HVO- deeltoets 2: college de VP in functie
Wat houdt de vp op zijn plek:
- Implantaten/overkappingen
Vooral in de onderkaak behandeloptie 1.
Deze blijft heel erg goed zitten andere mogelijkheden zijn minder goed
- Kleefpasta, veel in Duitsland verkocht.
- Druk van weke delen (tong)/spierspanning (spieren in de lippen)
- Vacuümzuigen van de prothese
- Kauwkrachten (verticaal) wat houdt hem op zijn plek. Bij goede verdeling van krachten blijft alles goed op zijn plek tijdens
functie.
- Ondersnijdingen geldt vooral voor jongere edentate mensen. Hebben forse ondersnijdingen waar een zachte laag mucosa
over ligt.
Vooral bij gebruik van softliners die over de prothese liggen. Prothese zit op dit moment als een huis.
Kwaliteit van prothese dragen gaat echter omlaag.
- Zwaartekracht
Dezelfde krachten kunnen er weer voor zorgen dat de prothese loskomt.
Hoe komt hij los, als het slecht is uitgevoerd dat komt het juist van zijn plek af:
- Zwaartekracht
- Spierspanning: zorgt er normaal voor dat de prothese op zijn plek blijft.
- Kauwkrachten: wanneer belasting aan een kant plaats vindt of er laterale belasting plaatsvindt gaat de prothese weer van zijn
plek af.
Kauwkrachten verticaal gericht en mooi verdeeld 1 kant belast of laterale
belasting prothese komt van de plek
- Druk van weke delen
Druk van weke delen tijdens functie
- Als je een hele brede prothese maakt, dan past deze niet meer om de kaak heen
Corridor niet aan buitenkant geheel vullen! Dezelfde druk van de weefsels brengt
hem meer op een bepaalde plek dan dat hij op de goede plek blijft.
Slechte protheses niet vastzetten met implantaten.
Voorkeurskant moeten patiënten afleren, zodat de prothese links en rechts gesteund wordt tijdens het
kauwen omdat je anders snel kanteling krijgt van de prothese.
- Is niet makkelijk, aanpassingsvermogen voor een ouderen is minder dan bij jongere patiënten.
Kennis van de anatomie is echt onontbeerlijk, anders snap je niet waarom de ene prothese functioneert en de andere niet.
- Als je weet waar bepaalde spieren lopen en waar ze druk geven leidt de vorgeving van de
prothese.
- Heel veel daarvan gebeurt in het lab je moet dat dus goed aansturen als tandarts.
- Als je beethoogte te hoog maakt dan valt de prothese niet van zijn plek.
Spierspanning, belangrijk voor het op zijn plek houden van de prothesee:
- Onderkant is bepaald door de afdruk.
- Prothese is geen tandvervanging maar een kaakvervanging met elementen.
Je blijft binnen de natuurlijke ruimte van de mond.
- Aangrijping van orbicularis oris (a+b), als je de elementen verder naar voren toe doet, geeft
het bol vorm i.p.v. hol, dan valt de prothese naar beneden.
Druppelvorm van prothese gevormd zodat orbicularis er in valt en de prothese
stabiel ligt.
Masseter loopt hierlangs en op het moment dat je die aanspant dat er dan ruimte is voor de masseter om hierlangs
te blijven lopen.
Soms kun je patiënten die heel lang ongelukkig zijn met hun prothese, ietsje bij frezen en dan maak je ze helemaal
gelukkig.
- Levitor anguli oris en depressor anguli oris, als je hoektanden niet goed staat druk je ook op dat moment de prothese aan de
kant.
Trek in de richting van de wangligamenten
- Zygomaticus trekt met delen van de buccinator richting de zygomatic ridge.
- De risorius loopt naar achter met delen van de buccinator, richting de diagonaal
- Ruimte voor de masseter.
Als dat niet hol is uitgevoerd dn zorgt dat hij
hem constant klemzet en vastzet.
Als je die ruimte te veel opsluit veel
bewegingsbeperking.
, Waar zetten we de tanden neer:
- Welke zet je erneer en uit welk concept pas je toe en welke elementen passen daarbij.
- Regels frontelement positie:
Cpc lijn respecteren, niet te ver naar voren gaan.
De CPC lijn zorgt ervoor dat je front elementen niet te ver van de kaak
afgaan.
Lijn die je boven aan kunt geven achter de papilla langs. Lijn die
belangrijk is bij plaatsbeepaling van dee frontelementen.
o Cuspidaat-papilla incisivacuspidaat lijn
Doel: frontelementen niet te ver van de kaak af.
Geen hefboom creëren, bij de natuurlijke stand in de buurt komen.
‘We zijn geen plastisch chirurg’ dus rimpels kunnen we niet laten verdwijnen met een prothese.
- Niet in contact/licht in contact al naar gelang concept
- Kaakkam positie onder
- Positie zijdelingse delen:
Onder is een zwakke schakel dus alles op onder afstemmen. Maar als er twee
implantaten in worden gezet is boven de zwakke schakel.
Onder moet leidend zijn.
Eerste keuze is eigenlijk implantologie OK.
Ten zij er echt factoren zijn dat dit niet mogelijk is (ontregelde
suikerziekte/metaal allergieën bv).
Positie OK dicteert dus daar wil je graag je kauwkrachten recht op de kaak
afleiden.
Analyse maken hoe je de kauwkrachten recht hier bovenop krijgt.
Waar ligt het hoogste punt van de processus tussen de 2 lijnen.
Andere factor is dat er een diepste punt is op de OK.
Als er kauwkrachten op komen wil de prothese kantelen naar de plek van de diepste punt, want hier is
ook de meeste kracht.
Je wil dus niet dat je prothese dan gaat verschuiven diepste punt moet het centrum van de prothese zijn,
zo kan de prothese dan niet veschuiven.
Op het moment dat je je kauwkrachten daar niet op hebt (bijvoorbeeld teveel elementen richting anderen) dan heeft
de prothese een drang naar voren omdat de kauwkrachten dan te ver naar achteren liggen.
Diepste punt in centrum van kauwkrachten met passer op zijkant van model
aanbrengen.
Op deze plek bij de eerste molaar terecht komen. In centrum van fossa
van eerste molaar.
Aantal elementen wat ervoor en er achter kan staan is afhankelijk van
dit punt. Zoveel elementen neerzetten als er ruimte voor is.
Hoe meer de processus resorbeert, hoe meer de onderkaak naar buiten gaat
wordt steeds breder.
BK is het precies andersom bij resorptie.
Dan heeft de prothese de neiging om te kantelen. Voor gaat dan omhoog. Boven
word je kaak smaller maar onder juist breder.
- En boven dan? Kruisbeet?
Om krachten op te vangen staan de elementen op een bepeaalde manier georienteerd. Processus voor een groot
deel naar buiten. Onder processus wordt breder als processus slinkt. Bij bovenkaak is dit andersom.
Onder is altijd leidend.
- VB. aan ene kant een kruisbeet een aan andere kant een neutrale beet (lingualzied occlusion) ingebouwd.
Kruisbeet buccale knobbels boven in fossa van onderkant geplaatst.
Maakt niet uit dat je dit inbouwt want anders probleem bij opstelling en vervolgens probleem meet de
processus.
Kijken waar de top van de proceessus zit want hier worden de krachten verder afgeleid moet weten of die afleiding van de
krachten goed uitkomt.
Articulatie concept, is er keuze?
- Bilateraal gebalanceerd;
Alle elementen tijdens eerste mm articulatie zoveel mogelijk in contact. Alle elementen in contact technisch best
een uitdaging.
Front iets later.
Mensen die een klasse 2-2 hebben, zijn niet gewend om grote bewegingen te maken met de onderkaak daarom is
gebalanceerd contact dan niet handig.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suusjevan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.