Bedrijfsadministratie periode 3.2
Hoofdstuk 3
§3.1 grondstoffen tegen VVP
Kostensoorten:
• Kosten van grond- en hulpstoffen
• Kosten van menselijke arbeid
• Kosten van slijtende dpm
• Kosten van grond
• Kosten van diensten van derden
• Kosten van belastingen
• Interestkosten
• Kosten die verband houden met het vormen van voorzieningen
Werkelijke kosten zijn kosten die berekend worden door de werkelijke verbruikte
hoeveelheden van de verschillende opgeofferde productiemiddelen te
vermenigvuldigen met de werkelijke prijzen.
Toegestane kosten zijn kosten die berekend worden door de toegestane (meest
efficiënte) hoeveelheden van de verschillende opgeofferde productiemiddelen te
vermenigvuldigen met de standaardprijzen.
Tegen vaste verrekenprijs:
Dit wordt gedaan bij sterk wisselende inkoopprijzen. Er ontstaan dan wel
prijsverschillen bij inkoop die we afzonderlijk in de administratie boeken in rubriek 3
als correctie van de voorraad.
Boeking ontvangst grondstoffen (inkoopboek)
300 Voorraad grondstoffen
(320) Prijsverschillen bij inkoop grondstoffen
aan/ 140 Crediteuren
Indirecte verbruiksmethode: verbruik wordt gemeten via het opstellen van een
goederenbeweging, dus beginvoorraad + ontvangsten - eindvoorraad = verbruik
Directe verbruiksmethode: Bij deze methodiek worden alle mutaties vanuit het
magazijn plaatsvinden geregistreerd. Registratie vind plaats in een
kantoorvoorraadadministratie (KVA).
De voorraadverschillen worden weg geboekt op de rekening 481 voorraad
verschillen. De prijsverschillen worden weg geboekt naar de rekening 950 Resultaat
prijsverschillen.
Opbouw VVP
• De verwachte gemiddelde inkoopprijs per product
• De verwachte gemiddelde directe (kosten waarvan eenvoudig en nauwkeurig
kan worden vastgesteld voor welke grondstoffen/producten ze worden gemaakt)
inkoopkosten (vrachtkosten, invoerrechten)
• De verwachte gemiddelde indirecte (kosten die niet specifiek gemaakt worden
voor bepaalde grondstoffen/producten) inkoopkosten
, • De verwachte gemiddelde magazijnkosten
Doordat er in de VVP gebruikt wordt gemaakt van indirecte kosten ontstaat er een
kostenresultaat tussen werkelijke indirecte kosten en de opslag indirecte kosten.
Kosten van arbeid
Brutoloon: het bedrag dat werkgever als kosten boekt in rubriek 4.
Nettoloon: het bedrag dat de werkever uitbetaald aan de werknemer.
Directe lonen: dat gedeelte van de brutolonen waarvan eenvoudig en nauwkeurig
aan te geven valt voor welke producten ze zijn gemaakt.
Indirecte lonen: Dat gedeelte van de brutolonen waarvan eenvoudig en niet
nauwkeurig aan te geven valt voor welke producten ze zijn gemaakt.
loonverdeelstaat: heeft betrekking op de verdeling van de brutolonen in directe
en indirecte lonen —> tegenboeking op 280 (debet) tussenrekening lonen
410 directe lonen
411 indirecte lonen
Aan 280 tussenrekening lonen
Loonlijst: heeft betrekking op het berekenen van de nettolonen (is in feite een
recapitulatie van alle salarisstroken binnen een onderneming) —> tegenboeking op
280 (credit) tussenrekening lonen (bruto loon - loonheffing - sociale lasten =
nettoloon)
280 tussenrekening lonen
Aan 150 te betalen loonbelasting
Aan 152 te betalen sociale lasten
Aan 155 te betalen nettolonen
Kosten werkgever (A+B+C):
A. Bijdrage pensioenpremie werkgever
B. Werkgeverspremie sociale verzekeringen
C. Bruto loon/ vakantietoeslag
Kosten werknemer (D+E+F):
D. Bijdrage pensioenpremie werknemer
E. Werknemerspremie sociale verzekeringen
F. Loonbelasting (E+F= loonheffingen)
Opbrengst voor werknemer:
G. Nettoloon (C-D-E-F=G)
Overige kosten van arbeid
413 kosten vakantietoeslag
412 sociale lasten (werkgever)
414 kosten pensioenen
Aan 153 te betalen vakantietoeslag
Aan 152 te betalen sociale lasten (153 en 152 samen is af te dragen
loonheffingen)
Aan 154 te betalen pensioenpremies
Kosten van machines
Afschrijvingsmethoden
• Vast percentage van de boekwaarde
• Vast percentage van de aanschafprijs (lineair)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Artdeco. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.