Samenvatting van de hoofdstukken 1,2,3,4,7,8,9,10 en 11 van het boek Groepsdynamica. Dit is voor het tentamen van Participatie 2 van het 2e jaar van Social Work aan de Hogeschool Utrecht op basis van de studiewijzer.
Hoofdstuk 1 Inleiding op de groepsdynamica
De mens is een sociaal wezen, we zijn lid van verschillende groepen. De eerste groep waar we lid van
zijn, is ons gezin.
Groepsdynamica gaat over het leven en werken in groepen. Binnen de groepsdynamica doen
wetenschappers onderzoek naar:
- De aard van groepen
- Het gedrag in groepen
- De ontwikkeling van groepen
- De onderlinge relaties tussen groepen en individuen en grotere instituties
1.2 Wat is een groep?
7 meest gebruikte definities van de term ‘groep’:
Doel: een groep is een verzameling mensen die gezamenlijk een bepaald doel wil bereiken. (Politieke
partij).
Interdependentie: Een groep is een verzameling individuen die op een bepaalde manier van elkaar
afhankelijk is. (Projectgroep voor school).
Interactie: Een groep is een verzameling individuen die directe contacten met elkaar onderhoudt.
(Groep binnen werk die met elkaar communiceert).
Perceptie van groepslidmaatschap: Een groep is een sociale eenheid die uit twee of meer personen
bestaat die zichzelf als lid van een groep beschouwen. (Gangs of criminele bendes).
Gestructureerde relaties: Een groep is een verzameling individuen van wie de interacties door een
aantal rollen en normen gestructureerd worden. (Bestuur van een sportclub, allemaal bepaalde
taken).
Wederzijdse beïnvloeding: Een groep is een verzameling individuen die elkaar beïnvloeden. (Tijdens
een wedstrijd).
Motivatie: Een groep is een verzameling individuen die door zich te verenigen bepaalde persoonlijke
behoeften tracht te bevredigen. (Studentenvereniging zijn gemotiveerd door contact die ze opdoen).
Een losse verzameling: bestaat uit verschillende individuen die zich op hetzelfde moment op dezelfde
plaats bevinden, maar geen eenheid vormen.
1.3 Individu of groep?
Er bestaan twee tegenovergestelde standpunten:
- De groepsoriëntatie: gaat ervan uit dat mensen die zich als groep verenigen een nieuwe
social eenheid in het leven roepen met haar eigen regels, attitudes, opvattingen en
gebruiken. (Drukheim).
- De individuele oriëntatie: Stelt dat er zonder individuen geen groepen zouden bestaan en
legt het accent op het individu in de groep. (Allport).
Middenpositie (Asch). Het is belangrijk om de eigenschappen van individuele groepsleden te kennen,
maar groepen moeten als opzichzelfstaande verschijnsel bestudeerd worden.
1.4 Belang van groepen
1
,Kennis van de groepsdynamica kan helpen inzicht te krijgen in hoe groepen werken en
aanknopingspunten bieden om effectieve groepen te creëren.
Gezinsleven: Inzicht in de groepsdynamica is van essentieel belang voor het in stand houden van een
levensvatbaar gezinsleven. (Overlapt met (sociale) systeemtheorie).
Bedrijfsleven: Kennis van de groepsdynamica is onmisbaar voor een effectief bedrijfsleven.
Onderwijs: Inzicht in de groepsdynamica is van wezenlijk belang voor het onderwijs.
Gezondheid: Kennis van de groepsdynamica is van essentieel belang voor de geestelijke
volksgezondheid.
Inzicht in de groepsdynamica en het bezig van sociale vaardigheden die het leven in kleine groepjes
vereist, kunnen je even op verschillende manieren veranderen.
De sociale systeemtheorie en systeembenadering
Systeemdenken: Bij verklaringen de kijk op het geheel houden.
De sociale systeemtheorie: Wordt de nadruk gelegd op de circulaire processen die zich afspelen in
groepen. Gedrag van een persoon is altijd een reactie op het gedrag van een ander persoon.
Systeembenadering en systeemtherapie: Kijkt men naar het gezin als geheel om problemen en
probleemgedrag te kunne analyseren en te verbeteren.
Verschillende niveaus van systemen:
- Als eerste het individu (persoon met het probleem).
- Dyadische subsystemen (kleine sociale systeem van twee mensen).
- Gehele gezin als systeem (alle gezinsleden dragen bij aan het in stand houden van het
probleem).
1.5 Groepsstructuur
Belangrijkste aspecten van de groepsinteractie als we een beeld willen krijgen van de
groepsstructuur: Rollen en normen. Rollen differentiëren de verantwoordelijkheden van de
groepsleden, normen integreren de activiteiten van de groepsleden tot een geheel.
1.6 Soorten productieve groepen
Er zijn vier soorten groepen, namelijk:
- Pseudogroep: een groep waarvan de leden met elkaar moeten werken terwijl zij daar geen
belang bij hebben.
- Traditionele groep: bestaat uit mensen die te horen hebben gekregen dat zij met elkaar
moeten werken en deze opdracht accepteren.
- Effectieve groep: de leden zetten zich in om hun eigen succes en dat van de anderen zo groot
mogelijk te maken.
- Zeer succesvolle groep: beantwoordt aan alle criteria van een effectieve groep en presteert
boven verwachting.
1.7 Hoe je een effectieve samenwerkende groep creëert
Hoofdlijnen van wat een groep doet:
- De gestelde doelen bereiken.
- Positieve werkrelaties tussen de groepsleden in stand te houden.
- Zich aanpassen aan de veranderende omstandigheden in de omgeving.
2
,Verschillende richtlijnen effectieve groep”
- Doelen: Stel duidelijke, operationele en relevante groepsdoelen vast die een positieve
wederzijdse afhankelijkheid tussen de groepsleden creëren en bij elk groepslid een sterke
mate van betrokkenheid oproepen.
- Communicatie: Zorg voor effectieve communicatiepatronen zodat de groepsleden hun
gedachten en gevoelens op accurate en heldere wijze met elkaar kunnen uitwisselen.
- Betrokkenheid: Zorg ervoor dat alle groepsleden bij het leidinggeven en het deelnemen aan
de groep betrokken worden.
- Macht: Zorg ervoor dat het leiderschap over alle groepsleden verdeeld wordt en dat de
invloed die groepsleden kunnen uitoefenen varieert, afhankelijk van de behoeften die de
groep op een bepaald moment heeft.
- Besluitvorming: Stem de besluitvormingsprocedures af op de eisen die de situatie met zich
meebrengt.
- Discussie: Zorg voor constructieve controversen. Laat de meningsverschillen tussen
groepsleden duidelijk naar voren komen en geef hun de mogelijkheid om elkaars conclusies
en argumenten in twijfel te trekken.
- Conflicten: Zie conflicten onder ogen en los ze op constructieve wijze op.
- Sociale omgang: Zorg voor positieve aandacht voor de individuele bijdragen van iedere deel
nemer in de groep en benadruk vaardigheden.
1.8 Hoe groepen zich ontwikkelen
Twee categorieën:
- Zich-herhalen-fasetheorieën: deze theorieën richten zich op de vraagstukken die, telkens
opnieuw, de groepsinteractie domineren.
- Opeenvolgende-fasetheorieën: deze theorieën houden zich bezig met de ontwikkelingsfasen
van een groep.
Tuckmans ontwikkelingsfasen:
- Definiëren en structurerende procedures.
- Volgen van de groepsprocedures en de onderlinge kennismaking
- Onderkennen van gemeenschappelijke belangen en het opbouwen van vertrouwen
- Verzet en differentiatie
- Betrokkenheid bij groepsdoelen, groepsprocedures en groepsleden
- Productief functioneren
- Afsluiting
Hoofdstuk 2 Effectieve samenwerking
Sociale interdependentie: mensen zoeken elkaar op om doelen te bereiken die voor een afzonderlijk
individu onhaalbaar zijn.
De twee stappen naar effectief functioneren van een groep:
1. De doelen en de manier waarop die doelen bereikt worden, zijn duidelijk gespecificeerd en
meetbaar.
2. De sociale interdependentie moet gestructureerd worden
Vertrouwen is essentieel voor succes.
3
, 2.2 Wat is een doel?
Het belang van het hebben van een doel als groep:
1. Doelen geven richting aan ons gedrag. Zij sturen, kanaliseren en bepalen wat de groepsleden
doen.
2. Doelen motiveren ons gedrag. Doelen zijn onze beweegredenen en inspireren ons. Geen
doel, geen motivatie.
3. Zonder doelen kan het functioneren van een groep niet beoordeel en geëvalueerd worden.
Hoe moeten we een activiteit beoordelen als deze geen doel heeft?
4. Doelen vormen de basis voor het oplossen van conflicten. Conflicten tussen groepsleden
kunnen opgelost worden omdat zij gezamenlijk iets willen bereiken.
2.3 Het opstellen van doelen
Om effectieve doelen op te stellen, zijn er twee methoden:
- De enquêtefeedbackmethode. Vraag aan andere groepsleden wat zij belangrijk vinden. Met
de gewonnen informatie worden er doelen opgesteld en de verwachtingen omschreven.
- De kritischetrajectmethode of programma-evaluatiemethode . Er wordt omschreven welke
eindsituatie de groep wilt bereiken. Vervolgens wordt er gekeken naar welke doelen hiervoor
bereikt moeten worden.
Operationele doelen zijn doelen met herkenbare, concrete stappen die naar het doel moeten leiden.
Operationele doelen hebben een aantal voordelen:
1. Bevorderen communicatie tussen groepsleden.
2. Ze helpen de groep bij het plannen en uitvoeren van de taken
3. Zij vergemakkelijken het evalueren van het groepsproces en het groepsproduct
4. Conflicten over welke acties de groepsleden gaan ondernemen zullen bij operationele doelen
eerder langs relationele en analytische weg opgelost worden.
2.4 Aspiratieniveau
Groepsdoelen laten zien welke wensen en verwachtingen de groepsleden hebben. Het
aspiratieniveau bestaat uit het compromis tussen het beoogde ideaal qua doel en realistische
verwachtingen om dat doel te behalen. Lewin ontwikkelde een theorie over de wijze waarom
mensen doelen voor zichzelf en hun groepen bepalen. De theorie gaat ervan uit dat ons in een
bepaalde situatie bepaald resultaat voor ogen staat, en dat we dit doel, afhankelijk van de uitkomst,
naar boven of naar beneden bijstellen. (Als we een 9 willen, streven we naar een 9).
2.5 Verborgen agenda’s
Individuele doelstellingen die sterk van de groepsdoelen verschillen, kunnen verborgen agenda’s
worden. (Persoonlijke doelen waarvan andere groepsleden geen weet hebben en die in strijd zijn
met de belangrijkste groepsdoelen).
Methoden om de saamhorigheid te bevorderen:
- Als je met een nieuwe groep begint: doelen moeten grondig besproken worden
- Wanneer de groep aan de slag is gegaan: de groep is tegelijkertijd op twee niveaus actief: de
doelen realiseren en het verwezenlijken van de doelen van de individuele groepsleden.
Kijken of er persoonlijke agenda’s ontdekt kunnen worden
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romelubbers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.