Samenvatting Poëzieanalyse (Lerarenopleiding Nederlands) (Voor HAN studenten afname tentamen: periode 3, leerjaar 2)
68 views 3 purchases
Course
Poëzieanalyse
Institution
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
Dit is een samenvatting van het vak poëzieanalyse, dat gegeven wordt bij de lerarenopleiding Nederlands. Elk college ( PowerPoint) is helemaal uitgewerkt met bijpassende voorbeelden. Je vindt er alles in terug: rijm op woordniveau, beeldspraak, stijlfiguren, foregrounding, metrum et cetera.
Extra opdracht:
Elke les drie of vier mensen een gedicht voorlezen aan de klas en de onderstaande vragen
beantwoorden:
- Waarom heb je voor dit gedicht gekozen?
- Waardeoordeel? A.d.h.v. argumenten van ‘mooi’
- Wat te doen in de klas?
Wat is poëzie = gevoel, niet oppervlakkig of plat, teksten die gaan over je gevoel en niet
wetenschappelijk onderbouw zijn. Je probeert er meer mee te zeggen, dan dat er staat.
Wat is poëzie = ‘poetry is the kind of thing poets write’.
Poëzie heeft iets ondoorgrondelijks en onttrekt zich aan een sluitende definitie. Het
is moeilijk te bepalen wat poëzie is;
Kenmerken in ons hoofd waarvan wij verwachten dat ze in poëzie aanwezig zijn;
Op basis daarvan vaak discussie over wat poëzie is en of iets wel of niet onder poëzie
valt;
Kenmerk:
Gevoelsuitstoring:
Poëtica (uitgangpunt over hoe we denken over poëzie) van Aristoteles: drie genres:
indeling op thematische grondslag.
Epiek: heldhaftige thema’s (ridders die samen vechten en de een mag dan de
prinses meenemen)
Drama: conflictsituaties (nabootsen van oorlogen)
Lyriek: gevoelsuitstortingen
Het laatste genre, lyriek, zou moeten draaien
om gevoelsuitstorting en vaak wordt die eigenschap ook aan poëzie
toebedeeld. Echter, gedichten geven lang niet altijd een gevoel weer, maar
bijvoorbeeld ook een observatie, een verhaal, een filosofische kwestie of iets
anders. Sterker nog: sommige poëzie zet zich juist af tegen emotie.
Rijm
Metrum (ritme in een gedicht) (kan ook ineens afwijken) (klinkt als muziek met
klemtonen)
Strofebouw
Figuurlijk taalgebruik (supermarkt slogans zijn soms ook poëzie)
Monologische taalsituatie = Niet sprake van twee of meerdere mensen die met
elkaar aan het converseren zijn.
Momentaan = poëzie kent geen tijdsverloop. Een gedicht speelt zich af op precies het
moment dat het gelezen wordt en je hebt geen tijdverloop.
Verheven taal -en beeldgebruik= woordgebruik dat erg lyrisch, schoon, kunstig is.
Proberen met zo goed mogelijke woorden in kaart te brengen wat je denkt.
, Gaat in bijna alle gevallen op:
Harde return (vorm): de rare enters. Zinnen gaan ineen keer over de regels heen en
krijgen ze rare afbrekingen. Breek de regel af, terwijl het eigenlijk gezien de zin niet
eens gebruikelijk is. De regelafbrekingen bij poëzie zijn zorgvuldig gekozen.
Wat is dus poëzie?
De vraag ‘wat is poëzie?’ is lastig eenduidig te beantwoorden (d.w.z. één sluitende
definitie is erg moeilijk te vinden)
De vraag ‘wat valt wel en wat valt niet onder poëzie?’ is te beatwoorden met behulp
van verschillende kenmerken die aan poëzie worden toegeschreven.
Van belang: grondige onderbouwing.
Dat je leert om een goed onderbouwde analyse en interpretatie te geven van een
poëtische tekst, waarbij je je baseert op het materiaal dat je hebt, en niet op eigen
aannames of persoonlijke indrukken.
Niet:
‘Hier is een gedicht. Lees het en schijf maar een op hoe je je daarbij voelt en wat je
denkt dat het betekent. Alles is goed!’
Wel:
‘Hier is een gedicht. Lees het en geef op basis van het taalmateriaal een
onderbouwende analyse. Wat heeft de dichter hier willen uitdrukken of vertellen?’
Verschil tussen proza en poëzie:
Proza: teksten waarbij je als lezer leest van zin naar zin.
Poëzie: leest van regel naar regel. Leest soms over regels heen of breekt zinnen af.
Simon Vestdijk:
Waarom heeft Simon de eerste zin veranderd in de tweede zin?
A thing of beauty is a constant joy constant: op het moment
A thing of beauty is a joy for ever joy for ever: vereeuwiging. Ever heeft ook meer
rijmwoorden.
Het uitgebreide antwoord:
beide varianten betekenen ongeveer hetzelfde, maar verschillen wel:
a constant joy: ononderbroken vreugde: voortdurend zonder ook maar een
minuut te pauzeren
a joy for ever: suggereert alleen maar dat er in de verre toekomst de
mogelijkheid is om blijdschap te voelen over de schoonheid. Onderbreking is
wel mogelijk.
constant: onpoëtisch woord
meer geschikt voor wetenschappelijke verhandeling:
- constanten in de fysica
- zedelijke waardebepaling: a constant character (standvastig karakter)
a constant joy is moeilijk uit te spreken
de tweede t van constant vloeit over in de d-klank van joy (djoy)
joy= beklemtoond, for ever = wegstervend
rijm: “ever” heeft gunstiger voorwaarden voor het rijm.
, ever – never: een woord dat aansluit bij de bespiegelende sfeer
joy – toy, boy: stuk onbruikbaarder voor het gedicht.
Het wezen der poëzie:
“ Wat poëzie is en wat zij betekent kan niet los gezien worden van de communicatiesituatie
waarbinnen zij functioneert. Het poëtische kan dus niet vastgelegd worden in
wezenskenmerken of objectieve teksteigenschappen; teksten worden al lezende tot poëzie
gemaakt, als poëzie gelezen, in een specifiek taalspel dat zijn eigen regels kent” (blz. 8)
Leeshouding van de lezen:
1. lezen volgens de regels van het taalspel
2. poëtische leeshouding
3. betekenis toekennen aan vormaspecten. Kijk naar het taalmateriaal.
Spreekhouding van de schrijver:
1. lyrisch subject of lyrisch ik spreekt de lezer meestal niet toe. (kan vanuit de schrijver
geschreven zijn, maar her ik perspectief hoeft niet per se de dichter te zijn)
2. Aangesprokene (soms genoemd, soms impliciet, soms lyrisch subjectzelf)
3. Lezer speelt luistervink.
Poëzie wordt niet voor jouw geschreven. Een krantenartikel schrijft de schrijver wel voor jou
(hij weet dat er mensen zijn die dat nieuweartikel willen lezen. Hij schrijft dat voor jou).
Poëtische functie van taalgebruik.
de vorm van de boodschap = foregrounding
aandacht voor de manier waarop
Foregrounding:
De taaluiting zelf wordt op de voorgrond geplaatst. De dichter doet hier iets speciaals met de
taal, om of af te wijken of te herhalen. De taaluiting of taalvorm trekt de aandacht, niet
zozeer de boodschap of de inhoud van die taalvorm.
Deviatie: afwijkingen van normaal taalgebruik:
Vandaag wil ik licht glimlachen
voor wie geglimlacht licht wil zie.
Immers, ‘licht’ kan een zelfstandig naamwoord zijn, maar ook een bijwoord. Juist door af te
wijken van de ‘normale situatie’
Of: als in gedicht steeds deftige w worden gebruikt en ineens staat er een heel slordig
w.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannepaulussen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.