Kenmerkende aspecten:
● Opkomst van de handel en ontstaan van steden.
● Opkomst van stedelijke burgerij en toenemende zelfstandigheid van steden.
§4.1 De Lage Landen onder Bourgondiërs en Habsburgers
Er zijn op dat moment twee staten; het West Frankenland (koninkrijk Frankrijk) en Oost
Frankenland (Duitse keizerrijk). De scheiding is de rivier de schelde. In beide gebieden is
sprake van het feodale leenstelsel:
● Dit houdt in dat de vorst een stuk land leent aan een ridder in ruil voor trouw en
bescherming. Leenmannen gaan het bezit nu meer zien als privé bezit en gaan besturen
over hun eigen staatje.
○ Leen mannen zijn uit op vergroting van hun gebied.
Door de stijgende zeespiegel is Texel vanaf nu een Eiland en zijn delen van Holland en Zeeland
onderwater. In 1421 was de Elisabethsvloed die verantwoordelijk is voor het Biesbosch.
De belangrijkste bisschop was die van Utrecht. Duitse keizer benoemt hem Oversticht toe. De
paus verbiedt het in 1122 om bisschoppen te benoemen, dit doet de Duitse Keizer dan niet.
Friesland en de Groningse Ommelanden kennen geen vorst maar wel machtige edelen →
hoofdelingen. Zij bouwen versterkte huizen met de namen stinsen (Fries) en borgen
(Gronings) heten.
Gelre is een graafschap met belangrijke steden als Arnhem en Nijmegen. Er zijn grote
inkomsten door de Rijn Tol. Er wonen hier veel ridders.
Brabant is een hertogdom met belangrijke steden als Leuven en Brussel. Hertog stimuleert
handel van Antwerpen. Hertog profiteert van de handelsroute
Holland en Zeeland
Holland probeert hun gebied uit te breiden naar de West-Friezen, Zeeland en richt Sticht. Einde
van 13e eeuw lukt het graaf Floris V om de West-Friezen te onderwerpen. Floris V raakt in
conflict met leenmannen over de rechten die hij boeren heeft gegeven en wordt gedood in
1296
Filips de Goede krijgt in 1428 na toetreding van verschillende graven bezit over Holland en
Zeeland. De Bourgondiërs waar Filips bijhoort streven naar een groot rijk tussen Frankrijk en
Duitsland.
● Hij wordt hierdoor leenman bij het Franse rijk en het Duits rijk
! Door uitbreiding van het rijk ontstaat er centralisatie. Zelfstandige staatje worden namelijk
gewesten in het Bourgondische rijk.
, Filips maakt op een gegeven moment Brussel de hoofdstad. Als Filips geld nodig heeft vraag hij
de verschillende gewesten een verzoek te doen om belasting te kunnen heffen.
● Vertegenwoordigers van de gewesten komen bij elkaar in 1464 → Staten-Generaal.
Orde van het Gulden Vlies → Orde voor de meest aanzienlijke edelen, Filips de Goede probeert
zo connectie met hen te krijgen. De mensen die hier onderdeel van zijn mogen mee beslissen
over het beleid en moeten geraadpleegd worden als de hertog oorlog wil starten.
Karel de Stoute de zoon van Filips de Goede gaat door met het uitbreiden. Hij verovert
Lotharingen waardoor de rijksdelen beter aansluiten.
● Hij sneuvelt in 1477 op het moment dat hij een poging doet om Zwitserland te
veroveren. De Lotharingen komen in opstand en hij sneuvelt bij Nancy.
Karel de Stoute wordt opgevolgd door Maria. Zij is de dochter van en trouwt met de zoon van
de Duitse Keizer. Zo wordt er verbinding gelegd tussen de twee rijken.
De zoon van Maria en Maximiliaan neemt in 1494 het bestuur van het Bourgondische rijk over.
Hij trouwt met de spaanse Johanna en wordt koning van Spanje.
● 1500 → er wordt een zoon geboren.
§4.2 Geestelijken, edelen en ridders
De samenleving gaat over in een agrarisch-stedelijke samenleving. De samenleving kenmerkt
zich door de standen die er zijn:
1. Geestelijken → 2,0% van de bevolking → Belangrijk door samenbindende factor
2. Adel → 3,0% van de bevolking
3. De rest van de bevolking
Geestelijken → Hebben de kerkelijke macht in handen. Leenheren en mannen vormen de
wereldlijke macht. Beide machten zijn in de middeleeuwen voortdurend aanwezig.
● Hoogste kerkelijke ambten → door adel uitvoert → (aarts)bisschop, abdis en abt
● Vrijen → Monniken, priesters en nonnen.
Om dit te kunnen worden moet je een opleiding volgen. De school is verbonden met kerken en
of kloosters. Vorsten verbinden geestelijken aan hun hof, omdat zij kunnen schrijven en lezen.
Kerkelijke organisatie vormen:
1. Parochies → Pastoor is vertegenwoordiger van kerkelijke macht. Er zijn in deze kerken
aparte banken voor de adel en de mis wordt in het Latijn opgedragen. Financieel
worden zij gesteund door bijdragen van tienden (bewoners)
2. Kloosters → Hier trekken mensen zich terug die god willen dienen. Het motto is; bid en
werk. Mensen zijn gebonden aan regels en een strenge dagindeling.
● Het hart van het klooster → kloostertuin met waterput. Rondom is er een
overdekte kloostergang.
Edelen en ridders → Machtigste deel van de samenleving, het zijn mogelijke vorsten, ridders,
edelen in geestelijke zin of herenboer. Niet alle edelen zijn ruiter ridder en niet alle ridders zijn
edelen.
● Edele wordt je door geboorte
● Ridder wordt je door opleiding, d eze is meestal weggelegd voor de zoon van een edele.
Het o
pleidingstraject kent twee fases:
1. Vanaf ongeveer het zevende jaar → fase van dienaar → P age → Werkt op land van heer
2. vanaf ongeveer het veertiende jaar → fase van schildknaap
Kastelen → Woontoren → Dit zijn huizen van edelen en ridders.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessoverbeek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.