Samenvatting van alle stof neuropsychologie. Samenvatting in het Nederland behalve de begrippen en veel gebruikte concepten, omdat het tentamen ook in het Engels is.
Bevat alle stof van de colleges:
- evolution and function of the neurons
- synaptic transmission and memory
- drugs and hormones
- r...
Functie van het brein is gedrag produceren, dit doet hij door:
- Informatie te ontvangen van de buitenwereld
- Informatie te integreren in een zintuigelijke realiteit
- Verwachtingspatronen op te stellen
- Spieren aan te sturen
Soorten gedrag:
- Relatively fixed behavior = aangeboren gedrag
- Relatively flexible behavior = afhankelijk van leren
Hoe meer complex het nervous system is, hoe meer complex de hersenen zijn, hoe meer complex het
gedrag kan zijn.
Filosofie van het brein:
- Mentalism Aristoteles = mind staat los van het lichaam en is niet-materieel, terwijl het
lichaam dit wel is. Het brein blijft dus ook door bestaan als het lichaam sterft. Gedrag van
mensen wordt bepaald door iets wat niet meetbaar is. Psyche = bepaald menselijk
bewustzijn, percepties, emoties, imagination, mening, desire, plezier, pijn, geheugen en
redeneren.
- Dualism Descartes = zowel de non-materiële mind als het materiële lichaam dragen bij aan
gedrag. De mind zorgt voor al het rationele gedrag. De mind is door het lichaam verbonden
aan de pineal gland van de hersenen.
Problemen:
o Pineal gland is betrokken bij biologische ritmes, niet bij intelligentie of
gedragscontrole
o Vloeistoffen worden niet van de ventricles gepompt om bewegingen te controleren
o De invloed van een non-materiële matter op een materiële matter is niet in lijn met
de law of conservation of matter and energy = mind-body problem = een materieel
iets kan niet bestuurd wordt door iets niet-materieels.
- Materialism Darwin = gedrag is een functie van het zenuwstelsel (nervous system) zonder
dat de mind een losse substantie is. Gedrag dat zich aanpast aan de omgeving vergroot de
kans op overleving, wat de kans op het overgeven van die genen vergroot. Hierdoor
overleven aan de best aangepaste soorten = natural selection.
Het brein is plastisch neural tissue heeft de vaardigheid om zich aan te passen aan de wereld door te
veranderen hoe de functies georganiseerd zijn.
Epigenetics = de studie van verschillen in expressie van generen gerelateerd aan de omgeving en
ervaringen. Epigenetic factors veranderen je genen niet, maar beïnvloeden hoe deze opereren.
,Nervous system:
1. Central nervous system CNS = medieert gedrag
a. Brain = produceert gedrag
,i. Forebrain = hogere order bewust gedrag
1. Cortex = oppervlak hersenen
a. Neocortex = dunne laag opgevouwen tot 6 lagen
zenuwcellen die verschillende mentale activiteiten
reguleren, waaronder zintuigelijke verwerking
gyri = bollingen in lagen
Sulci = hollingen in lagen
i. Association cortex = alles van de neocortex behalve
de primary sensory en motor cortices die cognitie
produceren. Het ontvang informatie die grotendeels
, al verwerkt is door andere delen van het brein
(thalamus)
b. Allocortex = 3 of 4 lagen zenuwcellen aanwezig in structuren
van het limbische systeem (cingulate cortex, hippocampus,
amygdala) en ook in het olfactory system
Cingulate cortex =
controleert motivatie,
aandacht en self-
monitoring
2. Lobes / cerebrum = 4 verschillende; bewuste controle van beweging
a. Frontal = spraak, spierbeweging, plannen, beslissingen
maken en executief functioneren (hogere orde van gedrag).
Coördineert informatie die komt van de parietal en temporal
regions. Bepaald ook over substantiegebruik.
i. Prefrontal cortex (ligt over de frontale kwab heen) =
lange termijn doelen, anticipatie van emotionele
gebeurtenissen en cognitieve interpretatie. Ontvangt
info van de amygdala, de dorsomedial thalamus en
de posterior parietal en de dopaminergic cells in de
ventral tegmental area. Hij stuurt info door naar de
amygdala en de hypothalamus waardoor hij het
automatic nervous system beïnvloedt. Hij speelt een
rol in het ontwikkelen van plannen om doelen te
bereiken, reguleert emotie en controleert
bewegingen. Plant complex gedrag.
1. De dorsolateral regio stuurt info naar de
posterior parietal cortex, de cingulate cortex,
de basal ganglia en de premotor cortex
waardoor hij beweging en geheugen
beïnvloedt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sterrem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.