Filosofie, ethiek en media
HOC 1 - Inleiding:
- Schriftelijk examen (Theorievraag + inzichtsvraag en/of tekstvraag, open vragen)
- Cursusmateriaal: cursus teksten pdf + ptt
- 5 teksten besproken gedurend college (zie canvas) – zelfstudie literatuur (Tekst; Zygmunt
Bauman) je mag tekst zelfstudie meenemen naar examen
- Eerste 7 colleges (inleidende colleges in ethiek) (ethiek + filosofie, ethiek en media)
- Tweede blok colleges (Filosofie, ethiek en media)
Eerste blok:
Bespreking ethische stromingen:
- Ethiek in de oudheid
- Ethiek in de middeleeuwen doordrongen door christelijke dogmatiek*)
- *Deontologische ethiek: vormen van ethiek als het gaat over het goedehandelen van de
mens
- *Utilaristische ethiek : ook over goede handelen van de mens
- Smalle vs brede ethiek
Tweede blok: capita selecta (+ gastcollege)
- Objectieve verslaggeving, ethiek en ‘nieuwe media’, ethiek en AI,…
*Dogmatiek: dogmatische stelling dat er een god is
*Deontologische: dat gene waar vorm van ethiek meer in spanning is = utilitarischtiche ethiek: het
omgekeeder wat deontologische ethiek zegt
Er bestaat geen overkoepelende theorie die ons alles zou uitleggen, bestaat niet!
Sommige theoretische dachten wel zo een theorie te ontwikkelen waarbij iedereen op elke
vraag een sluitend antwoord te verkrijgen. (bv: vraag mogen wij moorden? – verschillende
visies daarrond, soms geoorloofd andere zeggen nee kan nooit)
Ethiek hangt af van hoe je naar iets kijkt
Kern vraag in ethiek; wat is het gene dat we mogen of niet mogen
Morele sensiviteit (bv, voor elkaar deur openhouden) – dieren hebben dat niet
Wat is ethiek?
1. Terminologie: *moraal/*moraliteit/ ethiek
2. Normatieve vs niet-normatieve ethiek
Descriptieve ethiek & meta-ethiek
Vs.
Algemene en toegepaste normatieve ethiek
3. Normatieve ethiek en recht (hoe verhouden ethiek & recht zich tegenover elkaar)
*Moraal:
*Moraliteit:
*normatieve ethiek: ‘ge moogt niet doden’
*normatieve ethiek en recht: zijn bepaalde rechtsregels wel verantwoord? (bv; wet geen
homohuwelijk) (Rusland rechtsregels in vraag stellen)
Moraal - moraliteit – ethiek:
Cruciale begrippen: zedelijkheid (bv: knokke dat je niet in zwembroek in stad mag lopen) (volgens de
goede zeden) / moraliteit / ethiek
1
, - Gaan terug op ‘moralis’ en ‘ethikos’: ‘Wat het ethos betreft’
- Tweevoudig betekenis van begrip ‘ethos’
Mores – zeden/ gewoonten bv; je leert iemand mores je leert iemand een lesje
Al wat geformuleerd is in ethiek => zijn eigenlijk westerse verschijnselen – vanuit het grieks
oorsprong
‘Éthos’ : ‘verblijfplaats voor dieren’ di geheel van regels en gedragsnormen binnen een bepaalde
groep
‘Èthos’: karakter of gezindheid
Geen neutrale begripsbepaling van ethiek, want iedereen heeft al een opvatting over wat
‘goed’ is of wat zedelijk is
“Zich bewust van zijn schoonheid rept (het paard) de knieen naar de malse weide der paarden
(éthos)”
Éthos; gebruikt om aan te duiden dat het een plek is waar dieren verblijven
Dieren zoeken bescherming bij elkaar om overlevings kansen te verhoogen
Ontstaan van een soort gewoonte vorming, die de groep op een manier structureert
Bv; bij kippen die gevoederd worden, bepaalde kip heeft voorrang op ander – de gewoonte
van de groep ontstaat een geheel van gedragingen binnen bep groep
Geld voor dieren maar ook voor mensen – mensen komen ook samen (bv college)
College; ontstaat ook een soort van ordening (kan niet dat iemand plots begint te roepen –
wordt als vreemd gezien zorgt voor deregulatie)
Éthos = gewoontevorming (met impliciete / expliciete regels)
“Er zijn dus twee soorten voorttreffelijkheid: die van het intellect en die van het karakter. Intellectuele
voortreffelijkheid ontstaan en ontwikkelt zich vooral door onderricht; daar zijn bijgevolg ervaring en
tijd voor nodig. Voortreffelijkheid van karakter (èthos) is daarentegen het resultaat van gewoonte;
vandaar ook dat haar naam in het Grieks maar weinig verschilt vanhet begrip gewoonte (éthos). Het
is dan ook duidleijk dat geen enkele voortreffelijkheid van karakter door natuurlijke aanleg in ons
ontstaatt”
Karakter/ gezindheid (goed gezind zijn, slecht gezind zijn)
Verschillend van éthos
Heeft minstens iets individueel
Gezindheid van een handeling – hangt een soort reflexiviteit bij ik doe iets en ik weet
waarom
Cruciaal: Graad van reflexviteit (handelingsbewustzijn)
Bij bepaalde dingen denken wij niet meer na (onderscheid tss éthos en ethos)
Aristotoles: gedachte dat éthos en `èthos verbonden zijn, en dat èthos voortvloeit uit een reflexiviteit
mbt het éthos
- Vb reflexiviteit: hamburger van mcdo wat gebeurd er daarmee vooraf ? – dan ben je bezig
met èthos
- Mensen in staat om te reflecteren over handelen – dieren doen dat niet, kunnen dat niet
- Als je enkel doet wat andere doen dan verlaag je je tot het doen van de dieren (éthos)
- Als je jezelf en je handelen niet in vraag stelt verlies je een soort menselijkheid
- Kinderen hebben geen handelingsbewustzijn (is nog niet ten volle ontwikkeld) opvoeden is
het handelingsbewustzijn mee geven
- Bepaalde mensen nooit handelsbewust “ontoerekingsvatbaar” moeten verzorgd worden
2
,HOC 2 –
Moraal – moraliteit – ethiek:
Moraal: sluit aan bij éthos
= Nl: geheel van normen en waarden die gelden binnen een bepaalde groep/gemeenschap
Als vanzelfsprekend ervaren
Objectief beschrijfbaar (sociologie/antropologie)
Bovenpersoonlijk, niet ten volle gereflecteerd
Verwijzen naar normen/zeden gewoonten die geled-e in een gemeenschap/groep
Iets wat leden van een groep als ‘vanzelfsprekend’ ervaren
Bv leden van VUB ervaren van zelf sprekend dat wij voor ons denken geen dogma’s aanvaarden dat
we ons denken niet laten onderwerpen (hoe kijken wij als VUB’ers naar werkelijkheid) (eig is denken
onderwerpen als we dit niet in vraag mogen stellen)
Beschrijfbaar: je kan bepaalde zeden/gewoonten gaan beschrijven
Vb; als mensen elkaar ontmoeten afh van gemeenschap waarin je elkaar ontmoet (cultuur ofz) dan
gelden daar begroetingsregels het geven van een hand, kusen op de wang (afh van relatie die je
hebt ook op de mond) => een soort moraal afh van land etc waar je je bevind is de begroeting anders
je denkt er niet overna, het komt met de gewoonten van de cultuur waarin je opgroeid
Moraliteit: neigt meer naar èthos
= Normen vanuit het handelende subject en het BWZ dat ermee gepaard gaat; gereflecteerde vorm
van moreel besef
Cf. “geweten”: persoonlijke reflectie omtrent het goede handelen
In al wat we doen/denken zijn we reflexief
Wat wij doen is onderworpen aan een ‘besef’
Wat wij doen moet gereflecteerd zijn door het individu bv het eten van vlees; meestal vind men
het normaal om vlees te eten, soms wordt dat dan invraag gesteld (moet je niet de koe onderogen
komen om te reflecteren over het eten ervan)
Het ‘geweten’: in dialoog met soort van ‘stem’ om te wikkelen wat goed/slecht is.
Ethiek: reflectie over moraal en moraliteit, op systematische en kritische wijze
Reflectie in de 2de/ 3de graad – waar moraliteit gereflecteerd is is ethiek niets anders dan een
reflectie over de moraliteit (een soort metabeschouwing)
Systematischiteit (over wat we moeten doen of niet)
Is het mogelijk om ons handelen te ‘normeren’?
Ontstaat daar waar vanzelfsprekende ‘moraal’ ter discussie staat (culturele verschuivingen,
technologische ontwikkelingen, politieke gebeurtenissen,..)
Doel: op basis van redelijke arguenten ethische regels formuleren met zo ruim mogelijke consensus
(niet noodzakelijk ‘de grootse groep’)
Dubbele functie: orientatie voor toekomsitig handelingen & criteria om gestelde handelingen af te
toetsen
Ethiek ontstaat waar de ‘vanzelfsprekende’ moraal ter disccusie komt te staan wnr is dat ? bv;
grote immirgatiegevolgen (door oorlogen etc) veroorzaken een botsing tss vormen van moraal
bv; mediatechnologie; je wordt steeds gebombardeerd door zeden die van ergens anders komen
3
, Op een bepaald moment zijn bepaalde dingen niet meer zo vanzelfsprekend zorgt voor dat
mensen niet meer weten wat moeten we wel doen of niet?
ethiek beklemtoond door redelijke argumenten consensus* niet altijd onproblematisch
*concsensus = de grootste groepbelanghebbenden ermee gediend is/ er voordeel uit kan halen
(ethische regel)
Wat als je zit met een grote groep die minderheden uitsluit? is de meerderheid nog steeds
doorslaggevend ?
‘The greatest hippieness for the greatest number’
Niet-normatieve ethiek:
1. Descriptieve ethiek:
beschrijving van het morele veld
morele veld historisch en actueel beschrijven; geen beoordelend moment
bv; waarom zo een verschil tss vlaamse en waalse gemeenschap (walonie wel mannen elkaar
kussen begroeting vlaanderen raar)
bv; tijdens corona probleem in Walonie, want iedereen begroet elkaar met kussen – dat
zorgde voor ongemak toen dat niet meer kon
cf. empirische menswetenschappen
sociologie, culturele antropologi, psychologie,…
Wel verklarend en evaluatief karakter maar niet normerend (niet dat ze zeggen zo moet het dit is
juist, dit moet overal zo)
Belang voor normatieve ethiek: verschil met dogmatiek
Vb; ‘Erewraak’= je hebt het recht om uw eer te wraaken, degene die uw eer geschonden heeft een
duwel aan te gaan (stond ook in het recht ingeschreven) een vb van hoe je kan beschrijven hoe in
een bepaalde cultuur, bepaalde handelingen funtioneren
Niet bezig met de vraag is het wel veroorloofd om dit te doen, er wordt enkel een beschrijving
gegeven
Vb; intrest (Thomas van Aquino); je leent geld aan iemand en je krijgt er meer voor terug dat concept
is niet geoorloofd –
Descriptieve ethiek is van belang voor normatieve ethiek want beschrijft wat er aan de hand is
2. Meta-ethiek:
Analyse van betekenis van morele termen zelf
Nieuwe soort reflextie over de ethiek
Afgrenzing van het morele en niet -morele domein; de eigen aard van het morele begrijpen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller oumaimahallaoui2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.29. You're not tied to anything after your purchase.