2 grote delen: arbeidsrecht & socialezekerheidsrecht
1. Arbeidsrecht
= Arbeidsrecht is een verzameling van regels die de verhouding tussen werkgevers en
werknemers regelt. Het uitgangspunt is dat werknemers vaak in een zwakkere positie
verkeren ten opzichte van hun werkgever. Dit komt omdat hun belangrijkste bron van
inkomen, hun salaris, afhankelijk is van hun werk bij de werkgever.
2. Socialezekerheidsrecht
= Sociale zekerheid zorgt ervoor dat werknemers,
overheidsmedewerkers en zelfstandigen altijd in hun
levensonderhoud kunnen voorzien. Het bestaat uit
verschillende sociale verzekeringen die gezamenlijk helpen bij
risico’s zoals ziekte, ouderdom of kinderen opvoeden.
Naast sociale zekerheid, die op verzekeringen is gebaseerd, zijn
er ook bijstandsprogramma's. Deze bijstandsprogramma's
(zoals het leefloon en maatschappelijke dienstverlening) bieden
een minimuminkomen aan iedereen, ongeacht hun verzekeringsstatus. Dit wordt
sociale bijstand genoemd.
Historische groei
19de Eeuw Arbeidsomstandigheden en Wetgeving
Stakingsverbod: Werknemers mochten het werk niet stoppen.
Werkmansboekje: Werd gebruikt om problematische werknemers te straffen door
hun loon af te nemen. Je kon alleen werk krijgen met dit boekje.
Cijnskiesrecht: Alleen rijke belastingbetalers hadden stemrecht. In 1893 werd
algemeen stemrecht ingevoerd, maar arbeiders hadden weinig stemrecht omdat ze
weinig belastingen betaalden.
Arbeidsomstandigheden: Er waren lange werkdagen, kinderarbeid en geen
ziekteverlof. Dit leidde tot opstanden in 1886.
Eerste Sociale Wetgeving: Ontstond als reactie op de slechte omstandigheden van
arbeiders en de noodzaak voor bescherming van zwakken.
Arbeidsrecht: toepassingsgebied
1. Personeel toepassingsgebied
Het arbeidsrecht dat geldt zowel voor:
o wn’ers in de particuliere sector (bv.: arbeider op Sidmar)
,Academiejaar 2024
o contractanten overheidssector bv.: leerkracht Rooms Katholieke Godsdienst die niet
vastbenoemd is
o ( soms ook statutairen (vastbenoemden)
2. Materieel toepassingsgebied
Het AR kan worden onderverdeeld in 4 delen.
a) Individueel arbeidsrecht
Het regelt de arbeidsovereenkomst tussen een WG en een individuele WN.
Kern = arbeidsovereenkomstrecht
b) Collectief arbeidsrecht
Verhouding tussen werkgevers en de collectiviteit van werknemer.
Omvat: rechtsregels omtrent de vakbondsvrijheid, de paritaire comités en
bedrijfsorganisatie, de collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s)
c) Arbeidsreglementering
= verwijst naar het geheel van maatregelen door de overheid genomen om de wn te
beschermen bij de uitvoering van hun arbeid. Hieronder horen de normen thuis die
betrekking hebben op: het onthaal van de wn’s, de arbeidstijdregeling, het loon, de
bescherming van jongeren en vrouwenlijke wn’s, welzijn op het werk,…
d) Het sociaal handhavingsrecht
= regelt de organisatie van het toezicht, de publiekrechtelijke afdwingbaarheid en de
sactionering van het arbeidsrecht.
3. Toepassingsgebied volgens de plaats
= het Belgische arbeidsrecht geldt binnen de grenzen van het nationaal territorium van
toepassing op alle wn die er tewerkgesteld zijn, ongeachte nationaliteit!
Wnr de tewerkingstelling een grensoverschrijdend karakter heeft, bijvoorbeeld wnr
buitenlanders in België werken, is het evenwel mogelijk dat bepaalde aspecten van de
arbeidsverhouding worden geregeld door vreemd recht.
Andere vormen van tewerkstelling
1. Zelfstandige arbeid
Aannemingsovereenkomst: Een contract waarin de aannemer werk verricht voor een
opdrachtgever, vaak tegen betaling. Dit bevat afspraken over werk, prijs, termijnen,
garanties, en aansprakelijkheden, en wordt veel gebruikt in de bouw en andere
dienstensectoren.
Toepasselijke rechten: Ondernemingsrecht en burgerlijk recht gelden, niet de
beschermende regels van het arbeidsrecht. Partijen hebben grote vrijheid in hun
contractuele afspraken.
,Academiejaar 2024
Contractvrijheid en gelijkheid: Beide partijen kunnen vrij en gelijkwaardig de
voorwaarden van het contract onderhandelen en overeenkomen.
2. Ambtenaren
Onderworpen aan statutaire regels: Ambtenaren zijn ondergeschikt aan hun werkgever
volgens statutaire regels, waarbij hun positie en verantwoordelijkheden worden bepaald
door wetten en voorschriften, niet door individuele contracten.
Bestuursrecht: Ambtenaren moeten hun taken uitvoeren volgens bestuursrechtelijke
regels en principes.
Contractanten: Naast ambtenaren zijn er ook contractanten die voor de overheid werken
en onderworpen zijn aan het arbeidsrecht.
3. Onbelast bijverdienen
Diensten van burger aan burger: Occasionele, betaalde diensten van privé-persoon
aan privé-persoon.
Verenigingswerk: Betaalde diensten aan vzw's, feitelijke verenigingen en openbare
besturen (geen vrijwilligerswerk).
Vanaf 1/1/2022 geldt een uitgebreide regeling (art. 17 RSZ-besluit) voor
werkgevers in sport- en socioculturele sectoren, met vrijstelling van sociale
bijdragen voor een maximaal aantal uren.
2021: Tijdelijke regeling voor verenigingswerk in de sportsector, met 10%
solidariteitsbijdragen voor de organisatie en 10% belastingen voor de
verenigingswerker.
2022: Verenigingswerkers in de socio-culturele sector kunnen zich tot 300 uur per
jaar betaald inzetten, met een maximum van 100 uur per kwartaal (190 uur in het
derde kwartaal). In de sportsector is dit opgetrokken tot 450 uur per jaar, met een
maximum van 150 uur per kwartaal (285 uur in het derde kwartaal).
4. Handhaving van het sociaal recht
Moeilijke handhaving:
o Individuele werknemers vs. werkgevers: Werknemers zijn vaak te zwak om
hun rechten af te dwingen vanwege ongelijke machtsverhoudingen, beperkte
middelen of angst voor ontslag.
o Rol van ondernemingsraad (OR) en vakbonden (VA): Zij ondersteunen de
belangen van werknemers, adviseren, bemiddelen en onderhandelen met
werkgevers over arbeidsvoorwaarden, maar hebben niet het laatste woord bij
conflicten.
Arbeidsgerechten:
o Eerste aanleg: arbeidsrechtbank: Behandelt geschillen over
arbeidsovereenkomsten en sociale zekerheid.
, Academiejaar 2024
o Territoriale bevoegdheid: De rechtbank in het gebied waar de onderneming is
gevestigd, behandelt het geschil.
o Beroep: arbeidshof: Hoger beroep tegen beslissingen van de
arbeidsrechtbank.
o Bijzonderheid: Arbeidsrechtbanken hebben soms lekenrechters en
vakbondsvertegenwoordigers naast professionele rechters.
Arbeidsauditoraten:
o Onder leiding van arbeidsauditeur: Onderzoeken en vervolgen inbreuken op
sociaal recht.
o Auditoraat-generaal: Hogere instantie onder leiding van procureur-generaal,
met toezichthoudende en coördinerende rol.
o Vervolgen van sociale misdrijven: Overtredingen zoals fraude met sociale
zekerheidsuitkeringen en illegale arbeid.
o Adviseren over openbare orde: Geven advies over zaken die publieke
belangen en veiligheid raken.
o Samenstellen van dossiers: Voorbereiden van zaken voor rechtbanken, vooral
bij sociale zekerheidsgeschillen.
Arbeidsinspectie:
o Toezicht op arbeidsrechtelijke normen: Controleren naleving van
arbeidswetten en -normen in bedrijven.
o AD Toezicht op sociale wetten: Naleving van sociale wetten zoals
arbeidscontracten en loonbetalingen.
o AD Toezicht welzijn op het werk: Toezicht op arbeidsomstandigheden en
veiligheid.
o Inspectiediensten:
RSZ-inspectie: Controleert naleving van sociale zekerheidsbijdragen.
RVA-inspectie: Controleert werkloosheidsuitkeringen en
arbeidsbemiddeling.
RIZIV-inspectie: Controleert naleving van ziektekosten- en
invaliditeitsverzekeringen.
Sociaal strafrecht:
o Strafsancties voor niet-naleving: Bevoegdheid van de correctionele
rechtbank, strafvervolging door arbeidsauditoraat.
o Sancties: Meestal administratieve geldboetes, strafrechtelijke procedures zijn
uitzonderlijk.
5. Bronnen
Internationale bronnen
Verenigde Naties (VN), Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), Organisatie voor
Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), Raad van Europa: Verdragen
en richtlijnen die normen vaststellen voor arbeidsomstandigheden, mensenrechten,
milieu en corruptie.
Europese Unie (EU) verdragen, verordeningen en richtlijnen: Beïnvloeden nationale
arbeidswetgeving.
Verdragen buiten internationale organisaties: Bilaterale en multilaterale
overeenkomsten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eleniehamerlinck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.64. You're not tied to anything after your purchase.