HOOFDSTUK 1. OVERZICHT VAN DE STAATSRECHTELIJKE PRINCIPES
Grondwettelijk recht in materiële zijn omvat meer dan de geschreven grondwet. Het bestaat uit de grondregels en
basisprincipes die de inrichting van de staatsinstellingen beheersen, of ze nu zijn neergeschreven of niet.
à Essentie: gericht op de bescherming van de burger tegen overheidswillekeur
Formele grondwet noemt deze principes niet allemaal uitdrukkelijk. Wanneer dat wel gebeurt, wijst dit echter op een
ommekeer, of duidt het aan dat dit principe niet als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Sinds 1993: artikel 1 GW.: België is een
federale staat.
1.1 BELGIË IS EEN GRONDWETTELIJKE STAAT
In een grondwettelijke staat is machtsoverdracht aan vaste regels onderworpen, en worden ook de verhoudingen tussen de
staatsmachten en de verhoudingen met de burger vastgelegd in vaste regels.
à Grondwettelijke regels beperken de staatsmacht.
De fundamentele regels zijn neergelegd in formele rechtsbronnen: grondwet, bijzondere meerderheidswetten, gewone wetten,
gewoonten, algemene rechtsbeginselen, …
Er zijn geen afzonderlijke grondwetten voor de Belgische deelstaten. Er wordt wel een constitutieve autonomie toegekend aan
de deelstaten.
‘Constitutionalism’ = overheid is onderworpen aan materiële grondwettelijke principes die haar beperken en die
overheidswillekeur tegengaan (zoals bv.: principe van de rechtstaat, democratische beginselen, eerbiediging van fundamentele
mensenrechten, …)
1.2 BELGIË IS EEN DEMOCRATIE
Wat is een democratie volgens Abraham Lincoln? ‘A governement of the people, by the people, for the people’
- Van het volk: volk is de bron van macht
o Wat is volk?
- Door het volk: volk neemt deel aan het beleid
o Direct, indirect, participatief, deliberatief?
- Voor het volk: beslissingen dienen het volk
o Wat is het algemeen belang? Evenwicht tussen algemeen belang en individuele rechten? Hoe controleren?
In een democratie wil men macht legitimeren, door burgers te betrekken bij het overheidsbeleid.
1831: representatieve democratie
Artikel 33 Gw.: alle machten gaan uit van de natie à concept van nationale soevereiniteit
België evolueerde meer en meer naar een concreet meerderheidsmodel: deelname aan het beleid is een democratisch
grondrecht (stemrecht geëvolueerd naar: universeel enkelvoudig stemrecht).
De verdeeldheid tussen de taalgroepen heeft van België een consensusdemocratie gemaakt: een democratie waarin structurele
subgroepen in het beleid worden opgenomen.
Deliberatief concept van democratie: wetten zijn legitiem wanneer ze het resultaat zijn van integrale, geïnformeerde en
transparante belangenafweging.
1
,1.3 BELGIË IS EEN RECHTSTAAT
De overheid is gebonden aan het recht, met name aan vooraf vastgestelde, algemeen geldende regels.
Belgische grondwet vermeld niet uitdrukkelijk dat België een rechtstaat is.
Evolutie van de rechtstaat is het Belgische rechtssysteem:
- 1831: artikel 159 Gw.: rechter toetst besluiten aan hoger recht
- 1946: Raad van State: vernietiging van besluiten
- 1971: Smeerkaasarrest: rechter toets wetten aan internationaal recht
- 1980-1983: Grondwettelijk Hof: vernietiging van wetten, decreten en ordonnanties
1.4 BELGIË IS GEBASEERD OP EEN SCHEIDING DER MACHTEN
Montesquieu: “il faut que le pouvois arrête le pouvoir”
à Onderscheidde drie staatsfuncties: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht en verdeelde ze over afzonderlijke
organen.
In België bestaat geen scheiding der machten in de zin van een strikte, functionele machtenscheiding.
Systeem van checks & balances: functies worden verdeeld tussen instellingen, die elkaar controleren. De bedoeling is om
overheidswillekeur te vermijden door machtsconcentratie tegen te gaan.
Scheiding der machten dient het algemeen belang en in het bijzonder de bescherming van de burger.
Principe van scheiding der machten is vooral toegespitst op de verhouding tussen de rechterlijke macht en de andere
overheden. Centraal daarbij staat de onafhankelijkheid van de rechter.
Garanties die rechters beschermen tegen politieke beïnvloeding: statuut beschermd bij wet, loon vastgelegd bij wet, niet
afzetbaar, geen cumul, …
1.5 BELGIË IS EEN FEDERAAL SYSTEEM
Federale systemen, in ruime zin, zijn politieke organisaties die macht verdelen tussen het centrale bestuur en territoriale
deelgebieden.
Artikel 1 Gw.: België is een federale staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten
De werkelijkheid is complexer. België is geëvolueerd van een eenheidsstaat, over een regionale staat, naar een federale staat
met confederale kenmerken of zelfs een confederatie tout court, en ingebed in supranationaal Europa.
Ratio legis federale systemen:
- Bescherming tegen willekeur door verdeling van macht
- Meer economische en militaire slagkracht
- Efficiënter beheer van grote gebieden
- Een manier van multinationaal conflictmanagement
1.5.1 EEN STATISCHE BENADERING
Traditioneel worden staten ingedeeld in drie categorieën: de eenheidsstaat, de federale staat en de confederale staat. Aan elke
categorie wordt vervolgens een aantal kenmerken toegeschreven (zie boek p18).
2
,1.5.2 EEN DYNAMISCHE BENADERING
De statische benadering is om diverse redenen problematisch.
- Niet in staat om de meeste gelaagde systemen van deze tijd onder te brengen, maar verwijst hen naar één amorfe
categorie van hybriden.
- Ze houdt zich strikt vast aan welbepaalde instellingen, ook als er alternatieve instrumenten bestaan om dezelfde
functie te vervullen.
- Ze houdt geen rekening met de eigen dynamiek van multinationale en fragmenterende systemen.
In de werkelijkheid kunnen staatsvormen onderscheiden worden aan de hand van de vraag of zij veel of weinig autonomie
toekennen aan de deelgebieden, en of ze veel of weinig oog hebben voor cohesie of samenhang van het geheel.
In federale staten: veel autonomie voor deelstaten en oog voor samenhang voor het geheel.
De grondwet stelt dat België een federatie is, maar in de werkelijkheid zich inricht als een confederatie.
1.5.3 GELAAGD BESTUUR
Federale staten kennen een gelaagd bestuur: beslissingen kunnen worden genomen op federaal of op deelstatelijk niveau,
deelstaten hebben inspraak op het federale niveau, er bestaan mechanismen om gedeelde bevoegdheden te coördineren of om
ieders beleid op elkaar af te stemmen. Met de Europese Unie komt daar nog een laag bij. Bevoegdheden worden dan verdeeld
over drie lagen, en deelstaten trachten ook inspraak te krijgen op het EU-besluitvormingsniveau.
1.6 BELGIË IS EEN MONARCHIE
Het staatshoofd is een koning en de aanduiding van de nieuwe koning gebeurt door erfopvolging.
Macht van het staatshoofd wordt door de grondwet bepaald en beperkt.
De koning heeft geen persoonlijke politieke macht. Hij is niet afhankelijk van het vertrouwen van het parlement en kan niet door
het parlement worden afgezet. Wel moeten al zijn politieke handelingen en toespraken gedekt worden door zijn ministers.
Erfopvolger wordt niet automatisch koning: hij moet eerst de eed afleggen.
Grondwet ken vele machten en bevoegdheden toe aan de koning. Koning is deel van de wetgevende macht, hoofd van de
uitvoerende macht, neemt hij verordeningen en besluiten, benoemt hij ministers en ambtenaren, verleent hij de graden in het
leger, enz. Hij mag deze handelingen niet stellen zonder dekking door een minister, die politiek ter verantwoording kan worden
geroepen in de Kamer. In werkelijkheid bepaalt de regering welke handelingen er moeten worden gesteld, en verleent de koning
daarbij zijn handtekening.
1.7 BELGIË IS EEN SOCIALE WELVAARTSTAAT
In een sociale welvaartstaat of verzorgingsstaat neemt de overheid primaire verantwoordelijkheid op om zorg te dragen voor
het welzijn van haar burgers, zowel wat betreft gezondheid als onderwijs, werkgelegenheid en sociale zekerheid.
Er zijn sociale grondrechten opgenomen die erop wijzen dat België een sociale welvaartstaat is.
Artikel 23 Gw.
1.8 BELGIË IS EEN DUURZAME STAAT
Artikel 7bis Gw.: doelstellingen van duurzame ontwikkelingen nastreven
3
, Het is gericht tot de overheden en schept geen subjectieve rechten voor burgers.
Het duurzaamheidsbeginsel kan gelezen worden als een leidend principe voor het Belgisch bestuur.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sien7. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.14. You're not tied to anything after your purchase.