Samenvatting beleid
Deel 1: De PO (praktijkgerichte orthopedagoog) en mesoniveau
1. De PO en het beleid
Beleid verwijst naar 2 zaken:
1. Regelgeving en organisatiestructuren in voorzieningen mesoniveau
2. (politieke) beslissingen en regelgeving macroniveau
Beleid op meso-en macroniveau heeft invloed op de cliënt + cliëntsysteem + PO + de voorziening.
1.1 De PO en beleid op mesoniveau
Waarom inzicht hebben in beleid op mesoniveau?
- De visie en organisatie v/d voorziening beleid v/d voorziening.
- PO moet ook bijdrage aan de visie(ontwikkeling) + functioneren v/d organisatiestructuur.
- PO moet de procedures uitvoeren, bijsturen en evalueren.
- PO moet de rollen en bevoegdheden v/d organisatie kennen en gebruiken indien nodig.
- PO moet autonoom werken + verantwoordelijkheid nemen + leiderschap tonen.
- PO moet preventief werken + knelpunten signaleren op organisatie- en beleidsniveau.
DLR’s PO:
1. De PBA orthopedagogie bouwt vanuit een (ortho)(ped)agogische grondhouding op een professionele
manier een begeleidingsrelatie op met de cliënt en het cliëntsysteem, en draagt zorg voor het
onderhouden en het afronden ervan.
2. Binnen de context van een team en in samenspraak met de cliënt en het cliëntsysteem maakt de PBA
orthopedagogie op autonome wijze een inschatting van de mogelijkheden en beperkingen v/d cliënt.
3. Hij draagt bij tot de analyse van de ondersteuningsvraag en begeleidt op actieve wijze mee het proces
van handelingsplanning. Op basis van zijn (ortho)(ped)agogische kennis selecteert de PBA
orthopedagogie doelen en geschikte methodes in overleg met de belanghebbenden.
4. De PBA orthopedagogie ondersteunt, begeleidt, organiseert en coördineert wonen, werken, leren en
vrije tijd in de dagdagelijkse context. Hij doet dit op een methodische en duurzame wijze, met aandacht
voor creativiteit en innovatie. Hij neemt bewust initiatieven om de ontwikkelingskansen en kwaliteit van
leven/bestaan te garanderen.
5. De PBA orthopedagogie creëert in samenspraak met de cliënt en het cliëntsysteem een stimulerend
klimaat voor diens emotionele, sociale, cognitieve, en motorische ontwikkeling.
6. De PBA orthopedagogie ondersteunt de cliënt in het kwalitatief en duurzaam versterken van zijn
netwerken, om het welzijn en de maatschappelijke participatie te vergroten.
7. De PBA orthopedagogie werkt (interdisciplinair) samen en communiceert, ook in complexe en
gespecialiseerde contexten, helder en respectvol met zijn cliënt, cliëntsysteem, collega’s en externen.
8. De PBA orthopedagogie treedt preventief op om probleemsituaties voor de cliënt te voorkomen. Hij
signaleert knelpunten en participeert (pro-)actief aan preventie op organisatieniveau.
9. De PBA orthopedagogie levert actief een bijdrage aan de visieontwikkeling, het beleid en het beheer van
de organisatie.
1
, 10. De PBA orthopedagogie stuurt zijn (ortho)(ped)agogisch handelen bij aan de hand van kritische
(zelf)reflectie, actuele inzichten uit wetenschappelijk onderzoek en regionale, Europese en
internationale evoluties.
11. De PBA orthopedagogie draagt op micro-, meso- en macroniveau actief bij tot begrip en betrokkenheid
aangaande beroepsgerelateerde ethische, normatieve en maatschappelijke vragen. Hij handelt vanuit
universele rechten en waarden
1.2 PO en beleid op macroniveau
Beleid op macroniveau = politieke beslissingen en regelgeving door overheden en hun administraties,
die impact hebben op de cliënt + hulpverlening + de ruimere samenleving.
- Vb.: persoonsvolgende financiering (politieke beslissing) wijziging relatie tussen cliënt, PO
en voorziening. De cliënt ontvangt een budget waarmee hij/zij/x zijn hulpverlening kan
aankopen bij de voorziening. Voor de persoonsvolgende financiering betaalde de overheid dit
budget rechtstreeks aan voorzieningen. De cliënt heeft door de persoonsvolgende financiering
(meestal) meer inspraak om zijn hulpverleningstraject vorm te geven (cfr. vraaggestuurd
werken). Praktijkgericht orthopedagogen en voorzieningen hebben bijgevolg minder invloed
op de aanpak van de hulpverlening.
Impact (positief en negatief) beleidsbeslissingen op macroniveau: negatief effect op de leefsituatie v/d
cliënt = structureel probleem = een probleem dat niet op te lossen valt in de begeleiding van de cliënt
en zijn cliëntsysteem op microniveau. De oorzaak ligt in beslissingen en regelgeving op macroniveau.
Daardoor komen verschillende cliënten in aanraking met dit structureel probleem. Het probleem zal
zich herhalen bij meerdere cliënten ‘in hetzelfde schuitje’ (cliëntoverstijgend). Een structureel
probleem kan een schending van de sociale grondrechten of andere mensenrechten van de cliënt
veroorzaken.
- LET OP! Een structureel probleem kan zich ook manifesteren ten aanzien van praktijkgericht
orthopedagogen. Ook zij kunnen een negatief effect ondervinden van beleidsbeslissingen en
regelgeving op macroniveau.
- LET OP! Een structureel probleem kan ook een oorzaak hebben in de organisatie of het beleid
van de voorziening op mesoniveau van het grondplan.
Oplossing: verandering op meso- en/of macroniveau.
1. PO: signaalfunctie (DLR 8)
PO gaat signaleren = het informeren van bevoegde/ verantwoordelijke personen en instanties
op macroniveau (vb.: agentschap opgroeien) of mesoniveau (vb.: directie v/d voorziening),
over negatieve effecten v/h beleid op de cliënt of de PO.
a. Vb.: In een stad blijken heel wat daklozen geen gebruik te maken van nachtopvang. In
de bestaande nachtopvang slaapt men in slaapzalen en is er ’s nachts slechts één
Heeft signaleren
nachtwaker aanwezig. Dakloze vrouwen en LGBTQI+ personen voelen zich er niet veilig
geen effect DAN
en verkiezen de straat. Een PO, werkzaam in deze nachtopvang, bracht in kaart
structuurgerichte
hoeveel mensen er op straat bleven en signaleerde het probleem naar de lokale
acties
overheid die de nachtopvang subsidieert. Hierdoor maakte de lokale overheid meer
middelen vrij om een extra slaapzaal voor vrouwen in te richten en om twee extra
PO’en aan te nemen om te werken tijdens de nacht. Zo wil men vermijden (preventie)
dat dakloze vrouwen en LGBTQI+ personen niet op straat slapen.
2. Structuurgerichte acties (zie later)
2
,1.3 De PO en tendensen
Ontwikkelingen en evoluties hebben een impact op het ‘beleid’ en regelgeving op macroniveau.
nieuwe inzichten en innovaties uit de praktijk én ontwikkelt de academische wereld nieuwe
wetenschappelijke kennis veranderde kijk op hulpverlening nieuwe tendensen.
Tendensen = dynamisch beleid is nooit af. DUS: PO moet kritisch reflecteren op tendensen en
ontwikkelingen op macroniveau.
De PO ziet zowel de positieve als negatieve effecten op de cliënt. Een PO moet zijn
verantwoordelijkheid nemen omdat (kwetsbare) cliënten de negatieve impact v/h beleid op hun
levenssituatie niet altijd doorhebben. Als cliënten zich wel bewust zijn van de impact, moet een PO
cliënten helpen verandering te creëren op macroniveau (DLR 11).
1.4 Praktische aanpak OLOD beleid (lezen p. 13- 16)
Examen: multiple respons questions + invulvragen
Definities bekijken i/d woordenlijst.
2. De PO als deel v/d organisatie
2.1 De voorziening als doelgerichte organisatie
Organisatie = een samenwerkingsverband tussen meerdere personen om een specifiek doel te
bereiken.
Het kwaliteitshandboek omvat de missie + visie + waarden v/d voorziening (woordenlijst)
- Missie = bestaansgrond voorziening + omschrijft de opdracht + bepaalt de identiteit v/d voorziening.
Het is een stabiel/ ongewijzigd gegeven.
o Wie zijn we? Wat doen we? Onze doelgroep?...
- Waarden:
o Bepalen het gedrag v/d werknemers
o Bepalen hoe de voorziening zijn taken uitvoert en haar missie en visie wil realiseren
o Bepalen de omgang met de stakeholders = belanghebbende v/d voorziening.
- Visie = concretiseert het toekomstbeeld. Opgesteld voor een bepaalde periode. Beïnvloedt de
strategie en doelstellingen.
o Wat willen we zijn? Wat zijn onze LT ambities? Wat willen we bereiken?
Deze 3 aspecten maken deel uit v/d opdrachtverklaring v/d voorziening. Voorzieningen schrijven
hun doelen op in een opdrachtverklaring: deze heeft 5 functies.
1. Kadergevende functie: zorgt voor de samenhang van doelen en taken + helpt prioriteiten te
stellen.
2. Cultuurvormende functie: waarden v/d opdrachtverklaring leiden tot cultuurvorming. Geven
een beeld v/h gewenste klimaat in de voorziening.
3. Onderscheidende functie: geeft de voorziening een imago t.a.v. andere organisaties.
4. Evaluerende functie: gaat de werking, beslissingen en gedrag v/d organisatie evalueren.
5. Motiverende functie: als de waarden, missie en visie aansluiten bij die v/d medewerkers.
3
, 2.2 Voorziening als organisatiestructuur
Organisatiestructuur = taakverdeling. De structuur kan diverse vormen aannemen, dit hangt af van:
- De ondernemingsvorm v/d voorziening
- De keuzes v/h management.
2.2.1 Organisatiestructuur en ondernemingsvorm
Ondernemingsvorm = rechtsvorm = de overheid bepaalt verschillende manieren waarop organisaties
kunnen ondernemen. Diverse ondernemingsvormen hebben diverse doelen. Sommige hebben
winstuitkering als doel vb.: vennootschap, andere hebben een sociaal doel vb.: vzw.
Initiatiefnemers gaan een ondernemingsvorm (= rechtsvorm) kiezen die aansluiten bij hun doel en de
managementvoorkeuren.
Er zijn verschillende ondernemingsvormen: Vzw + Feitelijke vereniging + Stichting + Vennootschap +
Eenmanszaak
1. VZW = Vereniging Zonder Winstoogmerk
a. = groep personen die een belangeloos doel nastreeft, zoals vb.: hulpverlening
organiseren voor kinderen met een beperking.
b. Bestaat uit 2 leden:
i. Stichtende leden – zetelen in de algemene vergadering
ii. Bestuurders – zetelen in het bestuursorgaan
c. De beslissing om een vzw op te richten door personen die een belangeloos doel willen
nastreven, heeft in eerste instantie te maken met rechtszekerheid/aansprakelijkheid.
i. De VZW is als organisatie verantwoordelijk voor de daden van de vzw én voor
mogelijke verliezen die worden geleden. Er is dus een beperkte
aansprakelijkheid voor de leden.
d. Taken:
i. Statuten opstellen = grondwet v/d vzw
1. Belangeloos doel omschrijven + hoe ze die doelen willen bereiken
2. Rechten en plichten v/d algemene vergadering + bestuursorgaan
3. Opdrachten v/h dagelijks bestuur
Vastgelegd door de notaris in het staatsblad.
e. Organisatiestructuur:
i. Algemene vergadering:
1. Heeft het hoogste gezag in een voorziening.
2. Bestaat uit (stichtende) en toegetreden leden.
a. Stichtende leden = de initiatiefnemer/oprichters van de vzw.
b. Toegetreden leden = in een latere fase toegetreden tot de
algemene vergadering.
3. Bepaalt de algemene beleidslijnen.
ii. Bestuursorgaan:
1. Uitvoeren algemene beleidslijnen
2. Bestuurd + vertegenwoordigd de vzw
3. Kan een contract aangaan en tekenen in naam v/d vzw
4. Komt vaak samen met de algemene vergadering
5. Interessant om bestuurders aan te trekken met kennis van zaken vb. p.8
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manonvde2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $21.88. You're not tied to anything after your purchase.