100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting vwo4 thema's maatschappijleer h3 $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting vwo4 thema's maatschappijleer h3

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Een samenvatting van hoofdstuk 3 van het boek thema's maatschappijleer.

Preview 2 out of 7  pages

  • August 8, 2024
  • 7
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Parlementaire democratie
3.1 – Wat is democratie?
Soevereine staat = een staat die op een bepaald, duidelijk begrensd gebied het hoogste gezag uitoefent
en het geweldsmonopolie heeft  bepaalt wetten en wie de macht heeft
Thomas Hobbes: er moet 1 soevereine staat zijn die alles bepaalt, anders oorlog
Politiek = het maken van keuzes waaraan allen in een staat zijn gebonden
 meestal keuzes van algemeen belang
 groot dilemma: moet het snel en efficiënt zijn of wil je meer participatie?
Directe democratie: volk stemt direct over politieke keuzes
Representatieve democratie: het volk kiest vertegenwoordigers die de beslissingen nemen en aan de
bevolking verantwoording moeten afleggen over hun beleid
- individuele vrijheid: je mag je mening uiten en zelf bepalen
- politieke grondrechten: iedereen mag stemmen en volksvertegenwoordiger worden
- politie en leger hebben wettelijk beperkte bevoegdheden
- onafhankelijke rechtspraak: rechters hebben niks te maken met het parlement
- persvrijheid: de media hebben de taak om ons goed te informeren
Parlementair stelsel: het parlement is de baas en daarboven staat een staatshoofd
Constitutionele monarchie: een parlementair stelsel waarbij het staatshoofd een koning is
Presidentieel stelsel: de president wordt gekozen en die bepaalt alles
Nederland = parlementaire democratie met een constitutionele vorst
Tekens van een democratie in onze grondwet:
- de macht van de 3 politieke machten staat vast  ze mogen niet alles
- iedereen boven de 18 heeft stemrecht en mag zich politiek verkiesbaar stellen
- de regels voor politieke besluitvorming staan vast  bijv. de regering bepaalt wetten
- de media is vrij en moet juiste informatie hebben
Dictatuur = strengste vorm van autoritair regime  1 iemand heeft alle macht
Autoritair regime = de drie machten zijn niet van elkaar gescheiden, maar in handen van een kleine
groep mensen  kenmerken:
- geen onafhankelijke rechtspraak  rechters moeten naar de overheid luisteren
- grondrechten worden niet gerespecteerd
- oppositiepartijen zijn vaak verboden  je mag het niet oneens zijn met de politiek
- er is overheidsgeweld  de overheid en de politie zijn hard
- er is veel kiezingsfraude, manipulatie en geweld
- er is geen persvrijheid  de media staat onder censuur
Ideologisch regime: er is 1 ideologie en daar moet iedereen het mee eens zijn
 indoctrinatie = de bevolking krijgt de ideologie met de paplepel ingegoten
Religieus regime: de godsdienst is de ideologie, de priesters/paus/etc. hebben de macht
Militair regime: het leger heeft de macht, de leider is een militair

, 3.2 – Politieke stromingen
Ideologie = een geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de samenleving
 welke normen en waarden staan centraal?
 wat is de gewenste rol van de overheid op sociaaleconomisch gebied?
Ontideologisering = het verdwijnen van ideologie als leidraad van hoe de samenleving wordt ingericht
Links: iedereen moet dezelfde kansen hebben en alles moet eerlijk verdeeld worden
Rechts: mensen zijn zelf verantwoordelijk, ongelijkheid is onvermijdelijk
Liberalisme: individuele vrijheid, verantwoordelijkheid en tolerantie  iedereen moet individueel
kunnen groeien  vrije markteconomie: overheid moet het noodzakelijke doen  VVD en D66
Socialisme: gelijke kansen, mensen moeten solidair zijn  rijken betalen meer  2 groepen:
1) communisten: arbeiders moeten door een revolutie alle macht overnemen
2) sociaaldemocraten: verkiezingen, indirect macht uitoefenen
 kennis, inkomen en macht moeten eerlijk verdeeld worden  PvdA, GroenLinks en SP
Confessionalisme: iedereen is afhankelijk van elkaar, samenwerken  volgers = christendemocraten:
1) rentmeesterschap: zorgen voor de planeet
2) solidariteit: zorgen voor de kwetsbare groepen, naastenliefde
 maatschappelijk middenveld = scholen, sportverenigingen, etc. moeten bepalen  ChristenUnie,
CDA, SGP
Ecologisme: mensen maken deel uit van een groter ecosysteem  wederzijds afhankelijk van de
natuur  duurzaamheid en milieu  GroenLinks en Partij voor de Dieren
Populisme: de stem van het volk  de kwetsbaren moeten beschermd worden, nationalistisch  JA21

3.3 – Politieke partijen
Politieke partij = een groep mensen met globaal dezelfde ideeën over een ideale samenleving
 one-issuepartijen: staan voor 1 doelgroep of 1 issue  bijv. BBB en 50plus
 niet-democratische partijen: standpunten die in strijd zijn met de rechtsstaat
- integratie van ideeën: alle ideeën van het volk worden gebundeld
- articulatie: verwoorden van problemen
- informatie: vertellen wat hun standpunten zijn aan het volk
- participatie: zorgen dat mensen zelf aan de politiek deelnemen
- selectie van kandidaten: bepalen wie de burgemeesters en ministers etc. zijn
Zwevende kiezers = laten de keuze voor een partij afhangen van het moment

Alle leden van 1 partij die in de kamer zitten (een zetel
hebben) vormen samen een fractie  fractiediscipline:
iedereen in de fractie moet dezelfde mening hebben
Eigenlijk is er nog een derde dimensie:
- Nationalistisch: alles moet binnen het land blijven
 geen immigratie, geen rekening houden
- Kosmopolitisch: voor globalisering  heel de
wereld moet samenwerken

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isapeeters8. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (0)
  Add to cart