woonplaats voorleggen.
- Bij arbeidsovereenkomst kan de eiser kiezen of je naar de woonplaats van de rechter gaat
van de wederpartij óf naar de rechter waar de arbeid wordt verricht.
- Bij strafzaken is de kantonrechter of de sector straf bevoegd van de plaats waar het delict
begaan is.
Meerdere rechters in Nederland
Verdeeld over 11 rechtbanken, met ieder een sector civiel.
- De rechter bij civiele rechtspraak spreekt ook alleen recht (unusrechtspraak)
- Meestal één rechter per zaak, omdat er veel zaken zijn. Alleen collegiale rechtspraak (dus
meerdere rechters op een zaak) als er een ingewikkelde zaak is met maatschappelijke impact
- Naast het civiele recht is er ook de sector straf en de sector bestuur
De 11 rechtbanken zijn onderverdeeld in zittingsplaatsen waar kantonrechters rechtspreken.
Er zijn 4 gerechtshoven, ressorten, waar de arrondissementen onder vallen
Er is maar één Hoge Raad, deze zit in Den Haag
Soms houdt een rechtbank zitting in een nevenzittingsplaats.
Wanneer oordeelt de rechtbank (sector civiel)? Als het over civiele zaken gaat, behalve over die
waarin de kantonrechter op grond van de wet bevoegd is. Dat zijn dus de hierboven genoemde eisen.
Naast de alleensprekende rechter zijn er ook de kinderrechter (gaat over strafrecht en civiel recht),
de politierechter (over gepleegde misdrijven, die niet heel ingewikkeld zijn) en de
voorzieningenrechter (gaat over zaken in kort geding).
Vuistregel: een rechterlijke uitspraak noemt men: vonnis: in een dagvaardingsprocedure
Beschikking: in een verzoekschriftprocedure (minder formeel)
, Over de gerechtshoven
Nederland telt vier gerechtshoven. Een rechter in een gerechtshof noem je ‘raadsheer’. Hier is veel
vaker sprake van de bovengenoemde collegiale rechtspraak dan bij de rechtbank.
Ieder gerechtshof bestaat uit drie kamers: een civiele kamer, een strafkamer en een fiscale kamer.
Zij behandelen alle uitspraken van de rechtbanken waartegen hoger beroep is ingesteld.
Je gaat in hoger beroep als je het geschil verloren hebt maar het niet eens bent met de uitspraak van
de rechtbank, maar dit komt niet veel voor, omdat het bijvoorbeeld teveel zou kosten.
Het gebied waarover een gerechtshof rechtsmacht heeft, noem je een resort. De elf rechtbanken zijn
toegewezen en onderverdeeld over de vier gerechtshoven.
Over de Hoge Raad
De Hoge Raad is gevestigd in Den Haag, als hoogste rechtscollege.
De rechters noem je evenals in het gerechtshof raadsheren. Hier is collegiale rechtspraak het
uitgangspunt: als regel wordt dit met vijf raadsheren gedaan. Alleen bij eenvoudige zaken zijn er
slechts drie raadsheren. Na de rechtbank en een hoger beroep bij het gerechtshof, kun je cassatie
instellen bij de Hoge Raad.
Cassatierechtspraak: als de rechtbank of gerechtshof over een zaak oordeelt, moet ze beantwoorden
1. Wat er feitelijk gebeurd is: vaak is er tegenstrijdigheid tussen beide partijen, dus bij hoger
beroep kan de rechter over de feiten én over het recht oordelen.
2. Wat het toepasselijke recht is
Bij de Hoge Raad ligt dit anders: ze is geen feitenrechter, dus ze oordeelt alleen over het recht.
Wel kent de Hoge Raad eveneens als het gerechtshof de drie kamers: civiel, straf en belasting.
Hoe verloopt een juridische procedure?
Twee delen te onderscheiden: een mondeling deel en een schriftelijk deel.
Vanaf 2019 kun je het schriftelijke deel digitaal procederen, behalve als je als natuurlijk persoon
(mens) geen advocaat hebt ingeschakeld bij de zaak, zoals mogelijk is bij de sector kanton.
In het wetboek staat heel algemeen een uniforme basisprocedure.
1. Een schriftelijke ronde waarin de eiser en de verweerder hun standpunten uiteenzetten
2. Partijen worden opgeroepen door het gerecht voor mondelinge behandeling.
3. Eindigen met de (schriftelijke) uitspraak door de rechter.
Hoe begint een eiser een civiele procedure?
Het schriftelijke deel:
1. Een procesinleiding opstellen: wie de eiser oproept, wat hij vordert en waarom. Hierbij geldt
de substantiëringsplicht: een verplichting om alle rechtsgronden te noemen in de inleiding.
Ook geldt er een bewijsaandraagplicht: precies aangeven hoe de eiser gelijk kan krijgen.
2. De procesinleiding nar het gerecht sturen dat gaat beoordelen.
3. Aan de inleiding wordt een oproepingsbericht toegevoegd: extra info over bijv. kosten.
4. Beide documenten worden naar de eiser toegestuurd. Deze moet ze naar de verweerder
sturen. Dit kan via een brief of mail, maar ook via de deurwaarder: dit noem je ‘betekenen’.
Via een deurwaarder weet de eiser zeker dat de verweerder op de hoogte is.
5. Verweerder moet zichzelf deugdelijk verweren of advocaat instellen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melissavatsamen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.