Samenvatting inleiding in de criminologie KUL. Prof. Paoli. Geslaagd eerste zittijd.
Samenvatting is volledig gebasseerd op lesnotities van de lessen van professor Paoli. Dit was voldoende om te slagen met 14/20.
INLEIDING: WAT IS CRIMINALITEIT EN WAT IS
CRIMINOLOGIE
deviant = afwijkend ≠ crimineel -> schadeloos
1. WAT IS CRIMINOLOGIE (inleiding)
o multidisciplinair: meerdere disciplines
o interdisciplinair: integratie van inzichten
2 hoofdkenmerken (Garland)
o empirisch (gebruikt eigen waarnemingen) gegronde, wetenschappelijke aanpak -> strafrecht
en morele discours -> op eigen ervaring gebaseerd
o focus op criminaliteit -> kleiner dan sociologie van deviantie en controle
2 grote projecten
o Lombrosiaanse project: criminologie als wetenschap, oorzaken zoeken
o gouvernementele project: praktische oplossingen, beleidsmatig
definitie
o Sutherland: “the study of the process of law-making, law-breaking and law-enforcing”
-> niet allesomvattend: geen aandacht voor sociale reacties of deviantie
-> te breed: geen focus op strafrecht
o studie van activiteiten die als schadelijk/moreel fout worden beschouwd (incl. hun actoren
en oorzaken) en de criminalisering en preventie ervan
-> ook opsporing en bestraffing daders en herstel schade
-> einddoel: schadebeperking (voor slachtoffers, daders en maatschappij)
3 hoofdthema’s
o criminaliteit/daders, onveiligheid en hun oorzaken
o processen van benoeming van criminaliteit
o strafrechtsysteem, officiële en maatschappelijke reacties op criminaliteit
verschillende methodes, uitgangspunten en aanpak
o methoden: kwantitatief of kwalitatief
o relatieve ontologische en epistemologische uitgangspunten (zie verder)
o aanpak: beschrijvend, verklarend, evaluerend/toetsend, adviserend/voorschrijven
1
,2. WAT IS CRIMINALITEIT
het concept criminaliteit is “in wezen betwist” (Gallie)
o normatief: maatschappij bestempelt iets crimineel als afkeuring
-> morele waarden en politieke keuzes
o complex
strafrecht = houvast/anker
o mechanische wijze: alles wat verboden is is crimineel
=> essentie/logica?
o vertrekpunt maar is beperkt
criminaliteit is daad of nalatigheid die beschouwd wordt als misdrijf en bestraft via strafrecht
2.1 beperkingen strafrechtelijke definities criminaliteit
o niet altijd duidelijk (strafrechtelijke of burgerrechtelijke sancties?)
o dynamisch (vb: overspel, abortus, … -> vroeger crimineel, nu niet meer) -> (de)criminalisering
o verschillen tussen landen (vb: aankoop cannabis) >> relativisme
o negeren/verwaarlozen schadelijke activiteiten van ‘machtige’
personen/bedrijven/overheden (incl. zware mensenrechtenschendingen)
o bestraffen soms gedragingen die voordelig zijn voor sociale vooruitgang (Jezus, Mandela, …)
=> ondanks beperkingen volgen meeste positivisten strafrecht. definities
2.1.1 andere problemen met strafrechtelijke definities
o niemand weet wat precies crimineel is
-> steeds nieuwe misdrijven ingevoerd
o Stuntz: strafrecht omvat 2 onderdelen
- kernmisdrijven (klein deel, iedereen praat erover)
- de rest (opgenomen in strafrecht)
o verschil tussen formele en daadwerkelijke criminalisering (Lacey)
- slechts enkele nieuwe wetten worden effectief toegepast
o onmogelijk om strafrecht inhoudelijk te definiëren
- Ashworth: strafrecht is verloren zaak uit principieel oogpunt
-> geen algemeen principe
- EHRM: enkel formele en procedurele bepalingen om strafrecht en burgerlijk recht
te onderscheiden
2.2 constructivisme: problematisering van legalisme tot nihilisme
o vanaf jaren ’60 problematiseren constructivisten strafrechtelijke definities
- criminaliteit is gevolg van interactie tussen samenleving, daders, andere burgers,
media en vertegenwoordigers van het strafrechtssysteem
o tot uiterste gedreven
- Hulsman: criminaliteit kent geen ontologische realiteit
o soms (vb postmodernisme) vervallen in relativisme en nihilisme
2
,2.3 algemene definities criminaliteit
o Sellin: gevolg van conflicterende gedragsregels
-> elke groep heeft eigen waarden, soms zorgt dat voor conflicten
o Schwendigers: schendingen van mensenrechten
overtreden door imperialisme, racisme, seksisme en armoede -> criminaliteit
internationale gemeenschap erkend bepaalde misdrijven als “crimes against
humanity”
o Hirschi en Gottfedson: daden van geweld of fraude ondernomen uit eigenbelang
(positivisme)
2.4 het begrip criminaliteit afschaffen?
o vooral kritische criminologen -> schade herstellen
o sommige positivisten: “crime-free criminology” Gottfredson
o zemiologen willen criminaliteit vervangen door schade
o Greenfield en Paoli: beklemtoning centraliteit van schade voor criminaliteit en strafrechtelijk
beleid -> empirische inschatting schade en beleid gericht op schadebeperking
criminaliteit en criminologie hebben te maken met morele waarden en normen
2.5 wat is criminologie
2.5.1 MATERIEEL >< FORMEEL VOORWERP
materieel voorwerp: studieobject
o criminaliteit en onveiligheid
criminografie: fenomenologie (kwantitatieve en kwalitatieve vormgeving
etiologie: samenhang met sociaal-structurele en individu-gebonden kenmerken
o benoemingsprocessen criminaliteit
rechtssociologie: reden en manier waarop bepaalde vormen van gedrag
ge(de)criminaliseerd worden en anderen niet
o reactie SL via preventie, misdaadbestrijding, bestraffing, nazorg en andere private reacties
vooral studie politie, gevangenis, alternatieve straffen, herstel etc. (politiestudies,
herstelrecht, victimologie, rechtssociologie)
VS: criminal justice studies
o problemen bij materieel voorwerp
definitie criminaliteit is problematisch
criminologen bestuderen niet enkel statelijk gedefinieerde criminaliteit
-> deviantie/afwijkend gedrag is alternatieve term
formeel voorwerp: methode, achterliggende theorie
o problemen bij formeel voorwerp: multi-, pluri- en interdisciplinaire benadering
pluri/multidisciplinair: inzichten en methoden uit verschillende wetenschappen
interdisciplinair: volledige integratie diverse disciplines (moeilijk te realiseren)
o verschillende disciplinaire invalshoeken, methoden (kwantitatief >< kwalitatief)
o verschillende ontologische en epistemologische uitgangspunten/paradigmata
-> beïnvloeden keuze van onderzoeksmethoden en materiele voorwerpen
3
, 2.5.2 ONTOLOGISCHE UITGANGSPUNTEN
1. extern realiteitsgehalte van de wereld -> kan criminaliteit gemeten worden?
objectieve kennis positivisten >< constructivisme van kwalitatieve wetenschappers
postmodernisten: geen externe wereld, iedereen eigen mening en alle meningen
evenwaardig -> geen waarheid, geen wetenschap mogelijk
2. mensbeeld
klassiek denken (vrije wil, verantwoordelijkheid, straf) >< positivisme (oorzaken,
behandeling, …)
positivisten: gedrag beïnvloed door interne/externe factoren, sociale factoren
3. visie op samenleving
consensusmodel
o wet vormt weerspiegeling van collectieve wil van bevolking en behandelt alle
mensen gelijk
o wetovertreders behoren tot een subgroep die verschilt van de meerderheid
pluralistisch model
o SL is samengesteld uit verschillende groepen die in conflict kunnen komen
o groepen zijn het eens over wijze waarop conflicten moeten worden opgelost
o rechtssysteem is waardenvrij en boven alle conflicten verheven
conflictmodel
o SL is samengesteld uit verschillende groepen die in conflict kunnen komen
o wetgeving en rechtssystemen dienen belangen van wie politiek machtig is,
openbaar belang bestaat niet
2.5.3 EPISTEMOLOGISCHE UITGANGSPUNTEN
epistemologie = manier van onderzoeken en waarheid bereiken
relatie onderzoeker en onderzochte:
o positivisme: afstandelijk en neutraal (onderzoek = doorkijkspiegel)
o constructivisme: betrokken
-> begrijpen welke betekenis aan gedrag gekoppeld is, perspectief, dialoog
2.5.4 ONDERZOEKSMETHODEN MEESTAL BEPAALD DOOR GEKOZEN ONTOLOGIE EN
EPISTEMOLOGIE
kwantitatieve methoden: (neo-)positivisme
o ontologie 1. visie op wereld: externe werkelijkheid, objectief meetbaar
o ontologie 2. visie op mens: deterministisch/probabilistisch
o ontologie 3. visie op SL: consensusmaatschappij
o epistemologie: afstandelijk/neutraal
kwalitatieve methoden
o ontologie 1. visie op wereld: constructivistisch
o ontologie 2. visie op mens: vrije wil
o ontologie 3. visie op SL: pluralistische of conflictmaatschappij
o epistemologie: constructivistisch/geen neutraliteit
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RechtenStudent5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.14. You're not tied to anything after your purchase.