100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
4VWO - Samenvatting Chemie Overal Hoofdstuk 3 & 4.1-4.2 $4.20
Add to cart

Summary

4VWO - Samenvatting Chemie Overal Hoofdstuk 3 & 4.1-4.2

 0 purchase
  • Course
  • Level

Een zeer gedetailleerde samenvatting (inclusief leerdoelen, kernbegrippen & veel plaatjes) van hoofdstuk 3 & 4.1-4.2 van het boek Chemie Overal. Deze samenvatting telt 10 pagina's en 2445 woorden. Als je deze samenvatting goed leert, is een mooi cijfer gegarandeerd. Voor vragen over deals, inh...

[Show more]

Preview 2 out of 10  pages

  • August 5, 2024
  • 10
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Samenvatting scheikunde hoofdstuk 3 + 4.1 + 4.2


3.1 De bouw van stoffen

Stoffen en hun eigenschappen

- Sommige stoffen geleiden stroom wel (bijv. koper)  geleiders
- Andere stoffen geleiden geen stoom (glas & PVC)  isolators

Stroomgeleiding

- Om elektrische stroom te geleiden, moeten in de stof geladen deeltjes aanwezig zijn die vrij kunnen bewegen.
- Er zijn drie groepen stoffen:
o Stoffen die zowel in de vaste als in de vloeibare vorm stroom geleiden  metalen
o Stoffen die alleen in de vloeibare fase elektrische stroom geleiden  zouten
o Stoffen die niet in de vaste en ook niet in de vloeibare fase elektrische stroom geleiden  moleculaire
stoffen

De bouw van vaste stoffen

- In de vaste fase zitten de bouwstenen van een stof dicht op elkaar gestapeld, als ze in een regelmatig patroon
zijn gestapeld, vormen ze een kristalrooster.

Metalen

- Bij metalen zijn de metaalatomen gestapeld in een kristalrooster = metaalrooster
- Omdat de buitenste elektronen = valentie-elektronen ver van de kern staan kunnen ze makkelijk uit de schil
treden.
o Er ontstaat dan positieve metaalionen, omringd door negatieve vrij bewegende elektronen
- De positieve metaalionen en de negatieve vrij elektronen trekken elkaar aan  een metaalbinding
- In de vaste vorm geleiden de elektronen de stroom, in de vloeibare fase zowel de elektronen als de metaalionen
(omdat ze de vaste plaats verliezen)

Zouten

- Een zout is opgebouwd uit positieve en negatieve ionen, die elkaar aantrekken en een ionbinding vormen.
o Het kristalrooster dat ontstaat, heet een ionrooster.
- In de vaste fase zitten de ionen vast en wordt er geen stroom geleidt, in de vloeibare vorm komen de ionen los
en treedt er wel stroomgeleiding op.

Moleculaire stoffen

- Een moleculaire stof is opgebouwd uit ongeladen moleculen en kunnen geen stroom geleiden.
- De moleculen in het kristalrooster van een moleculaire stof trekken elkaar aan doormiddel van de
vanderwaalskracht, zo vorm de vanderwaalsbinding, Zo vormt zich een molecuulrooster
- In een molecuulrooster zitten moleculen tegen
elkaar aan, dus het plaatje klopt niet




1

, 3.2 Binding in moleculen

Naamgeving van moleculaire stoffen

- Het aantal atomen in het molecuul geef je aan met numeriek voorvoegsels uit Binas 66C
- Als er een atoom is van het eerste stof laat je mono weg, maar als het molecuul later komt noem je het wel.

Atoombinding

- Om aan de octetregel te voldoen kan een atoom elektronen delen met een ander atoom en zo de buitenste schil
een stabiele edelgasconfiguratie geven.
- Omdat H2 elk atoom een elektron deelt hebben beide atomen 2 elektronen in de K-schil
- De twee gedeelde elektronen, het gemeenschappelijk elektronenpaar, houden de kernen
bij elkaar: een atoombinding of covalente binding, de atoombinding is een zeer stere
binding: het kost veel moeite om te breken.
- Het aantal elektronen dat een atoom vrij heeft om te delen noem je de covalentie van
een atoom. Je kijkt naar hoeveel elektronen het atoom nog nodig heeft voor een
edelgasconfiguratie

Structuurformules

- In een structuur formule teken je alle atoombindingen (je geeft ze aan met een streepje).
o Als niet alle bindingsmogelijkheden worden gebruikt treedt er meer dan een binding op
tussen 2 atomen (een dubbel streepje)

Polaire en apolaire atoombindingen

- Het waterstofmolecuul heeft twee identieke waterstofatomen, de elektronen van het gemeenschappelijke
elektronenpaar bevinden zich even dicht bij het ene als het andere waterstofatoom: apolair.
- HCl bestaat uit een waterstof atoom en een chlooratoom. De elektronen van de atoombindingen bevinden zich
meer bij het chlooratoom dan bij het waterstofatoom omdat het chlooratoom iets harder trekt.
o Hierdoor krijgt Cl een kleine negatieve lading (δ-) en H een kleine positieve lading (δ+)
- De kleine lading is een partiële lading, en dit is een polaire atoombinding.
- Om te bepalen welke atoomsoort het sterkst aan de elektronen trekt, gebruik je de elektronnegativiteit, het
atoom met de hoogste trekt sterker en wordt een beetje negatief geladen.
o Deze staan in Binas 40A
- Van chloor is het bijv. 3.2 en van waterstof 2.1. Het verschil (ΔEN) is 1,1




3.3 Bindingen tussen moleculen

Vanderwaalsbinding en faseovergang

Je kunt faseovergangen bekijken door uit te gaan van twee elkaar tegenwerkende effecten:
2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maxvandorsser. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

69052 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.20
  • (0)
Add to cart
Added