SAMENVATTING BLOED 2
➔ Te kennen medicatie fluo uitroepteken achter
1. DE HEMATOLOGISCHE DIAGNOSTIEK
SYMPTOMEN
➔ Veel van de symptomen van hematologische ziekten kunnen teruggebracht worden tot
beenmerginsufficiëntie
- Daling rode bloedcellen → anemie
o Moeheid
o Hoofdfunctie: Zuurstoftransport en zuurstofvoorziening aan de organen
o Cardiorespiratoir: dyspnoe (bij inspanning), duizeligheid
o Cardiale compensatiemechanismen: Tachycardie en hartkloppingen
- Daling van neutrofiele granulocyten → granulopenie (neutropenie)
o Toename van bacteriële infecties en schimmel- en gistinfecties
o Uiting: neutropene koorts
- Daling van het trombocytenaantal → trombo(cyto)penie
o Bloedingen t.h.v. de huid en mucosae
- Daling van T-lymfocyten (Bv. in kader van AIDS) → lymfopenie
o Virale, protozoaire en fungale infecties
Stoornissen van de stollingsfactoren → bloedingen (t.h.v. spieren en gewrichten)
Orgaaninfiltratie door abnormale cellen in beenmerg, lymfeklieren en andere organen kunnen eigen
symptomen veroorzaken
Lymfoïde tumoren → gestoorde B- en T-celimmuniteit → infecties als gevolg
- Symptomen kunnen teruggevonden worden ikv andere niet-hematologische aandoeningen
- Optreden van deze symptomen → geneesheer aanzetten voor een hematologisch onderzoek van het
bloed (perifeer bloed, stollingsonderzoek)
1
,KLINISCHE TEKENS BIJ FYSISCH ONDERZOEK (NIET KENNEN)
LYMFEKLIEREN
Normale omstandigheden → gezonde volwassenen: alleen inguinale lymfeklieren te voelen
Normale omstandigheden → gezonder kinderen: ook cervicale lymfeklieren
ZOEKEN IN VERSCHILLENDE STATIONS
- Hoofd, hals, supraclaviculair
o Achter de patiënt, t.h.v. de hals → voorste en achterste randen van de m.
sternocleidomastoïdeus en t.h.v. de supraclaviculaire streek
o Voor de patiënt → submentale, submandibulaire, suboccipitale, pre-auriculaire, post-
auriculaire streken. Ook t.h.v. de randen van de m. sternocleidomastoïdeus en
supraclaviculaire streek
- Axillair
o Zittende of liggende houding, gebogen arm patiënt ondersteunen (arm niet te ver verwijderd
van thoraxwant en axillaire streek niet gespannen), met vlakke hand t.h.v. mediale zijde van
de okselholte en diep in de okselholte
- Epitrochleair
o 3 cm proximaal van de mediale epicondylus
- Inguinaal
o Horizontale groep t.h.v. lig. Inguinale
o Verticale groep t.h.v. het gebied van de vena saphena magna
Aantal lymfeklieren niet te voelen → intrathoracaal (mediastinaal en hilair), abdominaal (mesenteriaal en
retroperitoneaal)
ETIOLOGIE VAN LYMFADENOPATHIE
3 GROTE OORZAKEN
- Infectieus
o Viraal (Bv. Epstein-Barrvirus, cytomegalovirus, mazelen, rubella, HIV, virale hepatitis)
o Bacterieel in het drainagegebied van een lokale infectie (Bv. Faryngitis, tandabces, otitis)
▪ Ook: tuberculose, syfilis, brucellose, salmonella
o Schimmels (Bv. Histoplasmose)
o Protozoa (Bv. Toxoplasma)
- Tumoraal
o Lymfomen (Hodgkin lymfomen en niet-Hodgkin lymfomen)
o Leukemieën → Lymfocytaire leukemieën (chronische lymfatische leukemie en acute
lymfoblastische leukemie)
o Macroglobulinemie van Waldenström (lymfoplasmocytair lymfoom met overproductie van
IgM)
o Metastasen van carcinoom
- Inflammatoir (niet-infectieus)
o Auto-immuunziekte: SLE, RA
o Sarcoïdose
Afhankelijk van het orgaan en de klinische toestand zijn er nog andere categorieën van oorzaken
→ medicatie (bv. difenylhydantoïne), hyperthyroïdie
Bij onduidelijke diagnose → lymfeklierbiopsie
→ anatomo-pathologisch, cytologisch, microbiologisch, moleculair onderzoeken
→ immunologische merkers nakijken op weefselcoupes (met flowcytometrie)
ETIOLOGIE VAN SPLENOMEGALIE
- Infecties
o Mononucleosis infectiosa
o Bacteriële endocarditis, tuberculose, brucellose
o Leishmaniose, schistosomiase, malaria
- Inflammatoire en auto-immune ziekten
o Systemische lupus erythematosus, reumatoide arthritis
o Auto-immune hemolytische anemie; auto-immune neutropenie
- Infiltratieve ziekten
o Leukemieën, lymfomen
o Myeloproliferatieve neoplasieën
o Stapelingsziekten (ziekte van Gaucher, ziekte van Niemann-Pick, glycogeenstapeling,
amyloidosis)
o Tumoren en cysten
- Hereditaire hemolytische anemie
o Sferocytose, elliptocytose, thalassemie, sikkelcelanemie (in de beginfase)
- Congestieve splenomegalie
o Levercirrhose
o Trombose van de vena porta, trombose van de venae sushepaticae, obstructie van vena
lienalis
o Congestief hartfalen
- Idiopathisch
HEMATOLOGISCHE DIAGNOSTIEK
- Diagnose stellen uitgaande van
o Anamnese
o Fysisch onderzoek
o Laboratoriumonderzoeken
▪ Perifeer bloedbeeld, stollingsonderzoek (APTT, PT, fibrinogeen)
NORMALE BLOEDWAARDEN VAN HET PERIFEER BLOEDBEELD EN VAN DE BASISTESTEN VAN DE
PLASMASTOLLING
PERIFEER BLOEDBEELD
- Hct = hematocriet, de verhouding van het volume RBC t.o.v. het bloedvolume;
uitgedrukt in percentage
Waarde vrouw: 33-43% Waarde man: 39-49%
- Hb = hemoglobinegehalte, de concentratie van het totaal hemoglobine in het bloed met inbegrip van
dat in de RBC t.o.v. het bloedvolume; uitgedrukt in g/dl
Waarde vrouw: 11,6 – 14,4 g/dl Waarde man: 13,3 – 17,1 g/dl
- RBC = concentratie RBC t.o.v. het bloedvolume = gemiddeld volume van 1 RBC; uitgedrukt in …x1012/l
of …x106/mm3
Waarde vrouw: 3,8-5,1 x1012/l Waarde man: 4,5 – 5,7 x 1012/L
o MCV = mean corpuscular volume = gemiddeld volume van 1 RBC; uitgedrukt in fl
▪ 80-100 fl
o MCH = mean corpuscular hemoglobin = gemiddelde hoeveelheid Hb in 1 RBC; uigedrukt in pg
o MCHC = mean corpuscular hemoglobin concentration = concentratie Hb in een “gemiddelde”
RBC; uitgedrukt in g/dl
- Reticulocyten
Waarde: 0,6-3,7% RBC
- WBC/TRC = concentratie leukocyten/bloedplaatjes t.o.v. het bloedvolume; uitgedrukt in …x109/l of
…x103/mm3
Waarde: 4,2 – 10,3 x109/l of 4000-1000 mm3
o Leukocytaire formule = percentages van de verschillende soorten leukocyten in het bloed
(neutrofiele granulocyten zijn de meerderheid van de witte bloedcellen)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Geneeeskunde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.65. You're not tied to anything after your purchase.