Samenvatting Inleiding in het Nederlandse recht - Inleiding tot de Rechtswetenschap (JUR-1INLRW1)
36 views 1 purchase
Course
Inleiding tot de Rechtswetenschap (JUR1INLRW1)
Institution
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Book
Inleiding in het Nederlandse recht
Samenvatting van de voorgeschreven stof uit 'Inleiding in het Nederlandse recht" (Verheugt) voor Inleiding tot de Rechtswetenschap (B1) aangevuld met schema's en stappenplannen.
Samenvatting studieboek
Verheugt
Hoofdstuk 1: Rechten in het algemeen.
PARAGRAAF 1: INLEIDING
In de samenleving heeft het recht de taak om – zo mogelijk – conflicten te
voorkomen en bestaande conflicten op te lossen.
Het recht tracht de vrede in de samenleving te bewaren door de belangen van
de gemeenschap en de belangen van de individuele leden van samenleving te
beschermen.
Rechtsregels hebben als doel om menselijke gedragingen te ordenen en daarmee
ook te uniformeren. Ze zijn immers voor iedereen gelijkelijk van kracht.
Wordt bereikt door het vaststellen van voorschriften. (verboden en geboden)
‘’Jij moet!’’ & ‘’Jij mag niet!’’
Wanneer je je niet aan de rechtsregels houdt, staan daar sancties op.
De meeste rechtsregels beogen door het voorschrijven van gedrag een zekere
gerechtigheid te bevorderen.
- Je mag niet stelen.
Bij andere rechtsregels speelt de doelmatigheid een rol.
- Verkeer van rechts heeft voorrang. = doelmatig ordenen van het verkeer.
- Let op: ook hier is sprake van het bevorderen van de gerechtigheid. Wanneer
deze regel wordt nagestreefd zal er minder letsel en schaden in het verkeer
zijn.
Kern van het recht: het gedrag van mensen in hun onderlinge verkeer ordenen en
uniformeren, waarbij vanuit een perspectief van een rechtvaardige samenleving
ieders belangen zo veel mogelijk worden gerespecteerd en veiliggesteld.
Deze regels moeten worden gehandhaafd, er wordt toezicht gehouden op de
handhaving hiervan. Houd je je niet aan deze regels? Dan volgt er een bestraffing.
Het recht kent daarom veel regels die betrekking hebben op het beslechten van deze
geschillen.
Het recht kent 2 kanten: enerzijds stelt het regels (wetten) op waaraan men zich
dient te houden, anderzijds stelt zij regels op die betrekking hebben op het bestraffen
wanneer de eerstgenoemde soort regels niet nageleefd worden.
PARAGRAAF 2: DE RECHTSBRONNEN
Wat verstaan we precies onder ‘recht’?
Het geheel van geldende rechtsregels.
Onder het positief recht vallen alle nu in Nederland geldende rechtsregels.
,Fatsoensnormen, moraal en religie behoren niet tot het positief recht.
Ook regels die nog niet zijn ingevoerd of regels die zijn afgeschaft behoren niet tot
het positief recht, hoewel ze soms nog wel invloed uitoefenen op het positief recht;
ze hebben geen rechtskracht.
De termen ‘positief recht’ en ‘objectief recht’ staan gelijk aan elkaar maar worden
vaak in specifieke gevallen gebruikt.
Kenmerken objectief recht:
1. Bedoeld om de verhoudingen tussen personen te ordenen door aan hen
bevoegdheden en verplichtingen toe te kennen.
2. Algemeen geldend en abstract
3. Dient ertoe om in de concrete werkelijkheid steeds te worden toegepast zodra
het in de regel beschreven geval zich voordoet.
Bijv. wanneer er verkiezingen zijn uitgeschreven wordt art. 4, GW van belang,
want op grond daarvan kunnen alle meerderjarigen in Nederland hun stem
uitbrengen. Art. 4, GW is dus een voorbeeld van objectief recht.
Kenmerken subjectief recht:
1. De bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een regel van objectief
recht ontleent.
Bijv. zo ontleent iedere individuele Nederlander aan art. 4, GW een eigen
bevoegdheid om zijn stem te mogen uitbrengen.
- Iedere meerderjarige Nederlander heeft in dit geval een subjectief recht om te
mogen stemmen.
‘Recht’ heeft ook nog een tweede betekenis, nl.:
Een recht is een aan het objectieve recht ontleende, individuele bevoegdheid.
Concreet: de twee betekenissen van ‘recht’ zijn:
1. Algemene regels → objectief recht → law
2. Individuele bevoegdheid → subjectief recht → right
Niet alle regels zijn rechtsregels. Wanneer is een regel een rechtsregel?
Een regel is een rechtsregel wanneer het afkomstig is uit één van de vier
rechtsbronnen.
1. De wet
2. De jurisprudentie
3. De gewoonte
4. Verdragen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties
Jurisprudentie = aanvulling op de wet. De rechter legt bijv. een onduidelijke
wetsregel uit door het maken van een nadere regel of formuleert zelfstandig een
nieuwe regel. Als andere rechters deze regel in latere geschillen ook toepassen, is er
sprake van jurisprudentie.
- Heeft dezelfde rechtskracht als het wettelijke recht.
De gewoonte = gewoonten die niet in de wet zijn vastgelegd, maar die daar wel als
bindende rechtsregels worden beschouwd en nageleefd. Bijv. iets wat van generatie
op generatie mondeling wordt doorgegeven. De rechter beoordeeld eerst de
geldigheid van de gewoonte voordat hij het eventueel toepast.
,Verdragen = verdragen zijn afkomstig van volkenrechtelijke organisaties waartoe
Nederland behoort.
Volkenrecht = het internationale publieksrecht
PARAGRAAF 3: NATIONAAL EN INTERNATIONAAL RECHT
Soevereiniteit: ieder land is in beginsel vrij zijn eigen wetgeving te regelen.
Het hoeft geen bemoeienis van buitenaf te dulden; het heeft zijn eigen recht.
Kortheidshalve internationaal recht: ook het verdrag is in Nederland één van de
rechtsbronnen, het nationale recht bevat dus ook recht van internationale oorsprong.
Volkenrecht: het internationaal recht dat rechtsregels bevat over het verkeer tussen
staten onderling en het verkeer tussen staten en volkenrechtelijke organisaties 1.
Verdragen, besluiten van volkenrechtelijke organisaties en regels van
gewoonterecht.
Verdrag: schriftelijke, bindende regeling.
Er bestaan verschillende verdragen:
- Verdragen waarbij allen de betreffende autoriteiten wederzijds verplichtingen
aangaan.
- Verdragen waarbij wetgevers, van de aangesloten staten, verplicht worden tot
het maken of het aanpassen van wetgeving.
- Verdragen waarin rechtsregels opgesteld zijn die direct, zonder tussenkomst
van de nationale wetgever, invloed hebben in een land. Bijv. EVRM
- Verdragen waarbij bevoegdheden tot bestuur, rechtspraak en wetgeving
worden opgedragen aan een internationale organisatie.
Bijv. Europees unierecht
De Raad van Europa: na WOII door een aantal West-Europese staten opgericht.
Deze Raad heeft o.a. gezorgd voor het EVRM als reactie op de oorlogspraktijken.
Monistisch systeem: rechtsregels uit een verdrag kunnen direct deel uitmaken van
het nationale recht zonder dat daar de nationale wetgever eerst van pas komt.
- Vrijwillige beperking van soevereiniteit.
Wanneer nationale regelgeving in strijd is met de internationale regelgeving, heeft de
internationale regelgeving voorrang.
Artikelen 93 en 94, Grondwet bepalen de positie van het internationaal recht in de
Nederlandse wetgeving.
PARAGRAAF 4: MATERIEEL EN FORMEEL RECHT
Het Nederlands positief recht bestaat enerzijds uit regels die aan personen rechten
verlenen en/ of plichten opleggen, en anderzijds uit regels die aangeven hoe
geschillen over de juiste toepassing van deze regels in concrete gevallen moeten
worden beslecht in een juridisch proces.
1
Bijvoorbeeld: Europese Unie
, Materieel recht = regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van
personen onderling.
Gericht op inhoud
Komen we in het dagelijks leven veelvuldig tegen
Formeel recht = regels die over de wijze van procederen bij de rechter gaan.
Synoniem: procesrecht
Komt pas in beeld wanneer er moeilijkheden ontstaan bij het materieel recht. `
In alle rechtsgebieden, met uitzondering van het staatsrecht, worden regels
ingedeeld in ‘materieel’ en ‘formeel’ recht.
- Strafrecht: materieel strafrecht + strafprocesrecht
- Bestuursrecht: materieel bestuursrecht + bestuursprocesrecht
- Privaatrecht: (materieel) privaatrecht + burgerlijk procesrecht
Wat houdt hoger beroep in?
Hoger beroep is een belangrijk rechtsmiddel dat door partijen kan worden
aangewend wanneer hun rechtsgevoel onvoldoende door de uitspraak van de
rechtbank is bevredigd. Een hoger beroep wordt voorgelegd aan een ‘hoger’
rechterlijk college.
PARAGRAAF 5: DE RECHTSGEBIEDEN
Het staatsrecht
Het staatsrecht bevat de regels die betrekking hebben op de organisatie van de
Staat en zijn organen en op de bevoegdheden van die organen. Ook omvat het de
verhouding tussen burger en staat en de mogelijkheden die de burgers hebben om
invloed uit te oefenen op het functioneren van de diverse staatsorganen.
Het wettelijke fundament van het staatsrecht wordt gevormd door de Grondwet.
Dateert uit 1815
1983: voor het laatst ingrijpend veranderd.
Hoofdstuk 1 van de Grondwet gaat over de grondrechten.
De grondrechten zijn speciaal: berusten op de gedachte dat de mens meer is dan
alleen onderdaan van een staat en dat de overheid dat meerdere heeft te
eerbiedigen.
- Grondrechten bieden bescherming tegen inmenging van de staat in
fundamentele vrijheden van de mens.
Soorten grondrechten:
Vrijheidsrechten = bijv. de vrijheid op godsdienst, de vrijheid van meningsuiting en
het recht op eerbiediging van de persoonlijke sfeer.
Politieke rechten = geven de burger zeggenschap over de samenstelling van de
overheidsinstellingen.
- Bijv. het kiesrecht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller skidnuelp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.