Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht (BKULC02B7A)
Summary
Samenvatting GBO: deel vruchtgebruik
89 views 0 purchase
Course
Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht (BKULC02B7A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Visuele, uitgebreide samenvatting van het bachelorvak GBO (goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht) aan de KU Leuven. Samenvatting van het deel 'vruchtgebruik'. Voor de andere delen, zie mijn andere samenvattingen.
Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht (BKULC02B7A)
All documents for this subject (40)
Seller
Follow
georgedeclerck
Content preview
Recht van vruchtgebruik
§1. Begripsomschrijving
1. Begrip 'vruchtgebruik'
De definitie in art. 578 BW is bekritiseerd om twee redenen: (1) de vruchtgebruiker geniet NIET zoals
de eigenaar zelf, hij moet immers steeds de bestemming van de in vruchtgebruik gegeven goederen
eerbiedigen, en (2) het tijdelijk karakter van het vruchtgebruik komt niet aan bod in deze definitie.
Varia vruchtgebruik:
- Verdeling van bevoegdheden: De economische waarde van het goed wordt verdeeld tussen
vruchtgebruiker en blote eigenaar: vruchtgebruiker krijgt de inkomsten en gebruik van het
goed, blote eigenaar behoudt de kapitaalwaarde van het goed. Aan het einde van het
vruchtgebruik heeft de vruchtgebruiker een restitutieplicht t.a.v. de blote eigenaar. (Verschil
met onverdeeldheid: daar oefenen verschillende personen gelijktijdig dezelfde rechten uit op
een goed, terwijl de vruchtgebruiker en blote eigenaar complementaire rechten uitoefenen.)
- Goederen waarop: Kan zowel op roerende als onroerende of op lichamelijke als
onlichamelijke goederen. Dit is dus het enig zakelijk gebruiksrecht dat roerende goederen als
voorwerp kan hebben.
- Tijdelijk karakter: Dit tijdelijk karakter van het recht van vruchtgebruik houdt in dat de
absolute maximumduur van het vruchtgebruik het leven van de vruchtgebruiker is of, indien
het een rechtspersoon betreft, 30 jaar (619).
- Eventueel vruchtgebruik: Een eventueel vruchtgebruik is een vruchtgebruik dat gevestigd is
op een goed dat al met recht van vruchtgebruik is belast ten voordele van een andere. Het
tweede vruchtgebruik is dan gevestigd onder opschortende voorwaarde, nl. de beëindiging
van het eerste vruchtgebruik. Het gaat niet om een eventueel recht, maar om een actueel
recht onder opschortende voorwaarde.
2. Afbakening van het vruchtgebruik tegenover aanverwante gebruiksrechten
<-> Huur: Als basisverschilpunt wordt opgeworpen dat een recht van vruchtgebruik een zakelijk recht
is, terwijl een huurrecht een persoonlijk recht is. Dit moet worden gerelativeerd omdat ook een
(geregistreerd) huurrecht, net als zakelijke rechten, uitgerust is met een volgrecht.
Sommige auteurs stellen dat de verhuurder positieve verplichtingen op zich neemt, terwijl de blote
eigenaar zou kunnen volstaan met een louter passieve houding. Dit is enkel correct bij de aanvang
van het vruchtgebruik (blote eigenaar moet goed leveren in staat waarin het zich bevindt, terwijl
verhuurder het goed in goede staat van onderhoud moet leveren). Ook aan zakelijke rechten
beantwoorden immers hoe langer hoe meer positieve verbintenissen vanwege de vestiger ervan bv.
blote eigenaar heeft de verplichting om grove herstellingen uit te voeren.
<-> Erfpacht en opstal: Zie infra.
3. Maatschappelijke betekenis van het vruchtgebruik
Het tijdelijk karakter vormt een belangrijke aantrekkingspool voor het vruchtgebruik in familiale
vermogensplanningen: het laat immers toe het levensonderhoud van de begunstigde te verzekeren,
zonder de verdere devolutie naar de erfgenamen in het gedrang te brengen.
1
, §2. Vestiging van het recht van vruchtgebruik: overdracht of voorbehoud
1. Vestiging door de wet: 2. Vestiging door verkrijgende verjaring:
745bis: Hereditaire vruchtgebruik van de Indien iemand gedurende 30 jaar het bezit heeft
langstlevende. gehad van het recht van vruchtgebruik, d.w.z. de
bevoegdheden van vruchtgebruiker zonder wettige
384: Vruchtgebruik van ouders op de goederen van titel heeft uitgeoefend. In geval van wettige titel en
hun minderjarige niet-ontvoogde kinderen. (Hier is goede trouw zal de tien- of twintigjarige verjaring
het vruchtgebruik wel onbeschikbaar: het kan niet spelen (2265). Een vruchtgebruiker van roerende
worden vervreemd, in beslag genomen, verpand of goederen kan ook 2279 inroepen.
gehypothekeerd...)
3. Vestiging door rechtshandeling:
Vruchtgebruik kan worden verleend bij rechtshandeling ter zake des doods (testament) of onder de
levenden (overeenkomst). Het kan gaan om een eenzijdige of meerzijde rechtshandeling, hoewel contract
minder voorkomt: het is immers een kanscontract (men weet immers niet hoelang het vruchtgebruik
duurt).
Een testamentair vruchtgebruik komt vaak voor bij de regeling van een familiale erfopvolging. Wat is de
aard van een legaat van een vruchtgebruik op de gehele nalatenschap? Rechtspraak verwerpt rechtsleer
en oordeelt ALGEMEEN legaat. De aard van het legaat wordt dus niet bepaald door de aard van de rechten
die het verleent, maar wel door de omvang van de goederen waarop deze rechten worden verleend.
Daaraan zijn belangrijke gevolgen gekoppeld:
- De vruchtgebruiker is als algemene rechtsopvolger gehouden tot het betalen van de interesten op
de schulden van de nalatenschap. 612 somt daarbij drie mogelijkheden op.
- De algemene legataris heeft de saisine (indien zich geen reservataire erfgenamen aanbieden),
zodat hij recht heeft op de vruchten van de nalatenschap vanaf het ogenblik van het overlijden.
Zijn er wel reservataire erfgenamen, dan dient de algemene legataris de afgifte te vorderen.
- De algemene legataris is ertoe gehouden om aangifte te doen van de nalatenschap en erfbelasting
te betalen.
Het recht van vruchtgebruik kan worden verleend of voorbehouden.
Enkele begrippen (zie cursus p. 359-360):
- Schenking met voorbehoud van vruchtgebruik
- Handgift met voorbehoud van vruchtgebruik: Over de geldigheid hiervan bestaat onenigheid.
Gezien deze rechtsonzekerheid zoekt de praktijk aansluiting bij alternatieven:
1. Schenking onder last voor de begiftigde om bijvoorbeeld jaarlijks de inkomsten af te
dragen aan de schenker.
2. Geschonken goederen in bewaring geven bij een derde die de goederen onder zich zal
houden voor rekening van de partijen, nl. het vruchtgebruik voor de schenker en de blote
eigendom voor de begiftigde.
3. In twee stappen werken: Eerst worden de goederen in volle eigendom geschonken door
A aan B, nadien kent B aan A een recht van vruchtgebruik toe.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller georgedeclerck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.