100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Parate kennisvragen Ergometrie en Inspanningsfysiologie $10.28   Add to cart

Summary

Samenvatting Parate kennisvragen Ergometrie en Inspanningsfysiologie

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle parate kennisvragen uitgewerkt volgens de exacte tekst die in het boek wordt beschreven.

Preview 2 out of 13  pages

  • August 7, 2024
  • 13
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Parate kennisvragen hoofdstuk 1
1. Wat is aërobe energieproductie?
Wanneer een inspanning erg zwaar is, kan het zuurstofaanbod tekortschieten. In dit geval kan er ook
energie geproduceerd worden zonder zuurstof. Dit proces, waarbij glucose gesplitst wordt, gaat
gepaard met de vorming van melkzuur (lactaat) en wordt ook wel de anaërobe verbranding genoemd.
2. Op welke wijze kan de doorbloeding van een orgaan aan de behoefte worden aangepast?
De bloedvaten bestaan uit slagaders (arteriën), die zich als arteriolen in de organen vertakken. Door
verwijding of vernauwing zijn deze in staat selectief de doorbloeding in de organen te regelen. In de
haarvaten (capillairen) vindt de uitwisseling van de bouwstoffen, zuurstof, koolzuur en afvalstoffen
met de weefsels plaats. Veel capillairen zijn in rust gesloten (door constrictie van precapillaire
sfincters) en gaan bij inspanning open. Via de capillairen stroomt het bloed naar de venulen
(vertakkingen van het veneuze stelsel in de organen) en vervolgens via de grotere venen wederom
naar het hart terug.
Bij inspanning ontvangen de hiervoor belangrijke organen meer bloed, zoals het bewegingsapparaat
en de huid (voor afkoeling). Het aanbod vermindert echter naar bijvoorbeeld de nieren, lever en het
maag-darmstelsel. Uitgebreide voedselinname voor en belangrijke inspanningsactiviteit is dan ook
niet gewenst en kan tot gastro-intestinale klachten lijden (krampen, misselijkheid of zelfs overgeven).
In rust is een deel van het bloedvolume opgeslagen in capaciteitsvaten en wordt dus niet gebruikt om
zuurstof te vervoeren. Tijdens inspanning wordt ook dit deel van het circulerend volume
gemobiliseerd.
3. Hoe hoog is de zuurstofverzadiging van het hemoglobine in veneus bloed?
Het zuurstofdragende eiwit in de rode bloedcellen is het hemoglobine (Hb). Het bloed wordt door het
rechterventrikel door de longen en capillairen om de longblaasjes gepompt. Als zuurstofarm bloed
langs de longblaasjes stroomt, zal er zuurstof van de longblaasjes in het bloed diffunderen, waar het
vervolgens verder diffundeert de rode bloedcel in. Door dit diffusieproces wordt het hemoglobine
bijna volledig met zuurstof verzadigd. Arterieel bloed bevat 98-100% verzadigd hemoglobine (ook wel
saturatie genoemd); veneus bloed ongeveer 70%. Tijdens inspanning wordt door de organen meer
zuurstof aan het hemoglobine onttrokken. De hoeveelheid zuurstof die aan een orgaan wordt
geleverd, is evenredig met de lokale doorstroming, het zuurstofdragend vermogen van het bloed en
het verschil in de hoeveelheid zuurstof in de arteriën en de venen.
4. Wordt de zuurstofafgifte aan de weefsels door een lokaal toegenomen zuurgraad
belemmerd of juist niet belemmerd?
De zuurstofafgifte wordt door verlaging van de pH vergemakkelijkt, die ten gevolge van koolzuur en
melkzuur aanwezig kan zijn door het anaërobe verbrandingsproces.
5. Hoeveel bedraagt globaal het einddiastolisch volume van de linkerventrikel bij een
normaal persoon in rust?
Acute aanpassing van het hart als gevolg van inspanning vindt plaats door toename van de
hartfrequentie (HF) en het slagvolume (SV). In rust bevindt zich normaliter aan het eind van de
vullingsfase (diastole) 100 ml bloed in de linkerventrikel. Dit wordt ook wel het einddiastolisch volume
genoemd (EDV). Hiervan wordt 70 ml uitgepompt. Dit is het slagvolume. De ejectiefractie (EF) is het
slagvolume gedeeld door het EDV. In dit geval is dit dus 70/100 = 70%
6. Wat is chronotrope reserve?
Tijdens inspanning neemt de hartfrequentie toe door toename van de activiteit van het sympathische
zenuwstelsel en een afname van de activiteit van het parasympatische zenuwstelsel. Het verschil
tussen rustfrequentie en maximaal te bereiken hartfrequentie is de chronotrope reserve.
De chronotrope reserve verschilt per persoon en is afhankelijk van factoren als leeftijd, geslacht,
aanleg, de mate van getraindheid en de soort inspanning. Getraindheid, geslacht, aanleg en soort
inspanning hebben geen invloed op de maximale hartfrequentie. De rusthartfrequentie wordt
daarentegen wel beïnvloed door getraindheid en geslacht, waarbij ook leeftijd een rol speelt.
7. Noem een aantal oorzaken van afname en toename van maximale hartfrequentie

1

, Afname:
- Coronarialijden
- Een niet goed functionerende sinusknoop, de gangmaker van het hart (Sick Sinus Syndroom of
SSS)
- Een te langzaam werkende schildklier (hypothyreoïdie)
- Gebruik van medicamenten, die de nervus sympathicus remmen (bèta-sympaticolytica)
- Gebruik van medicamenten die de sinusknoopfunctie beïnvloeden door remming van de
calciuminstroom (bepaalde calciumkanaalblokkers)
Toename:
- Nerveuze personen
- Koorts (febris)
- Bloedarmoede (anemie)
- Een te hoge schildklierwerking (hyperthyreoïdie)
- Een verminderde pompfunctie (decompensatio cordis)
- Longaandoeningen
- Het gebruik van middelen die het sympathische zenuwstelsel stimuleren
8. Noem twee factoren die de contractiekracht van het hart doen toenemen
De bloeddruk wordt door het hartminuutvolume en de totale perifere weerstand bepaald. De
contractiekracht (spierkracht) van het hart neemt toe door:
- Activatie van het sympathische zenuwstelsel
- Toename van de veneuze terugkeer

De mate waarin de contractiekracht kan toenemen, wordt de inotrope reserve genoemd. Tijdens
inspanning neemt door het stijgen van het hartminuutvolume, de systolische bloeddruk toe. Tevens
daalt, door het verwijden van de arteriolen en het opengaan van de capillairen in het spierstelsel en
de huid, de totale perifere weerstand. Het resultaat is dat bij inspanning de systolische bloeddruk zal
stijgen, maar dat de diastolische bloeddruk vaak gelijk blijft of zelfs iets daalt.

Daling van de systolische bloeddruk komt voor bij personen die voor een inspanning erg nerveus zijn.
Daling kan ook een teken zijn van een slechte pompfunctie, van kleplijden (aortastenose) of van
uitgebreid zuurstoftekort (ischemie) van de hartspier. In het laatste geval is er geen inotrope reserve
meer en dit gaat gepaard met duizeligheid, transpiratie en onwelbevinden.

Soms ziet u bij inspanning de bloeddruk sterk stijgen, vooral bij personen met een niet goed
geconditioneerd vaatstelsel zoals ongetrainden, hypertensiepatiënten en diabeten (suikerziekten).

9. Hoeveel bedraagt de zuurstofopname in rust?
De zuurstofopname is recht evenredig met de mate van belasting totdat een maximale inspanning
wordt bereikt. De hoeveelheid zuurstofopname wordt uitgedrukt in liters per minuut (l/min), of
milliliters per minuut per kilogram lichaamsgewicht (ml/kg/min). De uitdrukking in ml/kg/min is
bedacht zodat er een vergelijking gemaakt kan worden tussen personen. Iemand met een hoger
gewicht heeft namelijk automatisch een hogere maximale zuurstofopname in l/min. In rust is de
zuurstofopname ongeveer 3,5 ml/kg/min. De maximale zuurstofopname (VO2max) is de grootste
hoeveelheid zuurstof die voor het metabolisme van een persoon ter beschikking is. Is de belasting
hoger, dan gaat de anaërobe stofwisseling overheersen met forse toename van de productie van
melkzuur (lactaat).
10. Wat is de definitie van de maximale zuurstofopname?
De VO2max wordt bereikt wanneer bij maximale belasting de zuurstofopname een plateauwaarde
bereikt. Dit heet ook wel ‘’steady state’’. Als er bij een patiënt geen plateaufase wordt bereikt door
bijvoorbeeld vermoeidheid, dan wordt de hoogst bereikte zuurstofopname (VO2peak) gebruikt. Vaak
komen beide waarden redelijk overeen. De VO2max is een goede maat voor het maximale
hartminuutvolume en wordt toegepast om de linkerventrikelfunctie te bepalen. Immers, de
zuurstofopname (VO2) door de longen is gelijk aan de zuurstofafgifte in de organen.



2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller davidsteenbeek. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.28
  • (0)
  Add to cart