100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Political Geography $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting Political Geography

9 reviews
 384 views  68 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een uitgebreide samenvatting van het boek 'Political geography' van Flint & Taylor. De samenvatting omvat alle hoofdstukken.

Preview 4 out of 73  pages

  • No
  • Hoofdstukken 1-8
  • October 20, 2019
  • 73
  • 2019/2020
  • Summary

9  reviews

review-writer-avatar

By: robinimmerzeel • 2 months ago

review-writer-avatar

By: sophievdgraaf • 2 year ago

review-writer-avatar

By: stuvia59 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: lindagras • 3 year ago

review-writer-avatar

By: merelclaasen • 3 year ago

review-writer-avatar

By: cvanoosten • 4 year ago

review-writer-avatar

By: pascalgodee • 4 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Samenvatting Political Geography
Hoofdstuk 1: A world-systems approach to political geography
Introduction
Met een ‘world-systems analysis’ kan de maatschappij in brede geografische en historische termen worden
bekeken in plaats van individuele landen. Gebeurtenissen kunnen in een bredere context worden geplaatst op deze
manier.

World-systems analysis
Het gaat hierbij om hoe sociale verandering wordt geconceptualiseerd.
 Multiple-society assumption  het idee dat elke verandering in de samenleving van elke individuele staat
apart wordt bekeken. Sociale verandering gebeurt dus per land en is een orthodoxe denkwijze.
 Single-society assumption van de world-system/world-economy  de samenlevingen zijn onderdeel van
een groter geheel en sociale verandering in een land kan alleen worden begrepen binnen een grotere
context van het moderne ‘world-system’.
o Al eerder waren er pogingen tot een nieuwe denkwijze i.p.v. de orthodoxe en Wallerstein heeft
hier gebruik van gemaakt:
 The Annales school of history  meer nadruk op de lange termijn behoud/patroon van
de economie en milieu en geschiedenis i.p.v. de politiek.
 Marxistische kritiek  op de development theories zoals de modernization. Het was
meer en development of underdevelopment, waarbij de armere landen armer worden
zodat een aantal landen rijker kunnen worden. Voor nieuwe staten was het dus niet
meegaan in de ontwikkeling maar het proces van ontwikkeling op mondiale schaal
veranderen.

Historical systems
Er is generalisatie in de vorm dat er gedacht wordt dat er één manier is waarop landen zich kunnen ontwikkelen en
die wijze kan worden gebruikt voor alle perioden en culturen.
Wallerstein is hier tegen en komt met de ‘historical systems’  gemaakt over een periode en bestaat uit
verschillende samenwerkende onderdelen. Er zijn veel verschillende systemen geweest en nu een namelijk de
modern world-system.

Systems of change
Er zijn volgens Wallerstein drie grote entiteiten van historical systems geweest. De entiteiten worden ingedeeld op
basis van de manier van productie ofwel de organisatie van de materiele basis van de samenleving.
 Mini-system  een wederkerig systeem van productie (reciprocal-lineage mode of production). Er is een
beperkte specialisatie van taken. Het zijn kleine families of groepen en erg lokaal in de reikwijdte en
bestaat voor een paar generaties. Deze mini-systems bestaan nu niet meer aangezien ze in het grotere
geheel van het wereldsysteem zijn gegaan.
 World-empire  een vorm van productie waarbij de productie wordt herverdeeld (redistributive-
tributary mode of production). Er is een groep landarbeiders die een overschot krijgen door
technologische vooruitgang en hierdoor een nieuwe groep arbeiders ontstaat die niet in het land werken.
Zij eigenen wel een deel van de productie van de landarbeiders toe en zij vormen de ‘military-bureaucratic
ruling class’. Hierdoor ontstaat een ongelijkheid in het systeem. Het is te vinden in bijv. het feodale stelsel
in Europa.
 World-economy  een kapitalistische vorm van productie, waarbij winstgevendheid het belangrijkste is.
Er is geen bovenliggend politieke structuur en de markt heeft hierbij de controle.
o Het is een zwak systeem en vaak werd het weer teruggetrokken naar een world-empire, behalve
in Europa vanaf 1450. In 1900 heeft het systeem de hele wereld overgenomen.


Types of change

1

,De entiteiten zijn de objecten van verandering en het zijn de samenlevingen waar de verandering in plaatsvindt. Er
zijn vier type veranderingen:
 Transition  een verandering van een systeem naar een ander systeem. Bijv. van feodalisme naar
kapitalisme in Europa na 1450.
 Transformation  een extern proces veroorzaakt door incorporatie. World-empires hebben mini-systems
betrokken en veroverd en de levensstijl van de mini-systems is aangepast aan die van de world-empire.
 Discontinuity  gebeurt tussen verschillende entiteiten bij ongeveer dezelfde locatie waar beide
entiteiten dezelfde vorm van productie hebben. Het systeem breekt en een nieuwe wordt gevormd in die
plek. Bijv. de val van het Romeinse Rijk in West-Europa en de opkomst van het feodale Europa.
 Continuities  dit gebeurt binnen systemen zelf. Entiteiten zijn dynamisch en veranderen constant. Deze
veranderingen zijn:
o Linear
o Cyclical  een patroon van ‘rise and fall’

The error of developmentalism
World-economy is het enige systeem dat nu nog bestaat.
De moderne sociale wetenschappen hebben modellen voor development ontwikkeld, waarbij er een lineaire
patroon is van verschillende stages die landen/samenlevingen moeten doorlopen en dit pad kan voor ieder land
worden toegepast zodat de arme landen ook rijk worden. Rostow’s ‘stages of economic growth’ is hier een goed
voorbeeld van  5 stages waarbij een arm land naar een rijk land gaat en gebruikt om de landen een positie te
geven op de ladder.

Er wordt dus gedacht dat het pad van de rijke landen ook voor de arme landen gebruikt kan worden maar dit mist
de context waarbinnen ontwikkeling gebeurt en laten de zwakte van de multiple-society assumptie zien  de
locatie van elk land ten opzichte van elkaar op de ladder zou eigenlijk niet uitmaken als de sociale verandering van
land tot land individueel gebeurt.

De world-system analysis accepteert deze modellen niet, maar ziet juist dat alle landen onderdeel zijn van een
systeem en te maken met de development of underdevelopment.

The basic elements of the world-economy
 A single world market  productie is voor ruil en niet voor gebruik, de producenten consumeren de
producten niet zelf maar verkopen ze op de markt. De markt bepaalt de waarde van de
consumptiegoederen en de meest efficiënte producent kan de prijzen bepalen ten opzichte van de minst
efficiënte producent. Hierdoor is er een ongelijke economische ontwikkeling in de wereld.
 A multiple-state system  er zijn meerdere politieke staten in de world-economy, aangezien als één staat
macht zou hebben over het hele systeem de wereldmarkt politiek zou worden, concurrentie zou
wegvallen en er zal een transformatie plaatsvinden naar een world-empire. Toch hebben staten wel
macht over het systeem en ook steeds meer proberen staten hun macht uit te breiden. Dit leidt tot een
druk op machtbalans.
 A three-tier structure  een politiek element. Het exploitieve karakter van de world-economy werkt met
drie lagen, waarbij de middelste laag kan zorgen voor een balans en stabiliteit. Een voorbeeld is de ‘semi-
periphery’ die de twee uiterste in het wereldsysteem scheidt.

Dimensions of a historical system
Er wordt gewerkt met een space-time matrix.
 Time dimension  een sociaal ‘product’ van de dynamiek van de world-economy
 Space dimension  een sociaal ‘product’ van de structuur van de world-economy

The spatial structure of the world-economy
De spatial structure is dynamisch.
The geographical extent of the system


2

,De world-economy is ontstaan in 1450 en in 1900 in de hele wereld. De entiteiten worden gescheiden door hun
werkverdeling die nodig zijn voor het systeem, waarbij in sommige gevallen ook de handel en distributie van
goederen een noodzakelijk element zijn terwijl in andere gevallen die handel alles nuttig is voor degene die er
direct bij betrokken zijn en daarmee hoort het bij de external arena van dat systeem.
Het begin van de European world-system bestond hiermee uit West- en Oost-Europa, Zuid- en Centraal-Amerika.
De rest van de wereld was external arena. Later werden meer gebieden bij het systeem betrokken door bijv.
incorporatie totdat er geen external arena meer was.

The concepts of core and periphery
De moderne wereld wordt vaak ingedeeld in kern en periferie, waarbij het vrijwel onveranderd blijft. Het gebruik
van de termen ‘kern’ en ‘periferie’ is geheel anders in de world-economy  het wijst naar processen en niet naar
gebieden.
In de kern zijn kernachtige processen, met relaties van hoge lonen, hoogwaardige technologie en gediversifieerde
productie, en in de periferie periferieachtige processen, met lage lonen, laagwaardige technologie en simpele
productie mix. De processen waarbij een land kern of periferie wordt of is, wordt niet bepaald door het product
wat gemaakt wordt maar door de sociale relaties in en tussen landen.

The semi-periphery category
Het is een combinatie van de kern en periferie processen. De sociale relaties van deze zone is dan dat ze de
periferie exploiteren maar geëxploiteerd worden door de kern. Het is een belangrijke middel zone tussen de kern
en periferie en erg dynamisch.

The dynamics of the world-economy
The world-economy zou in een cycli zijn ontwikkeld.

Kondratieff cycles
Er zijn hierbij twee fasen; groei (A) en stagnatie (B), waarbij vier cycles al hebben plaatsgevonden en fase V vanaf
2000/2003 begon. Economische fenomenen zijn in de fasen te zien en gaat hierbij wel om de mondiale
economische groei maar voor verschillende landen zijn ook verschillende uitwerkingen.

De oorzaken van deze cycli kunnen liggen in de technologische veranderingen, waarbij in fase A veel innovaties
plaatsvinden. De innovaties vinden niet plaats in een lineaire manier maar via cycli, omdat het kapitalistische
systeem geen centrale politieke controle heeft maar beslissingen door verschillende mensen en gedecentraliseerd
worden genomen. Entrepreneurs denken aan het korte termijn en in fase A is er een goede economische tijd dus
zijn er veel investeringen in productie omdat er veel winstgevendheid is. Dit kan leiden tot een overproductie en
een einde aan fase A. Daarna komt fase B waarbij winstgevendheid laag is en investeringen namelijk worden
gedaan, wat rationeel is voor de entrepreneur maar niet voor het systeem als een geheel. Dit wordt de anarchy of
production genoemd. De B-fase kan hiermee gezien worden als een fase van herstel voor het weer beter wordt in
fase A. De oude productie en industrieën worden vervangen door nieuwe, wat samengaat met politieke
beslissingen. Een voorbeeld is het verplaatsen van bedrijven naar gebieden met lage lonen. Bij de A-fase hoort
naast de innovatie ook een toename in de vraag naar producten.

Landen zullen in de B-fase proberen de kernachtige productie en consumptie te krijgen en in principe zou het
aantal mensen dat bij de kern hoort dan ook toenemen, waardoor gedacht kan worden dat de kern-periferie
hiërarchie zou verdwijnen  wordt gecompenseerd doordat samenlevingen en gebieden naar de periferie gaan in
de B-fase.

De Kondratieff cycles kunnen helpen bij het maken van cycli van politiek gedrag.

‘Logistic’ waves
Voor 1780 zouden er langere ‘waves’ zijn geweest die ‘logistics’ worden genoemd. Ook deze hebben een A-fase en
een B-fase. De tijden zijn wat onzekerder maar bewijs is gevonden.


3

,  Wave 1 (1050 –A – 1250—B – 1450)  de opkomst van het feodale systeem en de neergang van het
systeem.
 Wave 2 (1450 – A – 1600 – B – 1750)  een nieuw productie systeem van plunderingen, nieuwe
handelsroutes en technologische vooruitgang in de landbouw. Dit leidde volgens Wallerstein tot een
world-economy op basis van landbouwkapitalisme.
o De crisis van de B-fase was anders dan de eerste wave, omdat het geen echte val was maar meer
een reorganisatie van het bestaande wat daarmee meer lijkt op de Kondratieff waves.

A space-time matrix for political geography
Verschillende staten zijn opgekomen in de waves en veranderingen van kern-periferie hebben plaatsgevonden.
Staten hebben zich gereorganiseerd in de fases waarbij ze naar een kern of semi-periferie positie kunnen zijn
gekomen, maar ook staten waarbij het minder succesvol is geweest.
De space-time matrix helpt bij het contextualiseren van politieke gebeurtenissen in tijd en ruimte.

Power
Politiek is belangrijk in de world-economy en de benadering laat de ‘spatiality of power’ zien.

Types of power
Er zijn volgens Allen drie vormen van macht:
 Power as a capacity  de macht die een individu, groep of andere instituties bezitten afhankelijk van de
positie van andere individuen, groepen en instituties.
o Bijv. een politieman die macht heeft gekregen door zijn bureau.
 Power as a resource  de capaciteit om macht te mobiliseren om bepaalde doelen te bereiken.
o Bijv. diplomatieke macht, militaire technologie om aan te vallen.
 Power as strategies, practices and techniques  macht die je krijgt door bepaald gebruik van woorden en
‘common sense’.
o Bijv. Het idee dat de concurrentie in het kapitalistische systeem als ‘granted’ worden gezien of
dat vrouwen een kleinere rol hebben.

Power geometry
De verschillende vormen van macht staan ook in relatie tot elkaar. Er is een ‘power geometry’  de manier waarop
individuen geplaatst zijn binnen netwerken en structureren van macht oftewel hoe ze in relatie staan tot elkaar.
Er zijn hier drie manieren:
 Territorially  macht beperkt tot een bepaald gebied door de reikwijdte van de regelgeving. Dit is
voornamelijk zo bij staten. De machtsrelaties zijn verschillend in verschillende territoriums  de macht is
bij een bepaald gebied en verschillende gebieden werken in een machtsrelatie.
 Networks  van de assumptie dat interactie tussen staten wordt onderzocht naar transnationalisme (=het
idee dat netwerken de staatsgrenzen overschrijden).
o Onderzoek naar netwerken is op twee manier gekomen:
 Network society (Castells)  informatie en kennis zijn de belangrijkste goederen in de
wereld en deze zijn via verschillende netwerken georganiseerd. Het leidde tot een
verandering van ‘space of places’ (verzameling van verschillende ‘locales’) naar ‘space of
flows’. Dit laatste zorgt voor een vermindering van de macht van de staat.
 Actor-network theory  de links tussen de nodes en wat er tussen de nodes beweegt is
belangrijk. Macht ligt bij degene die het netwerk moeten behouden, macht is dus de
controle van de stroom of mobiliteit.
 Geographical scale  te begrijpen door:
o Scope  dit is wie er aan elke kant van een conflict staan en erbij komen door het conflict te
vergroten en steun te vragen. Bij een conflict is er altijd een winnaar en een verliezer, waarbij de
zwakke partij probeert de strijd te winnen door de ‘scope of the politics’ te veranderen. Een
voorbeeld is Vietnam die tijdens de Vietnamoorlog de internationale mening aan hun kant
probeerde te krijgen en zo Amerika weg te krijgen uit het land.


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manoukvl. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  68x  sold
  • (9)
Add to cart
Added