Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad en wanprestatie (3754AOQ6VY)
Summary
Samenvatting Werkgroep week 7
32 views 1 purchase
Course
Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad en wanprestatie (3754AOQ6VY)
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Uitgebreide werkgroepaantekeningen van week 1 t/m 7 (compleet) van het vak Aansprakelijkheidsrecht uit onrechtmatige daad en wanprestatie, master Privaatrecht aan de UvA (blok 1).
Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad en wanprestatie (3754AOQ6VY)
All documents for this subject (7)
Seller
Follow
Lotte1906
Reviews received
Content preview
Werkgroep Aansprakelijkheidsrecht week 7 – schade
Stappen
1. Aansprakelijk?
2. Vergoeding?
3. Hoogte van de vergoeding?
Het uitgangspunt is dat iemand die aansprakelijk is voor 100% de schade moet
vergoeden, en andersom.
Proportionele aansprakelijkheid. Stel je bent voor 40% aansprakelijk (dat is eigenlijk die
100% aansprakelijkheid). Dan kan de vergoedingsplicht dus niet nog hoger worden.
Verschil tussen die vestigingsfase en vergoedingsfase is soms lastig, vooral bij
causaal verband. Tip: begin bij het begin. Is er een aansprakelijkheidsgrond? Daarin zit
altijd een CSQN! Alleen als er een CSQN-verband is, is die persoon wellicht aansprakelijk.
Dat CSQN-verband is makkelijk aan te vechten (andere oorzaken): makkelijk om te
toetsen is de tekortkoming/OD weg te halen, en kijken of de schade er nog steeds niet.
Als de CSQN-toets faalt, is die persoon sowieso niet aansprakelijk! Het causale verband in
de vestigingsfase moet dus altijd eerst. De aansprakelijkheidsgrond neem je mee naar
art. 6:95, en loop je tegen nóg een causaal verband, art. 6:98: de schade (alle posten net
als de schade in volle omvang) moet ook worden toegerekend aan de tekortkoming (niet
aan de dader, dat heb je in de vestigingsfase al gedaan). Brunner-regels. Een mogelijk
verweer op grond van deze bepaling is bijv dat de schade zo raar is dat het onverwacht
is. De Brunner-regels zijn handig, maar het is ook vaak gezond verstand.
Onvoorzienbare schade zit opgeslagen in art. 6:98. HR Hartpatiënt: aansprakelijkheid
staat vast. Tractor heeft meneertje aangereden. De aanrijding was minimaal. Meneertje is
erg geschrokken ondanks een milde aanrijding, maar hij is geschrokken omdat hij
hartpatiënt is. Het verweer dat deze schade te onverwacht en onvoorzien is, werd
afgewezen, alle schade werd vergoed. De Hoge Raad: dit heeft te maken met de
predispositie van het slachtoffer én omdat het letselschade is. Dat is de pech van de
dader. Dat kan onrechtvaardig voelen, maar als het voor rekening komt van het
slachtoffer is het nog onrechtvaardiger. Ander voorbeeld is de eierschedel. Als een
verweer van een te ver verwijderd verband slaagt, is er dus wél een CSQN-verband.
In art. 7:658 zit twee keer een causaal verband. Het causaal verband tussen de
werkzaamheden en de schade wordt aangenomen. Dat mag worden weerlegd door de
werkgever, maar bij een bedrijfsongeval is dat moeilijk. Dat gegeven CSQN-verband is
moeilijker bij de beroepsziekte, want daar is het makkelijk te betwisten. Dat is causaal
verband 1.
Het tweede causale verband uit deze bepaling is dat de werkgever mag zeggen: het
causaal verband ontbreekt want ik ben niet in mijn zorgverplichting tekort geschoten. Dit
is niet per se een causaliteitsverweer: gewoon geen tekortkoming. Denk aan de
windvlaag: de werkgever betwist het CSQN-verband dat hij zelf moet stellen. De
werknemer wordt tegemoet gekomen in de bewijslastverdeling. De tweede verweer is:
als ik aan mijn zorgverplichting had voldaan, had dat niet uitgemaakt. Dit is wel een
causaliteitsverweer. Dit is causaal verband 2. Ook met beroepsziekten is dit een
ingewikkelder verhaal.
Dit zit allemaal in de vestigingsfase! Dit gaat nog steeds over de
aansprakelijkheidsgrond.
Let op: bij aansprakelijkheid op grond van art. 7:658 kan geen eigen schuld.
Verschil tussen tegenbewijs en tegendeelbewijs is dat je bij tegendeelbewijs het
tegendeel moet bewijzen! Terwijl bij tegenbewijs slechts aannemelijk maken/twijfel
zaaien.
Casus
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lotte1906. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.