100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting PSBK $7.50   Add to cart

Summary

samenvatting PSBK

7 reviews
 266 views  16 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting pedagogische systemen in baby en kindertijd, Berns en alle hoorcolleges

Preview 4 out of 59  pages

  • Yes
  • October 14, 2019
  • 59
  • 2019/2020
  • Summary

7  reviews

review-writer-avatar

By: jintevandongen_1 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: miesvantiel • 2 year ago

review-writer-avatar

By: coosjestekelenburg • 4 year ago

review-writer-avatar

By: naomialysia • 4 year ago

review-writer-avatar

By: marijneveld • 4 year ago

review-writer-avatar

By: ashleyl • 4 year ago

review-writer-avatar

By: tommy98 • 4 year ago

avatar-seller
Samenvatting pedagogische systemen in de baby en kindertijd

Hoorcolleges week 1

HC1: Introductie
De pedagogiek streeft op dit moment naar een multidisciplinaire en multiculturele aanpak
waarbij de nadruk wordt gelegd op kansen en diversiteit, en minder nadruk op classificatie.

Empirisch analytische discipline: pedagogiek. Empirisch, analytisch, analytisch,
repliceerbaar, falsifieerbaar, niet normatief. Het gaat om evidence based science.
 Systematisch verzamelen van gegevens
 Realistisch
 Repliceerbaar
 Falsifieerbaar (toetsbaar)
 Niet normatief (pedagoog zegt niet hoe je moet opvoeden).

Normatieve pedagogiek: vroeger werd in de pedagogiek precies gezegd wat je wel en niet
moest doen qua opvoeding. Deze methode noemen we normatief. Nu proberen we juist zo
onbevooroordeeld mogelijk te handelen.

Deinfantilisering: vroeger werden kinderen gezien als kleine volwassenen, later werd de
kinderwereld los gezien van de volwassen wereld. Op dit moment worden kinderen wel weer
volwassener omdat ze door middel van social media onbeschermd toegang hebben tot de
volwassen wereld.

Belangrijke personen:
 René Descartes: rationalisme, positivisme, bestrijden geloof, verlichting (filosofie
religie)
 John Locke: Kind wordt geboren met een schone lei (tabula rasa). Hiermee
impliceerde hij dat hij dat het kind getekent wordt door zijn of haar opvoeding.
 James Whatson: hierbij hoort het behaviourisme. Dit verwijst naar het ‘belonen en
straffen’ systeem.
 Jean Jaques Rousseau: Schreef het boek émile waarin een aanklacht tegen de
maatschappij werd gedaan, zo ook tegen de opvoedingstechnieken in die tijd. In het
boek werd de ideale opvoeding geschetst. Hij vertelde dat het versnellen van de
ontwikkeling niet goed is omdat de ontwikkeling in fasen gaat, die je dus niet kan
overslaan.
 Jean Piaget: bedacht de stadia van ontwikkeling. Op zijn theorie is het volksonderwijs
gebaseerd.
 Micha de Winter: streeft naar hoopgevende sociale pedagogiek. Minder individueel
meer sociaal. Minder focus op probleem, meer op oplossing.

Reform pedagogiek: nieuwe schoolbewegingen zoals dalton en vrije school.

Vom kind aus: uitgaan van de ervaring van het kind.

,Literatuur week 1

Berns 1: de ecologie van het kind
Het gaat erom dat het duidelijk wordt hoe opgroeien in een constant veranderende wereld de
ontwikkeling van een kind beïnvloed door middel van socialisatie.

Ecologie: de wetenschap van onderlinge relaties tussen organismen en hun omgeving

Human ecologie: de biologische, psychologische, sociale en culturele context waarin een
ontwikkelend persoon interactie heeft en de consequente processen die ontwikkelen over tijd.

Adaptation: de modificatie (verschillen tussen individuen met dezelfde erfelijke aanleg als
gevolg van aanpassing aan het milieu) van een organisme of zijn gedrag zodat het zich beter
kan aanpassen aan de omstandigheden van de omgeving.

Demografie: statistische eigenschappen van de menselijke populatie zoals leeftijd, inkomsten,
en etniciteit. Hebben impact op de adaptatie.

Socialisatie: het proces waarbij individuen de kennis, vaardigheden en karaktertrekken
verkrijgen die nodig zijn om deel te nemen als actieve leden van de samenleving.
Factoren die zorgen voor socialisatie zijn ouders, docenten, religie, cultuur, medewerker,
regering, vrienden en de media. proces is. Socialisatie vind plaats:
 Over tijd
 Door interactie met significante personen
 Door middel van communicatie
 In emotionele context

Internalisering: het proces waarin extern gecontroleerd gedrag verschuift naar intern of
zelfregulerend gedrag.

Socialisatie als wederkerig en dynamisch proces. Kinderen beïnvloeden zelf ook de uitkomst
van hun ontwikkeling omdat socialisatie dus een wederkerig. (reciprocal = wederzijds)
 Genen: de gehele samenstelling van erfelijke instructies die gecodeerd zijn in de genen
op het moment van de conceptie.
 Passive Genotype environment interaction: Ouders geven niet alleen hun genen
door, ze verschaffen ook een omgeving en context waarin het kind zich
ontwikkeld. Hiermee wordt verwezen naar de interactie tussen genen en
omgeving die we beschouwen als passief.
Bv. een kind met rijke ouders krijgt stimulerend speelgoed.
 Evocative genotype environment interaction: de genen van een individu lokken
bepaalde reacties uit bij interactie.
Bv. een vrolijk kind zal sneller andere kinderen aantrekken dan een chagrijnig
kind.
 Active genotype environment interaction: Het genotype stimuleert iemand om
actief op zoek te gaan naar een omgeving die daarbij past
Bv. verlegen kind speelt graag alleen.

,  Temperament: aangeboren karaktereigenschappen die de gevoeligheid jegens
verschillende ervaringen en het reactievermogen op sociale interactie bepalen. We
maken onderscheid in 3 verschillende temperamenten:
 Easy
 Slow to warm up
 Difficult
Als het temperament van de ouders/verzorgers (het temperament van de ouders
beïnvloed de opvoedstijl) aansluit op het temperament van het kind dan zal socialisatie
waarschijnlijk soepel verlopen.

 Ouder worden (maturation): verwijst naar veranderingen in de ontwikkeling die
worden geassocieerd met het biologische proces van ouder worden. Als kinderen
ouder worden veranderd de interactie met de opvoeders.

Opzettelijke socialisatie (intentional socialisation): volwassenen hebben bepaalde waardes die
ze constant aan het kind duidelijk maken. Als het kind zich hier niet/wel aan houdt volgt straf
en beloning. Heeft het kind bescherming, wederkerigheid, controle, begeleid leren,
groepsleren nodig? Proximal.

Onopzettelijke socialisatie (unintentional socialisation): interactie is menselijk, dus soms
maak je iets duidelijk zonder dat je dat duidelijk wil maken bv doordat ouders kinderen
onderbreken, en kinderen gestraft worden als zij dat doen kinderen denken dat ze
volwassenen niet mogen onderbreken maar volwassenen hen wel.
Deze kunnen ook gecombineerd worden. Distal.

Ouders worden direct beïnvloed door de veranderingen in de samenleving terwijl kinderen
indirect beïnvloed worden hierdoor omdat de ouders veranderen.

Developmentally appropriate: is vereist dat je de groeipatronen van het kind begrijpt en
hierbij ook rekening houdt met individuele ontwikkelingen. Daarbij is het belangrijk dat het
kind actieve, bij de leeftijd aansluitende betekenisvolle ervaringen mee maakt.

Kinderen door de geschiedenis heen:
Tijd Belangrijke gebeurtenis Behandeling van het kind
e e
14 -16 eeuw Renaissance Kinderen werden behandeld als mini
volwassenen, er werd van ze verwacht dat ze
werkten.
16e-18e eeuw Ontdekking drukpers Kinderen werden behandeld als
‘ongeïnformeerde volwassenen’. Daarom
werden er scholen ontwikkeld om ze te
onderwijzen.
18e-20e eeuw Industriele revolutie Kinderen moesten voorbereid worden op het
volwassen leven in een complexe
samenleving. Er is kinderrecht en
schoolplicht.
20e-21e eeuw Technologische revolutie Kinderen worden gezien als consumenten, er
wordt veel druk op ze gelegd om te presteren
en om onafhankelijk en verantwoordelijk te
zijn.

, Dimensies van diversiteit: die de manier van socialisatie beïnvloeden waaronder leeftijd,
etniciteit, family samenstelling, sociaaleconomische status etc.

Theorie: een georganiseerde set van statements die observaties verklaard, de samenhang laat
zien tussen verschillende feiten of evenementen en voorspelt toekomstige resultaten.

Bio-ecological: verwijst naar de rol die organismen spelen in het vormen van hun eigen
omgeving over tijd.

Piaget’s cognitive development schets the fasen waarin kinderen over het algemeen hun
conceptuele begrip ontwikkelen gebaseerd op hun ervaringen en het ouder worden.
 Zuigelingen en peuters (0-2 jaar): begrijpen dingen die binnen hun verstand en
motorieke mogelijkheden liggen. Ze herkennen dingen aan hoe het voelt proeft en
klinkt.
 Kleuters (3-5): beginnen met het begrijpen van relaties tussen mensen en objecten
maar op een intuïtieve en voor hun logische manier. Bv. mijn oma heeft grijs haar,
deze vrouw is mijn oma want ze heeft grijs haar.
 Basisschoolleerlingen (6-11): gebruiken logica om relaties te begrijpen maar alleen
van concrete personen en gebeurtenissen.
 Adolescent (12 en ouder): kunnen abstract en hypothetische relaties begrijpen en
daarmee kunnen ze problemen oplossen die ze niet direct zelf mee hebben gemaakt.
Bronfenbrenner kijkt verder dan dit.

Bronfenbrenner model: bio-ecologisch model dat die het hele plaatje van de ontwikkeling van
het kind weergeeft met daarin allerlei theorieën verwerkt.




 Microsysteem: eerste basisstructuur van een kind. Het microsysteem bestaat uit de
directe relaties van het kind met anderen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zoehalder. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.50  16x  sold
  • (7)
  Add to cart