Samenvatting Blok 1 Gw (GGZ2021 ): Kinder en jeugdpsychologie INCLUSIEF ONDERWERPEN DIE OP HET TENTAMEN KOMEN (tentamencijfer 9.4)
31 views 4 purchases
Course
Kinder en Jeugdpsychopathologie (GGZ2021)
Institution
Maastricht University (UM)
Dit is een complete samenvatting en uitwerkingen van de taken van kinder en jeugdpsychologie. Ik ben momenteel tutor en benoem onderwerpen die zeker op het tentamen komen apart, leer dit document goed en je behaalt ook een mooi punt!
Een verstandelijke beperking verwijst naar beperkingen in beide intelligentie en adaptief
gedrag. Het is een neurologische stoornis waarbij symptomen die in de ontwikkelingsperiode
beginnen, afwijking veroorzaken in het sociaal, persoonlijk, academisch of beroepsmatig
functioneren.
DSM 5 criteria
Aan de volgende 3 criteria moet worden voldaan:
• Tekorten in intellectuele functies, zoals redeneren, probleem oplossen, plannen,
abstract denken, oordelen, academisch leren en leren door ervaring. Dit moet bevestigd
zijn door klinische beoordeling en geïndividualiseerde, gestandaardiseerde
intelligentietesten.
• Tekorten in adaptief functioneren die resulteren in het niet voldoen aan ontwikkelings-
en sociaal culturele normen voor persoonlijke onafhankelijkheid en sociale
verantwoordelijkheid. Zonder voortdurende ondersteuning beperken de adaptieve
tekortkomingen het functioneren in een of meer activiteiten van het dagelijks leven,
zoals communicatie, sociale participatie en onafhankelijk leven, over meerdere
omgevingen, zoals thuis, op school, op het werk en in gemeenschap.
• De ciënties in verstandelijke (intellectuele) functies en het aanpassingsvermogen
beginnen tijdens de ontwikkelingsperiode (eerste 3-4 jaar).
Aan criterium B wordt voldaan als minstens één domein van het adaptieve functioneren
(conceptueel, sociaal of praktisch) zo sterk verzwakt is dat er voortdurend ondersteuning nodig
is.
Invloed van IQ
De verschillende niveaus van ernst worden gede nieerd volgens het adaptief functioneren en
niet volgens de IQ-scores, want dat functioneren bepaalt de hoeveelheid benodigde
ondersteuning. Er is een klinisch oordeel nodig om de resultaten van een IQ-test te kunnen
interpreteren.
Flynn-e ect; de gemiddelde score op intelligentietesten van een gegeven populatie stijgt over de
jaren heen. Een IQ-test wordt genormeerd op een representatieve groep personen met een
gemiddelde van 100. De test moet dus steeds strenger worden; zonder normering zou het
gemiddeld gemeten IQ hoger zijn
Gradaties van verstandelijke beperking
Tekorten worden opgedeeld in;
• Conceptueel: competenties op het gebied van geheugen, taal, lezen, schrijven,
rekenkundig redeneren, probleem oplossen.
• Sociaal: het besef van de gedachten, gevoelens en ervaringen van anderen (empathie).
• Praktisch: het leervermogen en zelfmanagement in verschillende levenssituaties,
waaronder zelfverzorging.
1
fi ff fi
,Lichte/mild vorm van verstandelijke beperking: IQ 55-70 (85%): regulier onderwijs
• Conceptuele domein: problemen met lezen, schrijven, rekenen, klokkijken of geldbeheer.
Bij volwassenen is er een beperking in abstract denken en executieve functies.
• Sociale domein: onvolwassen gedrag in sociale interacties. Moeite met het ontvangen
van sociale cues. Er kan sprake zijn van problemen met reguleren van emoties en gedrag.
• Praktische domein: meer ondersteuning nodig bij complexe dagelijkse taken als
boodschappen doen, vervoer, huishouden organiseren.
Matige vorm van verstandelijke beperking – IQ 40-54 (10%): speciaal onderwijs
• Conceptuele domein; Taal en lees-, schrijf- en rekenvaardigheden en klokkijken zich
minder goed. Ontwikkeling van schoolse vaardigheden bij volwassen is van basaal niveau.
• Sociale domein; verschilt duidelijk van leeftijdsgenoten in sociaal en communicatief
gedrag. De betrokkene is in staat om sociale relaties aan te gaan, maar is niet altijd in staat
om sociale signalen te interpreteren.
• Praktische domein; kan voorzien in persoonlijke behoeften van eten, aankleden,
stoelgang en hygiëne, maar heeft daarvoor een lange leerperiode en geheugensteuntjes
Ernstige vorm van verstandelijke beperking – IQ 25-39 (4%): geen onderwijsmogelijkheid
• Conceptuele domein; begrijpt te weinig van geschreven taal, getallen, hoeveelheden, tijd.
• Sociale domein; de gesproken taal is beperkt in termen van woordenschat en
grammatica. Het spreken kan beperkt blijven tot enkele zinnen of woorden.
• Praktische domein; heeft ondersteuning nodig voor alle dagelijkse activiteiten en continu
toezicht. De betrokkene kan geen zelfstandige keuzes maken.
Zeer ernstige vorm van verstandelijke beperking – IQ beneden 25 (1%): geen
onderwijsmogelijkheid
• Conceptuele domein; Bepaalde visueel-ruimtelijke vaardigheden, zoals matchen en
sorteren op basis van fysieke kenmerken, kunnen worden verworven.
• Sociale domein; De betrokkene uit zijn/haar wensen en emoties vooral door non-verbale,
niet-symbolische communicatie.
• Praktische domein; de betrokkene is afhankelijk van anderen voor alle aspecten van
dagelijkse verzorging, gezondheid en veiligheid.
2
,Verloop
Difference standspunt: de ontwikkeling loopt verschillend van normale ontwikkeling.
Voornamelijk Ernstig en zeer ernstig vorm & genetische oorzaken
Development standpunt: similar sequence & similar structure hypothesis
Voornamelijk lichte en milde vorm & voornamelijk familiare omgeving oorzaken
Similar sequence hypothesis: Kinderen met of zonder verstandelijke beperking passeren
dezelfde stadia van ontwikkeling in dezelfde volgorde. Ze verschillen alleen in het aantal en
hoogste leven van ontwikkeling.
Similar structure hypothesis: Kinderen met verstandelijke beperking hebben hetzelfde gedrag
en onderliggende processen, alleen op een andere leeftijd. Het gaat dus over dezelfde mentale
leeftijd ipv dezelfde ‘echte’ leeftijd.
1. Zuigeling ontwikkeling: verstandelijke beperkingen kunnen voor problemen zorgen bij
attachment, zelfregulatie, en verkenning van de omgeving.
2. Vroege kinderjaren: Vroegtijdige interventie is in dit stadium belangrijk om het kind te helpen
met taal en communicatievaardigheden. Kinderen die niet in staat zijn om hun behoeften en
verlangen te communiceren kunnen agressief, destructief of ingetrokken worden.
3. Midden kindertijd: kinderen communiceren met andere kinderen die geen beperkingen
hebben. Ze kunnen vaak geplaagd, gelabeld en buitengesloten worden. Zelfbewuste kinderen
kunnen reageren met een depressie of isolatie.
4. Adolescentie: slechte sociale vaardigheden en gebrek aan naleving van
sociale normen kan bijdragen aan afwijzingen. Meisjes met een matige tot ernstige mate van
ID kunnen menstruatie en zelfzorg niet goed begrijpen. Jongeren die de regels gerelateerd aan
seksueel gedrag niet goed verstaan kunnen ongepaste fysiek gedrag vertonen. Er kunnen bij
een verstandelijke beperking problemen zijn in het sociale oordeelsvermogen; het inschatten
van risico’s, met het hanteren van eigen gedrag, emoties of interpersoonlijke relaties. Een
gebrek aan communicatievaardigheden kan de kans op agressief gedrag vergroten.
Prevalentie
Ongeveer 1-3% van de algemene bevolking heeft een verstandelijk beperking. De milde variant
komt veruit het vaakste voor. Het komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen (X-Chromosomen
gebonden aandoening). En ook vaker bij kinderen met een lage SES (vooral licht tot mild) of bij
kinderen uit minderheidsgroepen.
Comorbiditeit
De comorbiditeit bij kinderen met een verstandelijke beperking is hoog. 37% co-morbide
stoornis, waarvan; angststoornis, ADHD (& ODD), stemmingsstoornis , Depressieve stoornis en
disruptieve stoornis. Echter krijgt maar 1 op de 3 kinderen met een psychische stoornis
geestelijke gezondheidszorg.
Bij een lager IQ:
• Psychoses;
• Autisme.
Bij een hoger IQ:
• Depressie;
• Angststoornissen;
• Antisociaal gedrag;
3
, Oorzaken van een verstandelijke beperking
Er zijn verschillende prenatale, perinatale en postnatale oorzaken voor het krijgen van een
verstandelijke beperking. Bij verstandelijke beperkingen wordt er onderscheid gemaakt tussen
twee groepen, de organische groep (nature) en de culturele familiaire (nurture) groep.
• Organische oorzaken: genetische en constitutionele factoren, zoals chromosoom-
afwijkingen, condities van één gen en neurobiologische invloeden (nature).
• Cultureel-familiaire oorzaken: sociale, gedragsmatige en educatieve risicofactoren
(nurture). Deze groep wordt vaak geassocieerd met milde verstandelijke beperkingen.
Genetisch
Tot prenatale oorzaken behoren genetische syndromen. Perinatale oorzaken betreffen diverse
gebeurtenissen rond de bevalling zoals vroeggeboorte of neonatale disorder Tot de postnatale
oorzaken behoren zuurstoftekort, traumatisch hersenletsel, infecties en vergiftigingen.
Prenataal
Het Fragile-X-syndroom is de meest voorkomende erfelijke oorzaak (het syndroom van Down
komt vaker voor maar is vaak niet erfelijk). Verhoogd risico op een verstandelijke beperking bij
nakomelingen van moeders met aandoeningen zoals astma en diabetes en omgevingsfactoren,
onder meer alcohol, lood en andere gifstoffen of verwondingen die invloed hebben op de prenatale
en postnatale ontwikkeling.
Fetal alcohol spectrum disorder (FASD) is een verzamelnaam voor stoornissen die ontstaan na
blootstelling aan alcohol in de prenatale periode. De ernstigste vorm, fetal alcohol syndrome
(FAS), wordt gekenmerkt door disfuncties van het centrale zenuwstelsel, abnormale gezichtsvorm
en verstoorde groei. Het IQ van kinderen met FAS is vaak gelijk aan dat van kinderen met een
milde verstandelijke beperking.
Als de verstandelijke beperking samenhangt met een genetisch syndroom, kan er sprake zijn
van kenmerkende uiterlijke eigenschappen. Sommige syndromen kennen een gedragsfenotype
(speci ek gedrag voor speci eke genetische stoornis).
4
fi fi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurpalmen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.72. You're not tied to anything after your purchase.