Algemene economie
Hoofdstuk 1: de onderneming en algemene economie
Economie: De wetenschap die het streven naar de welvaart bestudeert.
Welvaart: het beschikken over goederen en diensten voor de bevrediging van
behoeften.
Economisch handelen: het streven naar maximale welvaart met behulp van
schaarse middelen.
Bedrijfsomgeving: alle ontwikkelingen in de omgeving van een onderneming die
invloed kan hebben op inkoop, verkoop, marktontwikkeling, personeel etc.
Macro-economische omgeving: bestudeert alle economische activiteiten op
landelijk en internationaal niveau, door bedrijven niet te beïnvloeden.
Meso economie: bestudeert alle economische activiteiten op het niveau van
economische sectoren en bedrijfskolommen
Micro economie: alle economische activiteiten op het gebied van de huishoudens
en bedrijven in relatie tot het totstandkomen van prijzen (vraag en aanbod) met de
verdeling van de productiefactoren over de productiemogelijkheden.
- Kenmerken van markten en bedrijfstakken
- Klanten/concurrenten/leveranciers/belangenclubs
Sector: groep verwante bedrijfstakken
- Primair: landbouw en visserij (2%)
- Secundair: maakt producten, delfstoffenwinning, industrie en bouw (24%)
- Tertiair: levert diensten, commerciële dienstverlening (48%)
- Quartair: niet commerciële dienstverlening, zonder winstoogmerk, overheid (26%)
Hoofdstuk 2: Markten
Markt: vragers en aanbieders bij elkaar komen, waar vraag en aanbod van een
product elkaar ontmoeten
- Prijsvorming (consumenten vergelijken)
- Probleem; afbakening (product, geografisch)
- Verloop vraag en aanbod
- Prijs/hoeveelheid & vraag/aanbod
- Als er goede prijzen zijn, zal het aanbod stijgen
Bedrijfstak: ondernemingen die dezelfde soort producten met gelijksoortige
productieprocessen maken
- Groepen van markten
- Gelijksoortige behoeften
- Bedrijfstakgenoten zijn concurrenten
Bedrijfskolom (distributiekolom): De bedrijfstakken die een product doorloopt van
oer producent tot consument
- Strijd om de toegevoegde waarde/marge binnen bedrijfstakken
, Economische orde: Het geheel van collectieve waarden normen en instituties die
het economisch handelen bepalen
Waarden: doelstellingen van gedrag
- Zedelijk: vrijheid en gelijk(waardig)heid
- Collectief: basisideeën
Normen: Richtlijn voor het gedrag (wat doe je wel en niet)
Instituties: Wet- en regelgeving en organisaties die het menselijk gedrag regelen
Economische orde: indeling, waar ligt het eigendom van productiefactoren
- Regelt wat en hoe en voor wie geproduceerd wordt
- Criteria om economische systemen te onderscheiden
o Eigendom van de productiefactoren
Kapitalisme -- socialisme
o Coördinatiemechanisme tussen vraag en aanbod
Economische systemen:
- Planeconomie: staatseigendom van de productiefactoren en staatsplanning Karl
Marx
- Gemengd
- Markteconomie: Particulier eigendom van productiefactoren: prijsmechanismen
Waardesysteem: De toegevoegde waarde in de hele bedrijfskolom
Hoofdstuk 3: De vraag
Vraagfunctie: verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid
Vraagcurve: vraagfunctie in een grafiek weergeven (P=prijs, Q=hoeveelheid)
Prijs (mechanisme):
- Prijseffect: inkomenseffect (koopkracht, hoeveel/wat kun je kopen met je geld) +
substitutie-effect (prijsdaling van het product, alternatief)
- Verschuiving langs de vraagcurve, oorzaak: prijs
- Van de vraagcurve: oorzaak behoeften, inkomen en substituten
Consumptiepatroon: de samenstelling van het consumptiepakket ter bevrediging van
de behoeften (preferenties: consumentenvoorkeur)
Prijselasticiteit van de vraag (Epq): Hoe reageert de vraag naar een product, op een
prijsverandering van een product (stijging van de vraag en daling van de prijs)
Procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid (nieuw-oud/oud) Q
Procentuele verandering van de prijs (nieuw-oud/oud) P
-1 < Epq ≤ 0: Inelastische vraag (noodzakelijk goed) ZWAK
Prijselasticiteit van de omzet > 0
Epq < -1: Elastische vraag (luxe goed) STERK
Prijselasticiteit van de omzet < 0
Omzetelasticiteit = Procentuele verandering van de omzet
Procentuele verandering van de prijs
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabelbrinkman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.