Week 1
Leerdoel 1: Vaste en variabele kosten
Kosten: De in geld gemeten waarde van opgeofferde productiemiddelen.
Kosten die gemaakt worden met betrekking worden tot productie:
- Grondstoffen
- Arbeid
- Etc.
Kosten kunnen bepaald ‘’gedrag’’ vertonen. Ze kunnen bijvoorbeeld reageren op het
aantal eenheden dat je produceert. Bijvoorbeeld meer producten produceren, is ook
meer grondstoffen en arbeid verbruiken. Kosten kunnen bijvoorbeeld ook juist niet
reageren op het aantal eenheden dat je produceert. Bijvoorbeeld de huur van een
winkelpand of het gebruik van een fabriekshal die niet verandert als je meer
produceert.
We noemen deze kosten:
- Variabele kosten (reageren)
- Vaste of Constante kosten (reageren niet)
Variabele kosten: stijgen niet altijd recht evenredig maar kunnen ook sterker of juist
langzamer stijgen bij meer productie (output).
- Proportioneel variabele kosten
- Degressief variabele kosten
- Progressief variabele kosten
Vaste kosten veranderen niet bij toe- of afname van de productieomvang.
Variabele kosten veranderen als de productieomvang varieert.
Totale kosten Kosten per eenheid
Vaste kosten Blijven gelijk Dalen
Proportioneel variabele kosten Stijgen Blijven gelijk
Gedrag totale variabele kosten
,Verloop variabele kosten per eenheid
Vaste of Constante kosten zijn niet altijd vast, want als de vraag naar je product
toeneemt moet je beschikbare productiecapaciteit toenemen. Dat doe je door
bijvoorbeeld een extra machine aan te schaffen. De constante kosten stijgen dan wél
als gevolg van toename in productie (output).
Feitelijk patroon van constante kosten
Totale Kosten = Variabele Kosten + Constante Kosten
Niet alle kosten zijn volledig vast of variabel, ze kunnen ook gemengd zijn.
De totale kosten (TK) is dus de som van de:
- Constante Kosten (CK)
- Variabele Kosten per stuk (VK) x aantal eenheden
Ofwel: TK = CK + (VK × q)
, Leerdoel 2 & 3: Break-Evenafzet & Break-Evenomzet
Als je wilt weten hoeveel
producten je moet verkopen om
precies ‘’uit de kosten te komen’’
moet je kijken naar het Break
Even Point (BEP).
BEP is waar de kosten gelijk staan
aan de opbrengsten. Uit de grafiek
blijkt dit bij 1200 stuks te liggen.
De formule voor het BEP wordt
gevormd door reeds bekende
formules, namelijk:
- TK = CK + VK × q
- Omzet = Verkoopprijs × q
Aangezien opbrengsten en kosten gelijk zijn in het BEP, levert dit de volgende
formule op: Verkoopprijs x q = CK + VK × q
Ofwel: q = C
p–v
Deze analyse stelt ons in staat om allerlei vragen te stellen:
- Wat zijn de gevolgen van een wijziging in de verkoopprijs?
- Wat is de invloed van de constante kosten?
- Hoe groot moet de afzet zijn om een bepaalde winst te realiseren?
Nog even op een rijtje:
- TK = CK + VK × q
- Omzet = Verkoopprijs × q
- BEP: Opbrengsten = Kosten
- BEA = C
p–v
- BEO = BEA x p
De dekkingsbijdrage is het bedrag wat je overhoudt om de vaste kosten te dekken
nadat je de variabele kosten van de verkoopprijs afgetrokken hebt:
- Dekkingsbijdrage = p – v
- Dekkingsbijdrage = Omzet – (v × q)
Overige formules voor dit leerdoel:
- BEA = C
Dekkingsbijdrage
- Contributiemarge in % (CM%) = Dekkingsbijdrage
p
- BEO = C
CM%
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jordivandam. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.