BOEK FO – HOOFDSTUK 1 – DE FINANCIËLE FUNCTIE BINNEN DE ONDERNEMING
1.1 – Goederen- en geldstromen
De kernactiviteiten (primaire proces) van een organisatie leiden tot goederenstromen die vervolgens
weer tot geldstromen leiden. Het beheer van deze geldstromen is een van de taken van de financiële
functie. Het omzettingsproces noemen we het primair proces. De geldstromen die het gevolg zijn
van dit primaire proces noemen we primaire geldstromen. Ook een dienstverlenende organisatie
kan worden weergegeven in een vorm van een goederen- en geldstroom weergave. Een
dienstverlenende organisatie zet arbeid om in een dienst, waarbij gebruik wordt gemaakt van
hulpmiddelen zoals transport.
Financieel zelfstandig zijn betekent dat voorraad liquide middelen + ingaande geldstromen groter
moet zijn dan de uitgaande stromen. Mocht het voorkomen dat dit een keer niet zo is dan moet er
beroep gedaan worden op de vermogensmarkt voor het aftrekken van vreemd/eigen vermogen.
Deze geldstromen van en naar de vermogensmarkt (interest, aflossing, dividend) vormen de
secundaire geldstromen.
De vermogensmarkt bestaat uit de kapitaalmarkt en de geldmarkt. De kapitaalmarkt bestaat uit
vermogensoverdrachten met een looptijd van twee jaar of meer. De geldmarkt bestaat uit
vermogensoverdrachten met een looptijd korter dan twee jaar.
1.2 – Positie van het financieel management
Er is een taakverdeling binnen de organisatie, en het is de bedoeling dat via deze manier alle taken
effectief en efficiënt worden uitgevoerd. Een mogelijk indeling is de functionele indeling. Bij de keuze
voor deze indeling spelen deskundigheidseisen, opleiding en persoonlijke eigenschappen een
belangrijke rol. Door de taken te verdelen kan er specialistische kennis worden opgebouwd. Door
taakverdeling ontstaat er een behoefte aan onderlinge afstemming tussen de werkzaamheden van
de verschillende functionarissen. Het is de taak van de voorzitter van de raad van bestuur (bij een
NV) om deze werkzaamheden op elkaar af te stemmen en het beleid vast te stellen. In de raad van
bestuur zal vaak iemand met een financieel-economische achtergrond zitten om het financiële beleid
van de NV uit te werken en goede contacten te onderhouden met aandeelhouders en met externen
zoals banken.
1.3 – De taken van de financieel manager
De taken van de financieel manager omvatten twee taakgebieden:
1. Treasury
2. Controlling
Treasury
De treasurer is belast met de planning en beheersing van de ingaande en uitgaande geldstromen. De
werkzaamheden zijn toekomstgericht, omdat hij ook een schatting maakt van de toekomstige
geldstromen van een onderneming. Tot de uitgaande geldstromen horen investeringen, lonen,
leveranciersbetalingen, belasting, interest en dividend. Ook het beoordelen van
investeringsvoorstellen behoort tot het takenpakket. Ingaande geldstromen (afnemers) kunnen
gebruikt worden voor herinvesteringen in de onderneming of voor de betaling van interest en
dividend. Mocht de uitgaande stroom groter zijn dan de ingaande moet er worden aangeklopt bij de
vermogensmarkt. Deze bestaat uit particulieren en bedrijven/instellingen met overtollig vermogen.
De treasurer trekt vermogen aan door het afsluiten van een lening of door het uitgeven van
aandelen. Tijdelijke overschotten van liquide middelen kunnen ook aangeboden worden op de
vermogensmarkt door de onderneming. Ook het beheer van vreemde valuta hoort tot de taken.
,Daarbij moeten dus ook valutarisico zoveel mogelijk gereduceerd worden. Beslissingen omtrent de
verhouding vreemd/eigen vermogen horen ook tot het takenpakket.
Controlling
De controller verzamelt en analyseert allerlei informatie. Informatie die nodig is om beslissingen te
nemen noemt men ook wel stuurinformatie. Het opstellen en bewaken van budgetten is daar een
voorbeeld van. Het analyseren van verschillen in budgetten kan een reden zijn voor een
onderneming om het beleid bij te stellen.
Taken controller en treasurer:
Treasurer Controller
- Onderhouden contacten - Registratie en analyse van (financiële)
vermogensmarkt informatie
- Beheer ingaande en uitgaande - Opstellen budgetten en begrotingen
geldstromen - Opstellen winst-en-verliesrekening en
- Risicobeheer balans
- Bewaken kredietvoorwaarden - Analyseren en beoordelen financiële
- Vaststellen optimale dividendpolitiek resultaten
- Regelen pensioenvoorzieningen - Administratieve afwikkeling van de
- Uitvoeren financiële analyses arbeidsovereenkomst en betaling lonen
- Voeren besprekingen en - Vaststellen en voldoen aan fiscale
onderhandelingen over fusie en verplichtingen en tax planning
overname
- Beslissen over leasing/factoring
- Financiering Werking van de vermogensmarkt en de factoren die een rol spelen bij het
aantrekken en beoordelen van vermogen.
- Accounting:
o Management accounting (interne verslaggeving) Verstrekken van informatie aan
managers.
o Financial accounting (externe verslaggeving) Verstrekken van informatie aan
externen.
3.1 – Doelstelling van een organisatie
Een organisatie is een samenwerkingsverband tussen mensen. Het bestuur zal een doelstelling
formuleren zodat gezamenlijk een belang wordt nagestreefd. De doelstelling is richtinggevend voor
het handelen binnen de organisatie. De organisatiedoelstellingen worden ook aan externen bekend
gemaakt zodat zij ook weten waar de organisatie voor staat.
3.2 – Wat is een onderneming
Een onderneming is een organisatie die streeft naar financieel economische zelfstandigheid
(ingaande geldstromen moeten groter zijn dan de uitgaande). Een onderneming is een
profitorganisatie doordat als de geldstromen over de lange termijn positief zijn er winst gemaakt
wordt wat nodig is voor het voortbestaan van de onderneming.
3.3 – Ondernemingsdoelstellingen als stuurinstrument
Het is taak van de onderneming een evenwicht te vinden tussen de verschillende belangen van
betrokkenen bij de onderneming. Voor een goede coördinatie is het belangrijk dat er een duidelijke
doelstelling geformuleerd wordt. Mensen werken in een onderneming samen omdat ze van mening
,zijn dat de eigen belangen door deze samenwerking gediend worden. De leiding zal altijd moeten
zorgen dat het ondernemingsbelang boven het individuele belang gesteld wordt.
3.3.1 – Ondernemingsdoelstellingen in de praktijk
De doelstellingen worden bepaald door overleg tussen de eigenaren en het bestuur van de
onderneming. De aandeelhouders kunnen we globaal in twee groepen indelen:
1. Aandeelhouders die over een lange periode aandelen in de NV aanhouden
(langetermijnaandeelhouders).
2. Aandeelhouders die over een korte periode aandelen in de NV aanhouden
(kortetermijnaandeelhouders).
Het doel van kortetermijnaandeelhouders is het behalen van rentabiliteit op de korte termijn. Ze
verkopen aandelen waarvan de rentabiliteit tegenvalt op de korte termijn en kopen als ze een hoog
rendement verwachten op de korte termijn. Langetermijnaandeelhouders streven naar een hoge
gemiddelde rentabiliteit over een reeks van jaren. We gaan er van uit dat het bestuur van de NV de
belangen van de langetermijnaandeelhouders als uitgangspunt neemt voor de beslissingen. Dit
noemen we value-based management. Het is gericht op het creëren van aandeelhouderswaarde.
Stakeholders zijn de belanghebbenden van een organisatie zoals werknemers en aandeelhouders.
We gaan ervan uit de belangen van de aandeelhouders niet afwijken van die van de werknemers. De
aandeelhouders zijn immers ook gebaat bij goede werkomstandigheden en rechtvaardige
beloningen.
3.3.2 – Aandeelhouderswaarde en balanced scorecard
De balanced scorecard (BSC) is een besturingstechniek die waardecreatie en de belangen van
participanten binnen een organisatie met elkaar in overeenstemming probeert te brengen. De BSC
benadrukt de prestaties van een organisatie vanuit vier verschillende invalshoeken:
- Financieel perspectief: Hoe zien de aandeelhouders ons?
- Klantenperspectief: Hoe zien onze klanten ons?
- Medewerkersperspectief: Zijn we in staat voortdurend te innoveren en te verbeteren?
- Perspectief van interne bedrijfsprocessen: Waarin moeten we excelleren?
Deze vier perspectieven staan centraal in de strategie van de onderneming die is gebaseerd op de
visie. De totale prestatie word in de BSC weergegeven. Financiële kengetallen (financieel perspectief)
worden met kengetallen in verband gebracht met die strategische belangrijke aspecten: klanten,
interne bedrijfsprocessen en medewerkers/leren. De BSC laat een onderneming haar strategie
vertalen in concrete doelstellingen met betrekking tot de vier resultaatgebieden.
3.4 – Waardebegrippen
De waarde van de onderneming kan vanuit een boekhoudkundig en economisch perspectief
benaderd worden. Als we vanuit de boekhouding kijken berekenen we de waarde op basis van het
verleden met behulp van de boekhouding. De economische benadering gaat uit van de verwachte
toekomstige resultaten. Hier krijgen we dus te maken met het inschatten van toekomstige
geldstromen, onzekerheid (risico) en het berekenen van de contante waarde van toekomstige
geldstromen.
Voor de berekening van de waarde van een onderneming gaan we uit van de balans. Er is een
onderscheid tussen de marktwaardebalans en de boekwaardebalans. Bij de boekwaardebalans gaan
we uit van de boekhoudkundige regels. De marktwaardebalans stellen we op door de contante
waarde van te berekenen van toekomstige geldstromen die naar de verschaffers van het eigen en
vreemd vermogen gaan.
, De marktwaarde van het eigen vermogen wordt berekend door de toekomstige geldstromen die naar
de eigenaren vloeien contant te maken. Hier word de vermogenskostenvoet gebruikt. De hoogte van
deze kostenvoet hangt af van het risico dat volgens de vermogensmarkt verbonden is aan de
verwachte geldstromen die de eigenaren in de toekomst zullen ontvangen. Zie voorbeeld 3.2
(intrinsieke waarde).
Het positieve verschil tussen de marktwaarde van het totale vermogen en de boekwaarde van de
totale activa noemt men goodwill.
Aandeelhouderswaarde
Voor het vaststellen van de aandeelhouderswaarde zijn de financiële resultaten belangrijk die met
het geïnvesteerd vermogen gerealiseerd worden. Een onderneming die vermogen aantrekt en dit
vermogen gebruikt voor projecten die achteraf verliesgevend blijken te zijn zullen de waarde zien
dalen en dit kan zelfs verder dalen dan het oorspronkelijk ingebrachte vermogen. De financieel
manager moet de factoren die toekomstig resultaat kunnen beïnvloeden in kaart brengen en
analyseren. Op basis hiervan zal er gestuurd worden van de gewenste verwachtingen en resultaten.
Als blijkt dat resultaten niet gerealiseerd kunnen worden kan een onderneming een
winstwaarschuwing geven, die als het onverwacht komt ongetwijfeld kan leiden tot een daling in de
beurskeurs en dus aandeelhouderswaarde. De financieel manager zal zo moeten sturen dat onder de
feitelijke omstandigheden het maximale financiële resultaat uit een onderneming wordt gehaald.
3.5 – Corporate governance
Corporate governance gaat over de wijze waarop allerlei betrokkenen invloed kunnen uitoefenen op
het beleid van de onderneming. De regels hiervan zijn vastgelegd in de corporate governance code
en de monitoring comissie heeft tot taak de actualiteit en bruikbaarheid van deze corporate
governance code te bevorderen. Deze code heeft betrekking op alle ondernemingen die een
statutaire zetel hebben en waarvan aandelen of certificaten zijn toegelaten tot de handel
(beursvennootschappen). Beursvennootschappen waar effecten worden verhandeld op de
multilaterale handelsfaciliteit en met een balanstotaal van minder dan 500 miljoen zijn uitgezonderd
van de werking van de code.
De code bevat principes en concrete bepalingen die bij een vennootschap betrokken personen en
partijen in acht zouden moeten nemen tegenover elkaar. De code is onderverdeeld in vijf
hoofdstukken:
1. Naleving en handhaving van de code
2. Het bestuur
3. De raad van commissarissen
4. De (algemene vergadering van) aandeelhouders
5. De audit van de financiële verslaggeving en de positie van de interne-auditfunctie en van de
externe accountant
Duurzaam ondernemen
Met duurzaam ondernemen bedoelen we het streven van een onderneming om bij het uitstippelen
van hun beleid ook rekening te houden met de gevolgen voor mens en milieu. Dit wordt ook wel kort
en bondig weergegeven aan de hand van de 3P’s: People, Planet en Profit. Er wordt met duurzaam
ondernemen niet alleen met nu rekening gehouden, maar ook met toekomstige generaties.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Pillowdonut. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.