100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Inleiding tot het economisch recht (D0T01A), GESLAAGD IN 1E ZIT! $14.31   Add to cart

Summary

Samenvatting - Inleiding tot het economisch recht (D0T01A), GESLAAGD IN 1E ZIT!

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting inleiding tot het economisch recht obv slides en handboek.

Preview 4 out of 49  pages

  • August 5, 2024
  • 49
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Inleiding tot economisch
recht
Wat als de schuldenaar niet vrijwillig nakomt?
Verbod op eigenrichting: verbod om het recht in eigen handen te nemen of om zelf rechter te spelen
-> uitzondering voor wettige zelfverdediging

Recht hebben ≠ recht afdwingen
-> bij misdrijven (= onrechtmatigheid waar een straf1 op staat) komt politie tussen.
Burgerlijke sanctie (= rechtsherstel): doel= oorspronkelijke orde herstellen (minder erg dan straf)
Voorbeeld: gsm wordt gestolen, burgerlijke sanctie= gsm teruggeven, straf= boeten/ gevangenis/ afname recht
etc.

-> In het strafwetboek staan de straffen op bepaalde misdrijven
contract niet nakomen ≠ misdrijf => Politie komt niet tussen;
= burgerlijke/ privaatrechtelijke onrechtvaardigheid

Stappen voor wanneer de schuldenaar niet vrijwillig nakomt :
1) schuldeiser stelt schuldenaar in gebreke,
2) schuldeiser (‘eiser’) stelt vordering in tegen schuldenaar (‘verweerder’) voor rechtbank
= dagvaarding => als hier niet wordt op ingegaan-> vordering bij verstek
3) eiser krijgt, als hij in gelijk wordt gesteld, van rechter een vonnis dat verweerder veroordeeld om
iets te doen/ niet te doen.
- gezag v. gewijsde: rechter heeft altijd gelijk, ook al heeft hij ongelijk.
- geld= voorkeursoplossing in recht
4) Indien h. vonnis finaal is (of eerder als rechter h. zegt) heeft vonnis uitvoerbare kracht (v/d koning)
=> toch niet nakomen= gerechtsdeurwaarden onderneemt stappen (mag geweld gebruiken)

Recht≠ rechtvaardigheid, recht= dwang& geweld
Monopolie v/d overheid, maar ook de overheid getekend door regels:
1. Rechtstaat= overheid onderworpen aan regels
2. Uitvaardigen, toepassen en afdwingen gebeurt volgens (door regels beheerste) procedure
3. Scheiding der machten
a. uitvoerende macht
b. wetgevende macht
c. rechterlijke macht = onafhankelijk
4. Democratie: (indirecte) deelname v/h volk aan uitvaardigen v. regels
5. Grondrechten: fundamentele rechten& vrijheden
sommige zitten in d. grondwet (moeilijk te wijzigen) & sommigen in internationale verdragen
(vb. Europees verdrag voor de rechten v/e mens)

Belangrijk= wie handelt (bevoegdheid) en hoe er wordt gehandeld (procedure)
Wantrouwe staat (reden: wantrouwe onszelf)



1
Sanctie die leed oplegt die verder gaat dan het herstellen v/d onrechtmatigheid

1

,Wat is recht niet?
Recht≠ wet (beslissing wetgever= wet in formele zin)
-> bronnen v. rechten:
- Wet
- Decreet& ordonnantie (vergelijkbaar)
- Rechtsspraak (als h. hof van cassatie beslist ‘een regel moet zo gezien worden’, zal dit gevolgd worden)
- Gewoonterecht (niet meer v. belang)
- Algemene rechtsbeginselen (vb. tegenspraak, niet concreet)
- Verdrag (overeenkomst tussen staten)
- Vorderingen
- Richtlijn
- KB, MB
- Rechtsleer (moet niet gevolgd worden, maar rechter beslist over jouw oordeel=> best wel volgen)

Recht= de voorspelling van wat een rechter zal doen (rechtspraak)
Veel regels spreken elkaar tegen: taak juristen= systeem maken waarin alles uitkomt.

Recht≠ zeker
- Geen boek met regels erin (chaos door verschillende interpretatie)
- Verschillende normen die soms conflicteren
° regels om conflict op te lossen (vb. hiërarchie der normen-> ene regel staat hoger dan andere)
° geen regel=> 2 wetten botsen
- Normen dienen geïnterpreteerd te worden
2 soorten normen: standaarden (vage regel, interpretatievrijheid) & regels (geen interpretatievrijheid)

° jurist vindt altijd een manier om te interpreteren
° “is” (wetenschapper) <-> “ought” (moraal, hoe regel het best zou zijn)
° interpretatieregels
° regels conflicteren soms zelf ook
° geen regels die met zekerheid conflict beslechten (ten einde maken)

Mini-koningskwestie (1990)
*Art. 93 Grondwet:
Indien de Koning in de onmogelijkheid verkeert te regeren, roepen de ministers, na deze
onmogelijkheid te hebben laten vaststellen, de Kamers dadelijk bijeen. Door de verenigde Kamers
wordt in de voogdij en in het regentschap voorzien
Regent = iemand die staatshoofd wordt i.p.v. de koning

* Leopold III:
Politieke onmogelijkheid om te regeren
*Boudewijn:
Wil abortuswet niet onderteken
=> Morele onmogelijkheid om te regeren
=> (Tijdelijk) functie overgenomen door in raad verzamelde leiders + wet ondertekend

Affaire Marie Popelin (1888)
1e vrouw dat afstudeerde in recht (feminist)
Wil advocaat worden, Maar kreeg geen toestemming want ze voldeed niet aan de regels (ze was
vrouw) => gaat naar hof v. cassatie: zelfde afwijzing
- pas in jaren 80-90 worden vrouwen toegestaan als advocate



2

,- vrouwelijk stemrecht= 1948 (tegenstanders= socialisten, voorstanders= katholieken (vrouwen
zullen stemmen zoals de pastoor hen beveelt te stemmen))

Kiekenkot-arrest (27/04/1999)
- KB (koninklijk besluit) over voorwaarden voor uitoefening beroep restaurateur
- Voorwaarden gelden niet voor lichtte maaltijden (vb. soepen, croques, vol-au-vent etc.)
- BV h. kiekenkot serveert gebrade kip
°zit niet in de opsomming=> wet overtreden& wordt vervolgd
°uitbater gaat in beroep
°hof van beroep (Brussel): vol-au-vent is gemaakt met kip => vrijgesproken
°Hof van Cassatie: beslist dat uitspraak v. hof v. beroep niet klopt => arrestatie gaat door.

Wat is recht dan wel?
Recht= de door een overheid georganiseerde ordening v. menselijk gedrag in de samenleving.
- gedrag=> uitwendig gedrag
- Menselijk: incl. organisaties
- Ordening: via normen (wat mag& wat niet) die gehandhaafd worden via sancties

Recht≠ wet
Recht
- objectief recht= geheel v. regels dat uiterlijke gedragingen v. mensen die in een maatschappij leven
regelt en dat wordt afgedwongen door de overheid (“het recht”)
- Subjectief recht: door (objectief) recht beschermde aanspreken op andermans gedrag (“een recht”)

Wet
- Wet in formele zin= beslissingen v/e wetgevende macht
- Wet in materiële zin= algemene rechtsregel met een oorspronkelijk karakter

Niet elke regel v. (obj.) recht vindt zijn oorsprong in een wet (formele zin)  andere rechtsbronnen




Rechtsbronnen




- Internationaal recht: alles wat zijn oorsprong vindt in verdragen
- Supranationaal recht: vanuit EU, wet kan gekozen worden ook bij minderheid
- Nationaal recht: dwingende bronnen (bv. Gewoonterecht, wetten in materiële zin, ARB) &
gezaghebbende bronnen (rechtspraak& rechtsleer)

3

, Hiërarchie tussen normen
- Internationaal/supranationaal > nationaal
- Grondwet > wet in formele zin > administratieve normen
- Bevoegde bron > onbevoegde bron
Hoe sterker de democratische legitimiteit, hoe hoger in rang

De rechtspraak (Belgisch niveau)
- De ‘gewone’ hoven& rechtbanken
° Lossen geschillen op
° Kunnen daarbij toetsen (=checken of het oké is)
Niet: wet in formele zin toetsen aan grondwet
Wel:
- Nationaal recht aan supra- en internationaal recht
- Administratieve normen aan hogere normen
=> wanneer een wet strijdig is met hogere norm=> niet toegepast

- Grondwettelijk hof
° exclusieve controle op de grondwettigheid v. wetten en decreten
° annulatieberoep: strijdig met de GW= vernietigen
° prejudiciële vraag door rechter: rechter stelt vraag aan GH alvorens een uitspraak te
doen=> schending= wet buiten toepassing.

- Raad v. state: geeft advies over ontwerp v/e wet v/d regering& ontwerpen van koninklijk besluit.

° Regering doet hiermee wat hij wil
° afdeling rechtsspraak (na WOII)
*controleert de administratieve rechtsnorm (wanneer je dus ontevreden bent over KB
kan je naar de rechtbank of raad v. state)
*kan wet nietig verklaren

Opdeling ‘gewone’ hoven en rechtbanken




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellie2004. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $14.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77764 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$14.31
  • (0)
  Add to cart