Obligaties zijn langlopende leningen en behoren bij de kapitaalmarkt. Een lening wordt in kleine
coupures verdeeld en geplaatst bij beleggers.
Als een lening in zijn geheel aan het eind van de periode in 1 keer wordt afgelost, spreken we van
een bulletlening. De perpetuele lening is een soort obligatie die nooit wordt afgelost, met andere
woorden, het bedrijf dat een dergelijke obligatie uitgeeft, betaalt alleen maar rente over de
hoofdsom. Deze rente is in de regel gebaseerd op het meest recente euribor tarief plus een opslag en
wordt op vastgestelde tijdstippen herzien.
De converteerbare obligatie geeft de houder van de obligatie het recht om aan het eind van de
looptijd te kiezen tussen danwel het nominale bedrag danwel een aantal aandelen. Vanzelfsprekend
zal een belegger alleen kiezen voor aandelen als de koers van het aandeel maal het aantal hoger is
dan het nominale bedrag.
Financiële instellingen besloten zelf een soortgelijk product als de converteerbare obligatie te
ontwerpen, dus in plaats van een bedrijf, werd nu de bank de tegenpartij in de transactie. De bank
garandeerde de belegger of het nominale bedrag of een aantal aandelen. Dit noemen we in
vakjargon een Exchangeable. Bij een Reverse Exchangeable werden de verplichtingen in het contract
omgedraaid (vandaar reverse). De houder van de Reverse Exchangeable mocht nu aan het eind van
de looptijd niet zelf meer kiezen, maar de financiële instellingen koos voor hem.
De zero-coupon obligatie is een obligatie die tussentijds geen rente uitkeert. De rente wordt
tussentijds opgebouwd.
De koers van een obligatie schommelt door wijziging van de rentestand. Een rentestijging was
nadelig, een rentedaling was gunstig voor de koers.
Duration: gemiddelde economische looptijd van een obligatie
Formule: Ʃ(Contante waarde * loopttijd) / contante waarde = Duration
, Er is een verband tussen de waarde van je belegging en het verschil in rente. Hij noemde dit de
modified duration. Modified Duration = Duration / (1+marktrente)
In bovenstaand voorbeeld zouden we dus de duration moeten delen door (1+10%) dus 2,7559 delen
door 1,1. De modified duration wordt dan 2,5053.
Controle van de stelling: 2,5053 * 2 = 5,1 met andere woorden, als de rente met 2% stijgt bij een
modified duration van 2,5053 levert dat een daling van je bezit op van ongeveer 5,1%.
Wat kun je hiermee als je in obligaties belegt? Aan de hand van de modified duration kun je het risico
in kaart brengen bij rentewijzigingen. Je kunt van een enkele obligatie de duration vaststellen, maar
je kan ook van je hele portefeuille de duration bepalen. Als je verwacht dat de rente gaat stijgen, dan
kun je je portefeuille aanpassen en de duration verlagen, als je juist renteverlagingen verwacht dan
zou je de duration juist moeten verhogen.
Andere risico’s bij obligaties:
- Rolling down the yield curve: de herbelegging van de rente geschiedt tegen lagere effectieve
rendementen omdat de looptijd korter is (herbeleggingsprobleem)
- Herbeleggingsrisico: de kapitaalmarktrente daalt, dus coupon tegen lagere rente wegzetten
- Hoofdsomrisico: het tussentijds van de hand doen van de obligatie tegen een lagere koers (geldt
niet als de obligatie tot eind wordt aangehouden)
Een aandeel is een deelneming in het kapitaal van een onderneming. Een aandeel geeft recht op en
deel van de winst (dividend) en stemrecht over het beleid van de onderneming. De aandeelhouders
zijn de eigenaren van de NV/BV. Een aandeel heeft een nominale waarde welke kan variëren per
bedrijf. De nominale waarde is de oorspronkelijke prijs van een aandeel. Als een onderneming is
gestart met een kapitaal van 100.000 euro en op dat moment 10.000 aandelen uitgeeft, is de
nominale waarde 10 euro.
Een aantal bedrijven heeft de uitgegeven aandelen ondergebracht in een stichtingskantoor. Voor elk
uitgegeven aandeel is er een certificaat gecreëerd, uitgegeven door dit kantoor. Beleggers kunnen
alleen de certificaten kopen en niet de aandelen. Alle rechten van de aandeelhouders gelden ook
voor de bezitters van certificaten behalve het stemrecht. Een houder van een certificaat heeft
bijvoorbeeld wel recht op een deel van de winst, mag het woord voeren op een AVA maar mag niet
stemmen. Het voordeel voor een onderneming is dat vijandige partijen geen overname kunnen
plegen door een meerderheid van de aandelen op te kopen.
Preferente aandelen hebben bepaalde voorrechten zoals voorrang bij dividenduitkering of voorrang
bij het verdelen van de liquidatieopbrengst.
Prioriteitsaandelen hebben bijzondere rechten met betrekking tot de zeggenschap van de
onderneming.
Bonusaandelen zijn aandelen die ten laste van een reserve worden geboekt.
Als een onderneming geld nodig heeft en de bank is niet bereid om te financieren of alleen te
financieren tegen een hoge rente, kan een onderneming besluiten om een claimemissie uit te geven.
Stel een onderneming heeft 50.000 aandelen uitstaan en de beurswaarde is op dit moment 6 euro
per aandeel (in totaal dus 300.000 euro). De onderneming heeft 200.000 euro nodig en besluit om
extra aandelen uit te geven. Ze berekenen dat als ze 50.000 nieuwe aandelen uitgeven, de prijs per
aandeel 4 euro moet bedragen. Ze geven aan elke huidige aandeelhouder 1 claim waarmee hij een
nieuw aandeel voor 4 euro kan kopen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ManonCremers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.