Deze samenvatting bevat de inhoud van alle lessen, powerpoints en monitoraatsessies van het vak Vergelijkende biologie uit het eerste semester (van de eerste bachelor) Biomedische wetenschappen. De leerstof staat kort en duidelijk beschreven in deze samenvatting. De samenvatting kan een grote hulp ...
VERGELIJKENDE BIOLOGIE
HOOFDSTUK 1: De Cel
1. Celtheorie
1.1. Inleiding
• Alle organismen opgebouwd uit cellen
• Cellen bestaan uit reeds bestaande cellen
• Alles ontstaan uit één oercel
• Celgrootte is gelimiteerd ?
• Alle cellen bepaalde structuren gemeen
• Kleinst levende eenheid
- Waargenomen door LM (200nM) of EM (0,2nM)
1.2. Prokaryote cellen
• Kenmerken
- Geen kern, DNA los in cytoplasma
- Celmembraan én celwand
- Geen echte celorganellen wél ribosomen
• Twee typen
- Archaea: celwand zonder peptidoglycaan
- Bacteria: celwand mét peptidoglycaan
➔ Gram positief en gram negatief
OPM: studie prokaryoten = microbiologie
1.3. Eukaryote cellen
• Kenmerken
- Wel kern met DNA
- Celmembraan en soms celwand
- Celorganellen
1.3.1. Dierlijke cellen
➢ Geen celwand
➢ Lysosomen
➢ Centriool
2.3.2. Golgi-apparaat
➢ Bestaande uit cisternen
➢ Cis-face en trans-face
➢ Post-translationele modificaties van eiwitten of lipiden
➢ Vesikel afsnoeren die kan samensmelten met celmembraan
2.3.3. Lysosomen
➢ Membraan-omgeven vesikels met digestieve enzymen
➢ Autofagie = verouderde celorganellen (macromoleculen) opruimen
➢ Fagocytose = vreemde stoffen opgenomen door de cel afbreken
➢ Actief door zure pH ontstaan door protonenpomp die positieve ionen
binnenhaalt
2.4. Microbodies
• Membraan-omgeven vesikels met enzymen
• Omvatten peroxisomen = blaasje dat vetzuren afbreekt
2.5. Vacuolen
• Osmotische balans, stevigheid, opslag
• Centrale vacuole in plantencellen
2.6. Mitochondriën
• Genereren ATP uit suiker
• Dubbel membraan (inwendig met cristae)
• Intermembranaire ruimte tussen membranen
, • Matrix binnen inwendig membraan
• Eigen mtDNA (doorgegeven door moeder)
• Cel binnen cel, niet autonoom
• Delen door splijting
2.7. Chloroplasten
• Chlorofyl voor fotosynthese
• Twee membranen
• Eigen DNA
• Bevatten granae bestaande uit thylakoïden
• Gebruiken licht om ATP en suiker te genereren
• Andere plastiden: leukoplast, amyloplast
• Delen door splijting
OPM: mitochondriën en chloroplasten hetzelfde geëvolueerd, ontstaan door
endosymbiose (cel omarmd andere cel en die begint binnenin die cel te
functioneren, kan niet meer buiten die cel overleven) ?
2.8. Cytoskelet
• Netwerk eiwitvezels: actinefilamenten, microtubuli, intermediaire
filamenten
• steun, beweging, vorm en positie binnen cel (dynamisch systeem)
• voortbeweging via flagellen of cilia (trilharen)
2.9. Extracellulaire structuren
2.9.1. Celwand
➢ Uit cellulose bij planten en protisten
➢ Uit chitine bij fungi
2.9.2. ECM
➢ Uit glycoproteïnes en fibreuze eiwitten
➢ Verbonden met cytoplasma via integrines
3. Cel-cel interacties
3.1. Dichte junctie
• Verbinden van cellen met buurcellen en/of matrix
• Cellen plakken hard aan elkaar, korte afstand
3.2. Adherens-verbinding
• Cel-cel verbindingen of cel-matrixverbindingen
• Cytoplasma gebonden aan cytoskelet
1. Eigenschappen virussen
1.1. Definitie
• Obligaat intracellulaire parasieten
• Kiezen host range: type geïnfecteerde organismen
• Kiezen weefseltropisme: type geïnfecteerde cellen
• Geen levende organismen, niet in de levensboom (geen cel maar virion)
• Kunnen zich enkel binnen levend organisme reproduceren
• Soms slapend of latent
1.2. Opbouw
• Nucleïnezuurkern omgeven door capsid
• Nucleïnezuur is DNA/RNA/enkelstrengig/dubbelstrengig/circulair/lineair
• Vaak omgeven door enveloppe
• Budding: bij verlaten gastheercel stukje membraan meekrijgen
1.3. Functie
• Verstoren van transcriptie en translatie van een cel om virusgenen tot
expressie te brengen
• Resultaat: vrijzetten van nieuwe virussen (vaak afsterven van de cel)
1.4. Virale vormen (vorm van eiwitmantel)
• Helicaal (plantenvirus)
• Icosahedraal (dierlijk virus)
• Binale symmetrie (bacteriofaag)
• Virussen met enveloppe (polymorf = geen symmetrie)
2. Virale genomen
2.1. RNA virus
• Delen zich in cytoplasma gastheercel
• 70% van de virussen
• Positieve RNA streng virus codeert wel voor eiwit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller beaudesmet3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.74. You're not tied to anything after your purchase.