100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biologie samenvatting VWO 4 (Biologie voor jou) thema: Voortplanting $3.71
Add to cart

Summary

Biologie samenvatting VWO 4 (Biologie voor jou) thema: Voortplanting

2 reviews
 508 views  5 purchases
  • Course
  • Level
  • Book

Biologie samenvatting VWO 4 (Biologie voor jou) thema: Voortplanting

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • H3
  • October 19, 2019
  • 6
  • 2018/2019
  • Summary
  • Secondary school
  • 102

2  reviews

review-writer-avatar

By: mycraft1105 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: rachida_bek • 3 year ago

avatar-seller
Biologie V4 hoofdstuk voortplanting
Basisstof 1: Jongens en meisjes
Puberteit is de periode waarin het lichaam volwassen wordt (ongeveer 10-17 jaar):

1) Veel veranderingen zowel lichamelijk als geestelijk als voorbereiding op zelfstandigheid en om je
te kunnen voortplanten.
2) Er ontstaan grote verschillen tussen jongens en meisjes zowel lichamelijk als geestelijk.

Adolescentie is de periode waarin iemand geestelijk volwassen wordt (ongeveer 17-25 jaar).

Hormonen zijn chemische stoffen die door hormoonklieren aan het bloed worden afgegeven, en zijn
dus een soort signaal stoffen die door gevoelige cellen (voor dat specifieke hormoon) worden
opgenomen.

Geslachtshormonen spelen een rol bij voortplanting, en de concentratie ervan is verschillend tussen
mannen en vrouwen. Ze beïnvloeden niet alleen lichamelijke maar ook geestelijke verschillen tussen
mannen en vrouwen.

De geslachtsorganen ontwikkelen zich al na een aantal weken na de bevruchting, dit is bepaald door de
concentratie testosteron (veel= jongen, weinig=meisje).

De geslachtskenmerken die bij de geboorte al te zien zijn, heten de primaire geslachtskenmerken. De
geslachtskenmerken die in de puberteit ontwikkelen, zijn de secundaire geslachtskenmerken.

Wanneer selectie plaatsvind op grond van eigenschappen die de kans op voortplanten vergroten (en
dus niet de kans op overleven), speek je van seksuele selectie.

Dit ritueel ( versieren via een vast patroon heet een balts) moet je kennen:

De balts van stekelbaarsjes:

, Basisstof 2: Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting
Verandering tijdens het kopiëren van DNA heet mutatie.

Tijdens de bevruchting versmelt de kern van de zaadcel met de kern van een eicel. Zaad- en eicellen zijn
geslachtscellen (ook wel gameten genoemd).

Door kleine mutaties worden bij ongeslachtelijke voortplanting (voortplanten zonder seks voornamelijk
door prokaryoten en protisten) alles doorgegeven omdat het organisme zichzelf kopieert. Bij
geslachtelijke voortplanting hoeft dit niet, en komt er dus door middel van recombinatie, steeds meer
variatie.

Geslachtelijke voortplanting Ongeslachtelijke voortplanting
+ recombinatie + geen partner nodig
- partner nodig + snelle uitbreiding van de soort
- kost veel energie
(voordelen ‘’+’’, nadelen ‘’-‘’)

Basisstof 3: Geslachtscellen
Tijdens de bevruchting fuseren twee cellen. Ieder van deze cellen bevat 1 volledige set chromosomen.
Een cel met 1 volledige set chromosomen wordt haploïd genoemd, het aantal chromosomen in een
haploïde cel wordt weergegeven met de letter ‘’n’’.

Een bevruchte eicel heet een zygote, en bevat 2 sets chromosomen; dit heet diploïd. Een diploïde cel
wordt aangegeven met ‘’2n’’.

Na de bevruchting groeit de diploïde cel uit tot een organisme. Er ontstaan organen die
voortplantingscellen maken (bij mannen testes (teelballen) en bij vrouwen ovaria (eierstokken)). Hier
ontstaan uit diploïde cellen haploïde cellen.

Het proces waarbij het aantal; chromosomen wordt gereduceerd, heet meiose. Meiose is weer verdeeld
in 2 delingen:

1) Meiose I: hier ontstaan uit een diploïde cel twee haploïde cellen.
2) Meiose II: hier ontstaan uit twee haploïde cellen vier haploïde cellen.

Bij veel organismen zijn mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen niet gelijk. Een eicel (oöcyt) is bij
voorbeeld groter dan een zaadcel (spermacel).

Spermavorming (spermatogenese) gebeurt bij mensen in de testes of teelballen. De testes bevatten
gekronkelde zaadbuisjes. Aan de binnenkant van deze buisjes liggen cellen die zich delen, waardoor
zaadcelmoedercellen ontstaan, hieruit ontwikkelen zich zaadcellen.

Het ontstaan van eicellen uit een eicelmoedercel heet oögenese. Ieder eicel is omgeven door een
blaasje. Het blaasje met de eicel heet het follikel. Aan het begin van de puberteit begint 1 eicel zich te
ontwikkelen, door het hormoon FSH (Follikelstimulerend hormoon). Het follikel groeit door vocht op te
nemen. De eicel, deelt in 2 ongelijke haploïde cellen: een kleine met weinig cytoplasma (deze heet nu
het poollichaampje) en een grote. De eicel is nu groot en puilt uit het ovarium . Onder de invloed van
het hormoon LH barst de follikel open, dit heet de ovulatie (eisprong). Trilharen en spierbewegingen
vervoeren de cel van het ovarium, door de eileiders, richting de baarmoeder. De eicel bevind zich nu in

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pietervandendries. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48072 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.71  5x  sold
  • (2)
Add to cart
Added