Psychodiagnostiek is een gestructureerde aanpak om het proces van oordeelsvorming over menselijke
kwaliteiten en gedragingen in juiste banen te leiden en de belangrijkste fouten hierin te voorkomen.
1.1 Besliskunde
Iedereen is in feite psycholoog want iedereen voorspelt wel eens.
In elk voorspellingsproces spelen steeds twee variabelen een hoofdrol. Namelijk een
beoordelingsmoment nu en een beoordelingsmoment in de toekomst. In de psychodiagnostiek
noemen we dit test en criterium.
Predictieve validiteit: een voorspelling over hoe goed jij als voorspeller zult voorspellen op basis
van eerdere voorspellingen.
1.2 Correlaties
De correlatiecoëfficiënt is een getal tussen de 0 en 1.00 dat de sterkte van de relatie tussen
twee variabelen aangeeft.
1.3 Fouten in ons beoordelingsvermogen
Meest voorkomende fouten m.b.t. beoordelingsvermogen:
o Verstandige fouten
o Overschatten van specifieke kansen
o Beschikbaarheidsheuristiek
o Regressie naar het gemiddelde
o Eerste en laatste indruk
o Voorbarige reductie van cognitieve dissonantie
De kans op 2 samenvallende feiten is altijd kleiner dan de kans op één ervan.
Beschikbaarheidsheuristiek dingen waarover we snel voorbeelden uit ons geheugen kunnen
opdiepen, denk we ook dat ze vaker voorkomen.
Primacy-effect: begin effect
Recency-effect: eind effect
Een van de bekendste theorieën uit de sociale psychologie is de cognitieve
dissonantiereductietheorie van Leon Festinger: Hij ontdekte dat mensen op een zeer krachtige
manier gedreven worden door een streven ideeën onderling en ideeën en hun acties met elkaar
in overeenstemming te houden.
In psychodiagnostiek spreken we van een halo-effect als we op basis van een aantal positieve
zaken die we van iemand hebben gezien aannemen dat hij ook op andere vlakken bijzonder zal
presteren
1.4 Remedies tegen beoordelingsfouten
Contrary Evidence: Als je denkt dat iets niet kan redenen zoeken waarom het wel kan en als dit
gelukt is dan je mening bijstellen.
In de wetenschapsfilosofie heet dit falsificatie
,Hoofstuk 1, samenvatting boek
Psychodiagnostiek maakt integraal onderdeel uit van onze moderne maatschappij. Voortdurend
worden beslissingen genomen over mensen door henzelf of door anderen. De professionele
psychodiagnostiek kan bijdragen aan de kwaliteit van deze beslissingen.
Beslissen is altijd voorspellen. De kwaliteit van een voorspelling kan bepaald worden door de
voorspelling met de uiteindelijke gebeurtenissen te vergelijken. Op basis hiervan kan een
beslissing getypeerd worden als een Valid Positive (VP), een Valid Negative (NV), een False
Positive (FP) of een False Negative (FN).
Wanneer de weerman regen voorspelt en het gaat ook regenen, is dit een Valid Positive. Gaat
het niet regenen, dan is dit een False Positive. Voorspelt hij droog weer en blijft het ook droog,
dan is dit een Valid Negative. Heet hij droog weer voorspelt, maar gaat het toch regenen dan is
dit een False Negative.
Het begrip correlatiecoëfficiënt geeft ons een instrument in handen om het verband tussen
twee variabelen uit te drukken in een exact getal. De correlatiecoëfficiënt is een zeer veel
gebruikt begrip in de psychodiagnostiek. We komen het onder andere tegen wanneer we de
betrouwbaarheid en validiteit van een test in een cijfer willen uitdrukken.
Het menselijke beoordelingsvermogen is niet onfeilbaar. Uit onderzoek zijn verschillende
veelvoorkomende valkuilen naar voren gekomen, zoals het overschatten van specifieke kansen,
de beschikbaarheidsheuristiek, het negeren van regressie naar het gemiddelde, het te veel
gewicht toekennen aan de eerste en laatste indruk, en de voorbarige reductie van cognitieve
dissonantie.
,Deel 1: Wat is psychodiagnostiek?
Hoofdstuk 2: Kenmerken en kwaliteitseisen aan diagnostische instrumenten.
De psychodiagnost onderscheidt zich van het leek in de manier waarop hij inschattingen maakt.
Namelijk met gebruikmaking van wetenschappelijk onderbouwde methoden en instrumenten. Deze
instrumenten zijn onder te verdelen in drie categorieën:
- Interviewtechnieken
- Psychologische testen (persoonlijkheidstesten en intelligentietesten)
- Observatiemethoden (real life of gesimuleerd)
2.1 Drie soorten diagnostische instrumenten
Bij het horen van psychodiagnostiek denken de meeste mensen meestal automatisch aan
psychologische testen, bijvoorbeeld:
o Schriftelijke persoonlijkheidstesten
o Belangstellingslijsten
o Vragenlijsten over normen / waarden / opvattingen / gedragsstijlen
Stijlen van leidinggeven
Stijlen van coping
Cognitieve stijlen
Conflicthanteringsstijlen
Attributiestijlen
o Intelligentietest
COTAN is een kwaliteitskeurmerk voor psychologische testen dat is afgegeven door het NIP, de
beroepsorganisatie voor psychologen)
BIG5-model, persoonlijkheidsmodel waarin persoonlijkheidseigenschappen zijn terug gebracht
tot vijf basisdimensies:
o Extraversie = energie krijgen van contact met mensen
o Altruïsme = een gewoonte
o Consciëntieusheid = gewetensvol
o Openheid = open persoon / open houding
o Neuroticisme = emotionele instabiliteit
Schalen van vragenlijsten zij bij voorkeur terug te voeren tot een grote gemeenschappelijke
factor. Op dat moment is een schaal ‘zuiver’ of ‘homogeen’.
WISC is een specifiek voor kinderen ontwikkelde intelligentietest
Vier manieren om betrouwbaarheid te meten:
o N (N-1) :2
o Splitsingsmethode
o Test-hertest-methode
o Interrator-betrouwbaarheid
, Onderscheid van een aantal vormen van validiteit:
o Construct- of begripsvaliditeit
o Predictieve of criteriumvaliditeit
o Face-validiteit
Categorale kenmerken: zijn eigenschappen die bij een persoon volledig of in het geheel niet
aanwezig zijn (man/vrouw, zwanger/niet zwanger)
Dimensionale kenmerken: zijn eigenschappen/kenmerken die aan te geven zijn maar niet
wel/niet categorieën.
2.3 Cotan
De cotan hanteert zeven criteria:
1. Uitgangspunten en gebruiksdoel
2. Kwaliteit van het testmateriaal
3. Kwaliteit van de handleidingen
4. Kwaliteit van de normen en normgroepen (omvang, diversiteit, specifiteit)
5. Betrouwbaarheid van de test
6. Begripsvaliditeit
7. Criteriumvaliditeit
2.4 Goede instrumenten vereisen goede diagnosten
Drie factoren die een rol spelen bij het toepassen van een goed instrument:
1. De fundamentele attributiefout
2. Base rates en prevalenties
3. Professionaliteit van de diagnost
G = P x S (Gedrag = Persoonlijke eigenschappen x Situatie)
Dat leken en psychologen de invloed van persoonlijkheidsfactoren overschatten en de invloed van
situationele krachten onderschatten is bekend geworden als de fundamentele attributiefout.
De zeven kerncompetenties van een testpsycholoog:
1. Communicatieve en probleem analytische vaardigheden
2. Operationaliseren van begrippen
3. Contextkennis
4. Diagnostische instrumenten (HTM – Hypothese toetsend model)
5. Mentale openheid
6. Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden
7. Sociale en politieke vaardigheden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mcmarix. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.