Dit is een uitgebreide samenvatting van de eerste powerpoint van schadevergoedingsrecht gedoceerd in academiejaar . De lessen werden gevolgd en daarna nog eens via lesopname bekeken om de notities zo goed mogelijk aan te vullen. Het is een zeer uitgebreide tekst maar dit enkel om naast de slides te...
Thema = niet-contractuele verbintenissen tot schadeloosstelling
- Klassiek: buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht (= grootste deel & core cursus)
- Andere schadevergoedingsmechanismen (= nodig om verbanden te zien met core)
o indemnitaire verzekeringen
§ particuliere rechtstreekse eigenschadeverzekering
§ sociale rechtstreekse eigenschadeverzekering (ziekte & invaliditeit)
§ eigenschadeverzekering ten behoeve van derden (arbeidsongevallen)
o wettelijk opgelegde vergoedingsplicht bij verkeersschade WAM-verzekeraars
§ letselschade
§ ongeval zonder vaststelbare aansprakelijkheid
o schadefondsen
PLAN: VOLGORDE BEHANDELING ONDERWERPEN
1
,RECHTSTHEORETISCH UITGANGSPUNT
Studie-object (wat we vooral gaan bekijken) = bestaand recht = lex lata (= het positief recht dat op een bepaalde
tijd, op een bepaalde plaats geldt) ≠ lex ferenda (= wat het recht zou moeten zijn)
RECHT = SOCIAAL FEIT => DUS je moet zoeken naar wat de juridische empirie is – wat kunnen empirisch
waarnemen van het recht? (bv. wat kan ik waarnemen van het SV-recht in de wereld hierbuiten?)
- Ten eerste kunnen we tekst waarnemen (bv. wettekst)
o OOK wanneer de tekst mondeling is, kunnen we het empirisch waarnemen want we kunnen het
horen => zowel wanneer tekst mondeling is als schriftelijk kunnen we het empirisch waarnemen
- Er is nog iets waarneembaar => allerlei conflicten voorgelegd aan rechter – ze doen uitspraken
o je kan ook kijken naar die uitkomst in RS (= wat de rechter doet), niet naar de tekst
§ Bv. veroordeeld voor feit X en rechter kent SV van 1800 euro toe – je kan kijken wat vraagt
de eiser en wat krijgt hij – kijk niet naar motivering, enkel uitkomst
De systematiek en voorspelbaarheid die in de RS zit = RECHT
- die wetmatigheden/regelmatigheden die zitten in rechterlijke uitspraken – die wetmatigheden die
toelaten te voorspellen wat uitkomst is (het gaat dus over de uitkomst gaat het over, niet motivering die
wordt voorspelt) => dat is recht
- Recht of de juridische realiteit zijn de concrete beslissingen in specifieke feitensituaties (= rechtspraak)
o recht = sociaal feit = systematiek in rechtspraak (de systematiek die in de praktijk zit noemen we
recht) => die regelmatigheden/systematiek die we zien in rechterlijk uitspraken zorgt voor
voorspelbaarheid (O.W. HOLMES)
§ We nemen dit standpunt, er zijn andere standpunten
Dan zie je dat rechtsleer (doctrine) = positieve theorie (geen normatieve)
- Theorie (positieve = de lege lata) =/= (normatieve = de lege ferenda)
o die theorie is een poging om in taal weer te geven welke systematiek er in die natuurlijke processen
zit => rechtsleer is de poging om de juridische realiteit te vatten in aantal onderlinge consistente
wetmatigheden
- Bv. Wet van Newton beschrijft dat een voorwerp in rust pas in beweging wordt gebracht indien er een
kracht op werkt => op die manier kan je doctrine begrijpen
o “degene die door diens fout schade verwekt moet die schade vergoeden” => dat is geen
normatieve norm, maar dan ben je een realiteit aan het beschrijven – en als je kan aantonen dat
er gevallen zijn dat schade niet moet worden vergoed dan kan je zeggen dat de theorie niet
helemaal accuraat is – want we vinden rechters die uitspraak doen in bepaalde gevallen waarbij
toch niet moet vergoed worden ingeval van schade (dat is waarmee afgestudeerden
geconfronteerd worden = verschil tussen theorie en praktijk)
- De theorie, de leer is niet anders dan een poging de realiteit weer te geven en daarom dat je ze wetten
noemt – je kan de regels van SV recht wetten noemen zoals je de regels van newton wetten noemt
- talige (in woorden en syntax) weergave van het recht = rechtsleer = doctrine
o Doctrine is talig – doctrine bestaat uit taal – het is talige weergave van recht want recht zelf is in
deze opvatting niet talig – recht is de systematiek die je ziet in de praktijk maar wanneer je die
wilt weergeven wordt het talig => De talige weergave is doctrinaal
o Er is geen taal in een samenleving – kan recht bestaan? Sommige juristen zeggen NEE want recht is
wetten en zonder taal gaat het niet >< Andere zeggen JAWEL want de leer is niet recht maar praktijk
is het recht, en als je vaststelt dat in bepaalde samenlevingen bepaalde conflicten altijd op dezelfde
manier wordt opgelost dan is dat recht – kan dat zonder taal? Ja
2
,- Doctrine botst met bestaand recht
o Bestaand recht = noodwendig niet-talig (ik denk dat dit het recht is) versus doctrine (dit is het recht)
- Doctrine = literatuur? Nee, bepaald inhoudelijk niveau om doctrine te hebben, niet elk boek is doctrine –
pas doctrine als er theorievorming is van de praktijk
o Bv. cassatiedoctrine – cassatie gaat zeggen dit en dit is de regel
- Motivering in rechterlijke beslissing = doctrine ≠ recht (ontologisch)
Rechtsregel = feitelijke wetmatigheid in rechterlijke beslissingen in functie van feiten =/= empirisch
waarneembaar
De rechtsregel zelf is niet waarneembaar, de bestaande rechtsregel kan je niet buiten gaan zien, net zomin je
de wet van de zwaartekracht niet kan zien
- Hoe zit het dan met rechtsregels in wetten zoals art. 1382 BW? die kunnen we toch waarnemen?
o Wet = één van de verschillende bronnen van recht, de wet zelf is geen recht – verschillende bronnen
van recht
§ Niet-juristen denken dat wet = recht – maar juristen weten dat het een hulpmiddel is om
recht te vinden
• DUS: rechtsregel ≠ empirisch waarneembaar (wet = tekst = bron van recht → wet
≠ recht)
- Bestaat (of ‘toont zich’) alleen in de ‘werking’ ervan (‘toepassing’): conformiteit van de beslissingen
o Altijd afhankelijk van de feitenconstellatie
§ Regel toegepast op situatie A+B = vonnis X
§ Regel toegepast op situatie A+C = vonnis Y
o Voorbeeld: diabetespatiënt steelt insulinespuit van andere persoon omdat die noodzakelijk een
toediening moet krijgen op dat moment
§ Regel: geen foutaansprakelijkheid i.g.v. nood (“noodtoestand bevrijdt bij inbreuk op
recht”)
§ Uitspraak:
• Technisch gezien: geen vergoeding voor de spuit nodig
• Maar in de praktijk: zal de spuit moeten vergoeden
§ Evaluatie:
• Regel is te breed: eigenlijk “noodtoestand bevrijdt bij inbreuk op een
gedragsregel, maar niet op een recht”
o Hier: duidelijk inbreuk op eigendomsrecht
o + de rechter zal wel een manier vinden om toch een billijke draai te
geven, tegen de regel in
- De rechtsregel zelf kan je niet lezen – je moet recht niet Plato achtig maar Aristoteles achtig opvatten
o Plato ging ervan uit dat alles wat we zien slechts een schaduw is van de ideeën die bestaan =>
ideeënleer = er zijn ideeën die tijdloos, onveranderlijk en eeuwig zijn – voorwerpen en
eigenschappen zijn voor hun bestaan afhankelijk van ideeën
§ Bv. idee van een cirkel gaat vooraf aan de afbeelding ervan en is niet afhankelijk van het
bestaan van de idee
§ Bv. handeling is rechtvaardig omdat ze deel heeft aan het idee rechtvaardigheid
3
, o Aristoteles zegt die ideeën bestaan niet op zich maar slechts in die schaduw => Aristoteles zet zich
af tegen de filosofie van Plato. Hij wijst Plato’s ideeënleer af, de theorie dat de wereld die wij
kennen bestaat uit kopieën van eeuwige en onveranderlijke ideeën. Aristoteles richt zich in zijn
filosofie juist op de wereld die we met onze zintuigen kunnen waarnemen. In tegenstelling tot
Plato, die dacht dat alles wat je zag een afdruk was van een andere echte wereld, dacht
Aristoteles dat de natuur echt was en de eigenlijke wereld
§ we moeten de rechtsregel Aristoteles achtig opvatten => die regel bestaat enkel in de
mate dat je het terugvindt in de juridische realiteit (in de praktijk)
• bv. kinderen moeten ouders respecteren – is dat een rechtsregel?
o Ja want staat in de wet -> dat is niet genoeg!!!! – je moet geschil in RB
vinden waarbij regel wordt toegepast – sommige zeggen: is dode letter
– het is geen recht, enkel recht in de mate het wordt “toegepast”
§ Het woord “toepassen” is niet echt het juiste woord WANT
dan lijkt het alsof de regel eerst bestaat en dan wordt gebruikt
– dat is niet wat rechters doen – de rechters weten eerder wat
hun oplossing gaat zijn dan de motivering – rechter gaat naar
geval kijken en gaat kijken wat intuïtief de juiste oplossing is, en
dan vraagt hij zich af kan ik dit motiveren – als het niet lukt dan
gaat het niet – maar als het wel lukt dan kan hij voor die
oplossing kiezen (niet eerst: regel gevonden, feiten gekeken en
dan opgelost, wel eerst opgelost, dan regel gezocht om te
verantwoorden DRM toepassen tussen haakjes gezet) – de
regel wordt toegepast = blijkt nuttig te zijn – elke
geformuleerde regel is een theoretische constructie die
bedoeling heeft om bestaande recht weer te geven
o Rechtsregel ≠ empirisch waarneembaar (wet = tekst = bron van recht → wet ≠ recht)
§ bestaat (‘toont zich’) alleen in werking ervan (‘toepassing’) → geformuleerde regel =
theoretische constructie die bestaande recht zou weergeven
In de praktijk discussie over welke formulering het beste het recht weergeeft
- gevolg: voor eenzelfde juridische praktijk zijn er meerdere doctrines
o je kan een beslissing soms op verschillende manieren motiveren, en als je een manier van
motivering meer ziet dan is dat de gangbare doctrine => de taal die de meeste juristen spreken –
maar soms is die taal niet accuraat – je kan het nog accurater weergeven
o Gangbare doctrine = hoe de meeste juristen de realiteit weergeven – de regels die volgens de
meeste juristen het recht accuraat weergeven
§ relativiteit van de gangbare doctrine => gangbare doctrine is een manier om het recht
weer te geven maar het is slechts één manier, er zijn alternatieven mogelijk en misschien
zelfs accuratere voorstellingen
• soms is er alternatieve doctrine die het beter mogelijk maakt te voorspellen wat
er zal gebeuren
§ je wordt veronderstelt dat je de gangbare doctrine kent zodat je de taal kent die de
meeste juristen kennen maar alternatieven zijn mogelijk!!!
- Praktijk: discussie mogelijk over welke regel het recht het meest accuraat weergeeft!
o → daarom aandacht aan alternatieve doctrines voor zelfde bestaande recht
o ‘gangbare doctrine’ = regels die volgens meeste juristen het recht accuraat weergeven
De doctrine zal verschuiven => we kunnen niet voorspellen hoe – maar je moet weten recht is niet veranderd
maar de taal is veranderd, hoe we het recht vertalen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amina05. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.30. You're not tied to anything after your purchase.