100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Schematisering politieke en institutionele geschiedenis deel 2. $4.98   Add to cart

Summary

Samenvatting Schematisering politieke en institutionele geschiedenis deel 2.

 112 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Geslaagd eerste zit!

Preview 4 out of 114  pages

  • October 18, 2019
  • 114
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Deel 2

HOOFDSTUK 1: LITTEKENS VAN VOOR 1830: HET IDEOLOGISCHE EN
HET COMMUNAUTAIRE

1.1 Het einde van het Ancien Régime
Vergelijking omringende landen 18de E: Zuidelijke Nederlanden = opvallend conservatief

 Bewoog heel wat in Europa
o Sinds 1750: middenklasse
- Stelden gezag absolute vorsten in vraag
- Wilt meer inspraak en vrijheid
- Wilde samenleving grondig veranderen
 Deze trend tot politieke en maatschappelijke modernisering: vertrok vanuit Verlichting

Vanaf 1789: meeste Europese landen: overgang Ancien Régime  Nieuwste Tijd

Verlichting – Aufklärung - stapte van enkele van zijn ideeën af

- Maatschappelijke orde is niet langer statisch en onveranderlijk, verleden geldt niet
meer als norm  maakbaarheid samenleving, vooruitgang naar betere, nieuwe
wereld voor toenemende welvaart en welzijn
- Positie Kerk in de Staat in vraag gesteld  streven naar secularisering van
samenleving  scheiding van Kerk en Staat
- Gezag in vraag stellen  ondergang monarchen uit AR

 1780: Jozef II, opvolger van zijn moeder Maria-Theresia, adept van Verlichting
 kerkpolitiek  ontevreden  1787, drie strekkingen in de Zuidelijke Nederlanden:
1) De Statisten
o Conservatieven
o Onder leiding van Hendrik van der Noot en Pieter Simon van Eupen
o Behoudsgezinden of traditionalisten, wilden bestaande toestand handhaven

2) Vonckisten

o Progressieven
o Brussele advocaat Jan-Frans Vonck
o Democratische progressieven, aanhangers van volkssoevereiniteit

3) De extremisten

o Linkervleugel Vonckisme



1

, o Naast volkssoevereiniteit ook antiklerikale politiek nastreven



- 1789: Zuidelijke Nederlanden scheiden zichzelf af  Riepen zich uit tot Verenigde
Belgische Staten MAAR
o 1790: Oostenrijkers veroveren Zuidelijke Nederlanden opnieuw
o 1792-93: Franse republiek verovert grondgebied
o 1793: Terugkeer Oostenrijkers
o 1794-1795: Tweede Franse bezetting
o Luik: gelijkaardig verloop

1.2 De Franse annexatie (1795-1814) en het Koninkrijk der Verenigde
Nederlanden (1814-1830)
 1795: annexatie Frankrijk  Belgische Nederlanden: deel van Frankrijk  Belgische
Nederlanden maken overstap van Ancien Régime naar Nieuwste Tijd.

 Tijdens annexatie: België = moderne staat opgedrongen met:
- Geünificeerd recht
- Scheiding der machten
- Volkssoevereiniteit

 Maar 2 negatieve elementen = vormen kenmerken politieke leven in België na 1830:
- Verfransing
- Levensbeschouwelijke opsplitsing

De verfransing, verre inzet van communautaire problematiek

 In Ancien Régime:
o Gold fundamentele rechtsbeginsel van bestuur in volkstaal
MAAR Franse periode: enkel Frans in gerecht en bestuur
+ middelbaar onderwijs (tot 1819)

 Langdurige verfransing  denationalisering van de elite
o Niet meer vanzelfsprekend om de volkstaal te gebruiken voor ambtenaren en
magistraten in hun beroepsuitoefening

 1823: opgelegde verplichting: in Vlaanderen en Brussel enkel NL gebruiken in ambtsuitoefening
 leidde niet tot moeilijkheden OMDAT NL in huiskring + ouderen kenden bestuurstaal (de
volkstaal) van Ancien Régime nog




2

,De levensbeschouwelijke opsplitsing

 Tegenstellingen ten tijde van Jozef II:
o In Franse periode op spits gedreven
 Revolutionairen voerden radicale scheiding van Kerk en Staat door
 Katholieke geestelijken die zich daar niet bij neerlegden werden vervolgd
MAAR wel steun van katholieke Belgische bevolking
 onder koning Willem: ideologisch conflict blijft aanslepen WANT
bemoeide zich actief met godsdienstpolitiek

 Katholieke oppositie onder koning Willem: liberaal-katholieken = belangrijk!

Brengt ons tot een nadere beschrijving van de twee opiniegroepen die we al reeds onder Jozef II aan het
werk zagen: de conservatieven en de progressieven. Behoeven meer concrete invulling, omdat ze van
fundamenteel belang zijn voor een inzicht in politieke geschiedenis. Betekenis termen na 1830:

2 stromingen:

1. De conservatieve stroming: het traditionalisme

 Verwant aan hedendaagse stromingen zoals integrisme en fundamentalisme.
 Reactie op Franse Revolutie (1789)
 ontwikkelde volgende maatschappijvisie:
1. Individu is ondergeschikt aan gemeenschap.
a. Mens is van nature onvrij, lid van groter geheel
i. Het gezin, de ruimere familie, het drop, parochie, etc.
2. Gezag is van groot belang in samenleving.
a. Mens is van nature ongelijk;
b. Gezag wordt uitgeoefend door traditionele elite
3. Spiegelde zich aan de samenleving van vroeger
a. Oude waarden in ere herstellen
b. Godsdienst vooraanstaande positie

Afscheiding binnen stroming: op politiek vlak én dagelijks leven

- Liberaal-katholieken/ verdraagzame katholieken
o Op politiek vlak:
 Voorstander van soevereiniteit
 Aanvaarden vrijheden: niet als absolute principes maar als politieke
rechten
- Integristen = theocraten/ onverdraagzame katholieken




3

, o Wees Frans Revolutie geheel af  streefde naar herinvoering Ancien
Régime
o Willen theocratie = staatsvorm waarbij Staat en Kerk overvleugeld zijn
o Eigen standpunt is enige aanvaardbare en mogelijke
 afwijzing moderne vrijheden
 vrijheden hoogstens dulden als middel om oude
samenleving weer in te voeren

 1814-1830: onder koning Willem
o radicale afwijzing Franse Revolutie neemt toe macht liberaal-katholieke strekking
neemt toe

 1828: nieuwe katholieke generatie onder invloed van Félicite de Lammenais, Frans priester:
o Nog plaats voor elementen traditionalisme
 geloof in natuurlijke onvrijheid en ongelijkheid
o MAAR zag af van integristische element
 ander heeft recht op eigen, afwijkende overtuiging
 staatsorganisatie mocht daar ruimte voor bieden


Liberaal katholieken zagen af van oude eis: de Kerk een monopolypositie te verzekeren

Moderne vrijheden aanvaard op voorwaarde dat vrijheden kerk ook aanvaard werden

- WANT liberaal- katholieken verdedigden nog steeds vurig de kerk:
o de kerkpolitiek koning Willem bracht hen tot actie.

Hoe zou het verder lopen met het traditionalisme?

Na 1830: eigen invulling:

- Kwamen op voor onafhankelijkheid van Kerk + voorrangspositie in maatschappij
- Samenwerking van Staat en Kerk, hield twee sectoren in handen: onderwijs + liefdadigheid

Vanaf 1857: integristische katholieken: kracht verliezen + nog steeds niet progressief

Interbellum: traditionalisme krijgt nieuwe impulsen door opkomst radicaal-rechts => wijst vrijheden
burgers af

2. De progressieve opiniegroep: het liberalisme

Conservatieve groep sluit zich aan bij Ancien Régime  progressieve bij Franse Revolutie:

1. Aanvaarden vrijheid individu = staat voorop als ideaal  liberalisme




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KatInAuto. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80796 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.98  2x  sold
  • (0)
  Add to cart