Week 1a
Autonomie: mate van vrijheid die een uitvoeringsorganisatie heeft ten opzichte van bevoegd gezag
(bijv. minister)
waarom autonomie:
Specialisatie
Efficiëntie
Betrekken van doelgroep
Onafhankelijkheid
waarom sturing:
Primaat van politiek minister is verantwoordelijk
Coördinatie
Sturingsinstrumenten:
-juridisch: goedkeuring, vernietiging etc.
-management: benoeming, aanwijzing etc.
-financieel: outputfinanciering, prestatie-afspraken
Dimensies van autonomie: Verhoest:
1. Bevoegdheden: wat mag organisatie formeel zelf beslissen?
-managementbevoegdheden
-beleidsbevoegdheden
2. Vrijheidsgraden: wat kan organisatie in praktijk zelf beslissen?
-organisatorisch
-financieel
-juridisch
-interventie (vrij van interventie, eigen evaluatie kunnen doen)
paradox van autonomie: organisatie mag veel zelf beslissen, maar wat er echt toe doet beslist het
bevoegd gezag
Inrichting van de relatie: Van Tiel:
Principaal-agent Principaal-steward
Uitvoerder gericht op Eigen belang Gedeeld (publiek) belang
Motivatie uitvoerder Extrinsiek Intrinsiek
Relatie uitvoerder met Weinig commitment Veel commitment
principaal
Management filosofie Gericht op controle, beheersing Gericht op betrokkenheid,
principaal van kosten en korte termijn vertrouwen, resultaten en
lange termijn
Week 1b
Mintzberg:
Coördinatiemechanismen:
-mutual adjustment: informeel, bij kleine organisatie
-direct supervision: bij kleine organisatie
-standardization of work process: hoe ga je te werk? (bijv. beleidsregels)
-standardization of output (bijv. zoveel uitspraken)
-standardization of skills: hoe gaan profs te werk? (te ingewikkeld voor beleidsregels, maar zij gaan
hetzelfde te werk doordat zij dezelfde vaardigheden hebben)
, Organisatieonderdelen:
-strategic apex: directie taken: leiding geven, relatie met omgeving, strategie bepalen
-middle line: staat onder directie verbinding tussen strategic apex en operating core
-operating core: medewerkers
Horizontale specialisatie: reikwijdte van taken hoe minder taken, hoe sterker horizontaal
gespecialiseerd
Verticale specialisatie: zeggenschap over uitvoering functie hoe minder zeggenschap, hoe
sterker verticaal gespecialiseerd
Werkzaamheden naar functie of product
-techno structure: werkt met name voor operating core
Work study analist
Planning and control financiën, inhoudelijke beleidsregels etc.
Personnel analysts (HR)
-support staff: werkt voor alle onderdelen louter ondersteunend: taken die kunnen worden
uitbesteeds, bijv. schoonmaak
Soorten organisaties:
-machine bureaucracy: organisatie werkt als geoliede machine, efficiëntie, geen prettig werk,
functioneert alleen goed in stabiele organisatie
Standardization of work process
Techno structure
-simple structure: kleine organisatie, geen formele structurele kenmerken, sterke loyaliteit, alles ten
dienste van leider, als organisatie groeit is simple structure onhoudbaar
Direct supervision
Strategic apex
-professional bureaucracy: profs werken onafhankelijk van collega’s en sterk betrokken op cliënten,
sterke betrokkenheid op inhoud van werk, profs zijn moeilijk aan te sturen, niet gericht op
vernieuwing maar op toepassing van verworven vaardigheden
Standardization of skills
Operating core
Week 2a
Verzelfstandiging:
-intern: agentschap (bijv. Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit) organisatieonderdeel van
ministerie
Gaat over eigen financiering, krijgt eigen afgescheiden deel van begroting (financiële
autonomie)
Geen eigen rechtspersoonlijkheid rechtspersoon= staat
-extern: ZBO (openbaar gezag) en rechtspersoon met wettelijke taak (geen openbaar gezag bijv.
nos)
Eigen rechtspersoonlijkheid
Privatisering:
-omzetting naar staatsdeelnemingen: overheidstaak overbrengen naar bedrijf, staat houdt aandelen
bijv. NS (eigen rechtspersoonlijkheid)
-afgeven taak aan markt: overheidstaak overbrengen naar markt, overheid houdt zich hier niet meer
mee bezig (volledig privaat bedrijf) bijv. PostNL (eigen rechtspersoonlijkheid)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NathalieRechten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.48. You're not tied to anything after your purchase.