Samenvatting Ontstaan en Ontwikkeling Crimineel Gedrag
236 views 24 purchases
Course
Ontstaan en ontwikkeling van crimineel gedrag
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Book
Behave
Samenvatting van alle hoorcolleges, werkgroepen en verplichte literatuur voor het vak ontstaan en ontwikkeling van crimineel gedrag. De verplichte literatuur betreft voorgeschreven artikelen en H1, H2, H6 t/m H8 & H11 van het boek Behave (Robert Sapolsky)
Kernvragen over antisociaal gedrag vanuit verschillende perspectieven
, Week 1: crimineel gedrag en de levensloop
Verplichte literatuur: boek introduction & H1
Hoorcollege ging alleen over het interview en dus niet over tentamenstof. Ook was een
hoofdstuk van een ander boek voorgeschreven die betrekking had op het interview, dus vat
ik die niet samen.
BEHAVE: INTRODUCTION
Mensen zijn niet anti-geweld, sterker nog, geweld op de ‘goede’ momenten wordt
gewaardeerd. Waar we moeite mee hebben is ‘verkeerd’ geweld of geweld op de ‘verkeerde’
momenten. In dit boek wordt gekeken naar de biologie van geweld, agressie en concurrentie.
Het gedrag en de impulsen erachter, van individuen, groepen en staten.
Hierbij twee intellectuele uitdagingen:
Als gedragswetenschappers is het niet de bedoeling dat je maar vanuit één perspectief
bekijkt, maar juist vanuit meerdere perspectieven. Je gaat alle verschillende
perspectieven door om te kunnen verklaren waarom mensen nou bepaalde dingen doen.
Je denkt dus interdisciplinair.
Als gedragswetenschappers moeten we uitvinden op welke momenten we - als mensen
– zijn net zoals of lijken op ieder ander dier en op welke momenten we juist uniek zijn in
ons gedrag.
BEHAVE: CHAPTER 1: THE BEHAVIOR
Gedrag wordt geproduceerd door het zenuwstelsel (seconde voor gedrag plaatsvond), wat
getriggerd wordt door zintuigelijke prikkels (minuten voor gedrag plaatsvond), welke worden
getriggerd door hormonen (uren tot dagen voor gedrag plaatsvond) etc. tot aan evolutie waar
het allemaal begon.
Voor het benaderen hiervan moeten eerst termen gedefinieerd worden, van centraal belang:
Agressie Concurrentie Wrok/wraak
Geweld Samenwerking Vergeving/verzoening
Compassie Altruïsme Verzoening
Empathie Jaloezie Wederkerigheid
Sympathie Leedvermaak Liefde
Het invullen van deze begrippen is echter lastig vanwege hun verschillende vormen en
betekenissen afhankelijk van de context of de perspectief waar vanuit wordt gekeken. Om
het beknopt te houden en framing te voorkomen wordt in dit boek uitgegaan van ‘de biologie
van een mens zijn beste en slechtste gedragingen’.
PRENATALE ONTWIKKELING + BOEK H1
Vernieuwde interesse in genetica
In het verleden misbruikt (eugenetica) voor vooroordelingen en discriminatie:
a. Hitler t.o.v. Joden b. Sterilisatie van native Americans
, Buikhuizen heeft genetisch onderzoek weer beetje op kaart gezet: wilde biologisch
onderzoek doen bij kinderen met gedragsproblemen, die waren biologisch bepaald
volgens hem. Kreeg veel backlash. In jaren ’90 toch langzamerhand interesse voor, maar
onderzoek kon nog wel beter.
Om het ‘grote plaatje’ te begrijpen moet je kijken naar de losse onderdelen (cellen, organen,
lichamen & gedrag) en deze kunnen het beste begrepen worden vanuit de genen.
Ook niet overenthousiast raken met genetica, het zit ergens tussen extremen in.
↓
Genetica en criminaliteit - veel onderzoek richt zich op:
o Antisociaal gedrag
o Antisociale persoonlijkheidsstoornis
o Agressie
Twee onderzoek benaderingen:
1. Algemeen effect van genetische variatie
o Erfelijkheidsstudies (Tweeling / Adoptie studies)
2. Specifieke genen
o Kandidaat genen
o Genome-wide association studies (GWAS)
Erfelijkheidsstudies:
Gaat uit van het overdragen van eigenschappen binnen familie. In begin moeizame
pogingen om dit te onderzoeken, uiteindelijk vooruitgang met tweeling- en
adoptiestudies.
Tweelingstudies
o Elke eigenschap kan bepaald worden vanuit de volgende factoren (cumulatief):
1. Erfelijkheid
2. Gedeelde omgeving
3. Unieke omgeving
o Met wie deel je DNA?
Familielid Gedeeld DNA Gedeelde omgeving / opvoeding
Broer/zus 50% 50%
Monozygoot 100% 100%
(eeneiig)
Dyzigoot (twee-eiig) 50% 100%
o Als de invloed van genetica groter is in monozygote tweelingen en de invloed van
omgeving gelijk is. Dan ligt het verschil in gedrag (agressie) tussen de type
tweelingen, dus aan het verschil in genetische eigenschappen
o Voorbeeld onderzoek:
750 Amerikaanse families
- Monozigoot (269 man)
- Dixigoot (170 man)
Agressie en ‘rule breaking’ gemeten met interview en vragenlijst
, Eigenschap (agressie) = erfelijkheid + gedeelde omgeving + unieke omgeving
- Erfelijkheid = 2 x (MZ - DZ) = 2 x (.62 - .38) = .48
- Gedeelde omgeving = 2 x (DZ – MZ) = 2 x (38 −.62) = .14
- Unieke omgeving = 1 – erfelijkheid – gedeelde omgeving = 1 −.48−.14 = .38
Resultaat 48% komt overeen met review studies = + / - 50% genetisch bepaald
Erfelijkheidsstudies wordt ook veel uitgevoerd met adoptiestudies
o Individuen geadopteerd na hun geboorte delen 100% genen met hun biologische
ouders en 100% omgeving met hun adoptieouders. Alles wat zij delen met hun
biologische ouders is genen, alles wat zij delen met adoptieouders is omgeving.
De beste erfelijkheidsstudie is een combinatie van de bovenste twee studies:
o Monozygote tweeling van jongs af aan geadopteerd, 100% zelfde DNA in
verschillende omgeving (hoe groter verschil, hoe beter). Overeenkomsten tussen de
twee dan toe te schrijven aan genen en verschillen toe te schrijven aan omgeving.
Zo onderzoek naar eeneiige tweeling gescheiden ouders (na geboorte), 1 Joods
opgevoed in Israel, 1 als Nazi in Duitsland. Meerdere overeenkomsten gevonden.
Via erfelijkheidsstudies veel gevonden over erfelijkheid van factoren zoals gedrag en
persoonlijkheidskenmerken. Genetische invloed van bepaalde factoren betekent niet dat
voor elke factor een gen bestaat, genetische invloed gaat vaak via zeer indirecte routes
o Bv. zo zou laag zelfvertrouwen niet zo zeer op zichzelf genetisch beïnvloed zijn, maar
is het gerelateerd aan de lengte van een persoon (genetische invloed) omdat lange
mensen mooier gevonden worden en beter behandeld worden.
Kritiek op erfelijkheidsstudies:
1. Ouders behandelen MZ gelijker dan DZ, assumptie identieke gelijke omgeving fout.
2. MZ (bij 75%) gedeelde placenta dus meer gelijke verdeling aan hormonen en
voedingstoffen vergeleken met DZ, die gescheiden placenta’s hebben.
3. Prenatale invloeden en epigenetische effecten moeder kunnen leiden tot
overeenkomsten die dan onterecht worden toegeschreven aan genen.
4. Mogelijke genetische overlap met adoptieouders.
5. Adoptie ouders vaker “beter af” dan biologische ouders.
Deze punten zijn onvermijdelijk en vergroten dus de invloed van genen, maar effect
ervan is relatief klein (wanneer in studies gecontroleerd voor deze factoren).
Erfelijkheid vs. genen
Genen zijn belangrijk voor (alle) biologische processen
Biologische processen zijn belangrijk voor gedrag, dus ook crimineel gedrag
Biologisch lesje
, Chromosomen: dragers erfelijk materiaal (50/50 van je ouders), 46 in 23 paren
Baseparen / nucleotiden: combinaties van 2 letters, 3.1 miljoen in totaal.
Genen: combinaties van baseparen.
Welk gen bepaalt wat?
95% is ‘junk DNA’ (introns)
5% codeert informatie (exons)
o +/- 150 mil. baseparen
o +/- 20.000 genen
Neurotransmitters, hormonen, receptoren en enzymen = eiwitten
De fysieke vorm bepaalt de functie van het eiwit, elk eiwit met een andere functie ziet er
dus anders uit (bv. cortisol (stress) versus oxytocine (ontspanning)).
Een eiwit wordt opgebouwd uit aminozuren (bouwstenen eiwitten, bepalen soort eiwit).
- 20 soorten
- Eiwit gemiddeld 300 aminozuren lang
De volgorde van verschillende aminozuren bepaalt welk eiwit en dus welke functie:
- Denk aan het maken van woord met letters en welke betekenis dit heeft:
geweldige; 2. gewiegeld; 3. weggeleid
Wat bepaalt volgorde aminozuren? Genen!
- Deze informatie staat opgeslagen in onze genen, in vorm van nucleotiden in DNA. Dit
wordt afgelezen en gekopieerd met (eiwit) en gevormd tot RNA (= transcription).
Vervolgens wordt dit RNA weer gekopieerd tot een eiwit (= translation).
Gen in DNA bevat ‘cake recept’, deze wordt afgelezen en gekopieerd door RNA
(‘boodschappenlijstje’), daar worden ingrediënten verzameld die ‘de cake’ (het eiwit) vormen.
https://www.youtube.com/watch?v=gG7uCskUOrA
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller criminologiesther. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.