Onderneming:
- organisatie van kapitaal en arbeid
- duurzame deelname aan het economische verkeer
- winst behalen
- winst redelijkerwijze te verwachten.
Het gaat er om of de feitelijke activiteiten binnen de samenwerking leiden tot het uitoefenen van een
onderneming (denk aan ondernemersrisico, debiteurenrisico, hoogte omzet, aantal
klanten/opdrachtgevers, investeringen).
Ondernemer art. 3.4 IB:
1. De belastingplichtige voor wiens rekening een onderneming wordt gedreven, en
2. Die bovendien rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen van de onderneming.
Winst uit onderneming art. 3.8 en 3.25 IB. De jaarlijkse winst wordt bepaald volgens goed
koopmansgebruik. De hoofdregel hiervan is dat de voordelen en lasten worden toegerekend aan de
jaren waarop zij betrekking hebben. De winsten hoeven pas te worden aangegeven op het moment
waarop hij deze realiseert (voorzichtigheidsbeginsel). Een verlies mag al gerealiseerd worden op het
moment dat de waarde daalt, ondanks dat het nog niet gerealiseerd is.
Vermogensetikettering
- Verplicht ondernemingsvermogen: vermogensbestanddelen uitsluitend dienstbaar aan de
ondernemingsactiviteiten.
- Verplicht privévermogen: vermogensbestanddelen die niet dienstbaar zijn aan de
ondernemingsactiviteiten.
- Keuzevermogen: vermogensbestanddelen die zowel privé als zakelijk worden gebruikt.
Pand niet bouwkundig splitsbaar, ondernemer kiezen of het geheel tot het privévermogen,
zakelijke vermogen behoort of een splitsing maakt. Wel bouwkundig splitsbaar, dan is de
ondernemer verplicht het pand te splitsen in een privé- en ondernemingsgedeelte.
Schuld indien de ondernemer geld leent voor de aankoop van een vermogensbestanddeel geldt
de regel: ‘schuld volgt activum’.
Stakingswinst = winst uit onderneming op het moment dat de onderneming wordt gestaakt of
beëindigd. De stakingswinst omvat stille reserves, goodwill, op te heffen reserveringen en de DIB.
Winst uit onderneming bij samenwerkingsverbanden iedere vennoot of maat wordt geacht zijn
eigen onderneming te drijven (persoonlijke balans en resultatenrekening).
Ondernemersfaciliteiten:
- De oudedagsreserve art. 3.67 IB
De OR moet bij staking of beëindiging geheel worden omgezet in een lijfrenteverzekering.
- De zelfstandigenaftrek art. 3.76 IB
- De stakingsaftrek art. 3.79 IB
Hier kan alleen gebruik van worden gemaakt indien de gehele onderneming wordt gestaakt.
De stakingsaftrek geldt per ondernemer. De ondernemer kan dus max. €3.630 gebruiken.
- De MKB-winstvrijstelling art. 3.79a IB
Het urencriterium is van belang voor ondernemers die o.a. gebruik willen maken van de OR en de
zelfstandigenaftrek (> 1.225 uur feitelijk besteden aan de werkzaamheden voor een of meer
ondernemingen). De bewijslast voor het urencriterium ligt bij de belastingplichtige.
, Het geheel of gedeeltelijk overdragen van de onderneming leidt tot staking van de onderneming. In
verband daarmee moet worden afgerekend over de stakingswinst. Ten aanzien van de vrijval van de
OR en voor de resterende stakingswinst kan gedeeltelijk lijfrenten worden bedongen waarvoor de
premie (gedeeltelijk) aftrekbaar is. De premie komt in mindering op het box 1 inkomen onder
‘uitgaven voor inkomensvoorzieningen’.
Omzetting oudedagsreserve in lijfrente:
Tegenover de belaste vrijval van de OR staat een even groot bedrag aan premieaftrek, zodat per
saldo geen belasting hoeft te worden betaald over de vrijval van de OR. Het bedingen van een
lijfrente voor de OR kan zowel tijdens het bestaan van de onderneming als op het moment van
staking van de onderneming. Wel dienen de liquiditeiten aanwezig te zijn om de premie af te storten
bij een professionele verzekeraar.
Omzetting stakingswinst in lijfrente:
De maximale aftrek is gelijk aan het belaste deel van de stakingswinst maar met een maximum (art.
3.129 IB).
Geruisloze overdracht: Zo ontstaat er geen stakingswinst waarover de ondernemer die de
onderneming staakt, belasting moet afrekenen. De fiscale claims worden doorgeschoven naar de
bedrijfsopvolger. De opvolger kan de belastingclaim compenseren door een lagere overnameprijs
voor de onderneming te bedingen. Deze doorschuifregeling is bedoeld om bedrijfsopvolging
financierbaar te houden en bevordert de continuïteit van ondernemingen. De overnemende
ondernemer moet de overgenomen activa en passiva op zijn balans zetten tegen de fiscale
boekwaarde van zijn voorganger. De waarderings- en afschrijvingsmethoden moet hij continueren.
Ruisende overdracht: Dit houdt in dat de ondernemer zijn onderneming tegen een zakelijke prijs
verkoopt en direct belasting afrekent over de stakingswinst. De overnemende partij neemt de
belastingclaim dus niet over. De overdrager kan meestal een hogere overnamesom bedingen,
aangezien de overnemende partij geen belastingclaim over de stille en fiscale reserves overneemt.
Voor zover de stakingswinst meer bedraagt dan de stakingsaftrek (maximaal € 3.630) rekent de
overdrager af tegen het progressieve tarief van de inkomstenbelasting. De koper profiteert op zijn
beurt gedurende de eerste jaren van een lagere fiscale winst als gevolg van de hogere afschrijving.
Samenwerkingsverbanden: wanneer een eenmanszaak wordt ingebracht in een VOF, CV of
maatschap of wanneer nieuwe partners tot een samenwerkingsverband toetreden, wordt een
gedeelte van de onderneming overgedragen of gestaakt. Er moet dan afgerekend worden over de
stakingswinst.
Contractuele faciliteiten om heffing over stakingswinst te voorkomen:
1. Voorbehoud stille reserves en/of goodwill
Met een voorbehoud stille reserves en goodwill voorkomt u dat u de meerwaarde van uw bedrijf
‘weggeeft’ bij het aangaan van een Vof. Bovendien kunt u daarmee voorkomen dat u direct met de
fiscus moet afrekenen.
2. Inverdienregeling (oplopend winstaandeel)
De huidige ondernemer krijgt gelet op zijn inbreng (arbeid/ vermogen) een verhoudingsgewijs hoger
winstaandeel dan de toetredende partij. Geleidelijk wordt het winstaandeel van de toetredende
ondernemer hoger. Het hogere winstaandeel, wat in feite een overnamevergoeding is, valt in de
gewone winst en wordt belast tegen het progressieve tarief.
3. Buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen
Men kan besluiten om een bedrijfsmiddel niet in te brengen, maar het ter beschikking te stellen aan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ManonCremers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.