Arresten Internationaal Recht
WEEK 1
Lotus Arrest
Nadat een Frans en Turks schip in aanvaring met elkaar kwamen op de Middellandse zee claimt Turkije
jurisdictie en gaat over tot vervolging van de Franse kapitein, die het ongeluk veroorzaakte. Heeft Turkije
jurisdictie?
Het Hof overweegt dat er geen beginsel van internationaal recht door Turkije is geschonden als gevolg van de
vervolging van de Franse luitenant. Een beginsel, dat een land verbiedt een persoon van buitenlandse afkomst
te vervolgen voor het plegen van een strafbaar feit met gevolgen die plaatsvinden op het grondgebied van de
vervolgende staat, ontbreekt daarbij ook.
Het Hof overweegt daarbij dat de eerste en voornaamste beperking die internationaal recht oplegt aan een
staat is dat zij geen macht heeft op het grondgebied van een andere staat. Jurisdictie is territoriaal, de enige
manier waarop een staat buiten zijn territoir jurisdictie uit kant oefenen is door een regel van gewoonterecht
of een internationaal verdrag. Met betrekking tot gewoonterecht over weegt het Hof dat voordat een regel een
regel van gewoonterecht is, aan twee voorwaarden moet zijn voldaan, namelijk:
- Ten eerste moet er een statenpraktijk zijn, een constante en uniforme uitoefening van de regel;
- Ten tweede moet er sprake zijn van opino juris, de overtuiging dat het gewoonterecht is.
Turkije had als enige staat jurisdictie om tot vervolging van de kapitein over te gaan.
Legality of the Threat or Use of Nuclear Weapons
Is het dreigen met gebruik van nucleaire wapen toegestaan onder het internationaal recht? Het Internationaal
Gerechtshof gaat na of hieromtrent regels van internationaal gewoonterecht bestaan:
- In de laatste decennia kan een groeiende interesse worden geconstateerd voor de regulering van
kernwapens: in het kader van de VN zijn daartoe veel stappen genomen. Dit duit op de groende
rechtsovertuiging (opinio juris) dat het gebruik van kernwapens moet worden verboden.
- Tegelijkertijd zijn kernwapens nog steeds een cruciaal element in de politieke doctrine van een aantal
machtige staten. Er is geen algemeen praktijk waaruit de regel kan worden afgeleid dat het gebruik
van kernwapens is verboden. Dus: met rechtsovertuiging maar zonder algemene praktijk is er in
principe (behoudens uitzonderingen) geen regel van internationaal gewoonterecht.
North Sea Continental Shelf (F.R. Germany v. Denmark; F.R. Germany v. Netherlands)
Aan welke eisen moet statenpraktijk voldoen om relevant te zijn voor de vorming van internationaal
gewoonterecht? Het IGH geeft algemene regels voor het constateren van gewoonterecht:
- Als een regel in een multilateraal verdrag is opgenomen, kan dit een argument zijn om te spreken van
een gewoonterechtelijke regel, mits er voldoende ratificaties en toetredingen tot het verdrag zijn;
- Het verstrijken van tijd sinds de vaststelling van de regel is niet noodzakelijk: een korte tijdsverloop
hoeft de vorming van gewoonterecht niet in de weg te staan.
- Algemene praktijk: gedurende dit tijdsverloop moet het gedrag van staten (state practice), omvangrijk
(extensive) en vrijwel uniform (virtually uniform) zijn.
Military and Paramilitary Activities in and against Nicaragua (Nicaragua v. United States)
VS levert steun aan contrarebellen en Nicaragua stelt dat de VS daarmee de normen van het VN-verdrag en
normen van internationaal gewoonterecht (verbod op gebruik van geweld, art. 2(4) VN-Handvest) heeft
geschonden. VS beroept zich onder meer op voorbehouden die zij bij het VN-verdrag hebben gemaakt.
Vanwege dit voorbehoud moet het Hof zich richten op de gewoonterechtelijke en (dus niet verdragsrechtelijke)
regel.
Rechtsregel: Het gewoonterecht kan aanvullend op het verdragenrecht worden toegepast: beiden bestaan
naast elkaar. Niettegenstaande het voorbehoud bij het verdrag van de VS kan alsnog een schending worden
geconstateerd op basis van het gewoonterecht. Het feit dat de VS handelt in strijd met gewoonterechtelijke
geweldsverbod doet af aan het criterium ‘vrijwel uniform’ waarmee gewoonterechtelijke regels worden
vastgesteld. Het doet niet af aan de gewoonterechtelijke status van het geweldsverbod: de rechtsovertuiging
compenseert.
Armed Activities in the Territory of the Congo (New Application: 2002) (D.R. Congo v. Rwanda)
Op 28 mei 2002 heeft de Democratische Republiek Congo (DRC) bij de griffie van het Hof een verzoekschrift
ingediend tot inleiding van een procedure tegen Rwanda wegens "massale, ernstige en flagrante schendingen
van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht", die het gevolg zijn van:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AESAnouk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.