100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting filosofie (17/20) $8.02
Add to cart

Summary

Samenvatting filosofie (17/20)

 22 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Geslaagd in eerste zit met deze samenvatting!

Preview 4 out of 53  pages

  • Yes
  • August 13, 2024
  • 53
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Les 1. De oorsprong van de filosofie
Inleiding
- Filosofie begint met verwondering (Plato): Allerlei vragen waar je een
groot vraagteken bij hebt. Je denkt “huh”?
- Welke filosofiische vraag stel de je jezelf ooit/onlangs? Waarom noemt
een stoel een stoel?

Oorsprong van de filosfie:
Filosofie komt van filein (= houden van) en Sophia (= Griekse
godin van de wijsheid)  houden van de wijsheid
 Dat wijsheid wordt geasocieerd met vrouwen is een
verassing. Want de wereld is bijna volledig bevolkt
door mannen
Oorsprong van de filosofie kan op twee manieren beantwoord
worden:
1. Filosofie is zo oud als de mens zelf
2. Filosofie is ontstaan in bepaalde periode in bepaalde cultuur

Van mythos naar logos
De ontstaan van de ‘westerse filosofie’ wordt doorgaans beschreven als de
overgang van mythos naar logos. Mythos: verklaringen zoeken bij goden,
mythes – Logos: rationele verklaringen, logica
 Nieuwe manier van denken en verklaren eerder traditionele dan
mythische verklaringsmodellen.
De rationaliteit verwijst naar het toenemde belang van zintuiglijke
observatie en argumentatie en naar het feit dat natuur wordt uit de
natuur verklaard en niet meer door te verwijzen naar goden en andere
wezens.

Hoe is deze sprong in het ‘denken’ te begrijpen?
Overgang ging samen met verstedelijking en daardoor botsing van modellen?
Dichter Xenophanes reflecteert over de vraag hoe we zo verschillen in visie over de
goden:
“als dieren handen bezaten zoals de mensen, zouden de paarden de goden als
paarden afbeelden, de ossen als ossen. De Ethiopiërs maken hun goden zwart met
stompe neuzen; de Thraciërs zeggen dat de hunne blauwe ogen en rood haar
bezitten. In werkelijkheid hebben de mensen nooit iets over de goden geweten en
zullen dat ook nooit weten”

Logos in het Oosten

Symbool: Jin en Jang (Tao)
 mannelijke en vrouwelijke pool,
ep en vloed
 ingaande en uitgaande
beweging, die wisselen af
 mooie manier om natuur te
begrijpen
1

,Filosofie tussen religie en wetenschap
Omschrijving van Italiaanse filosoof de Crescenzo:
De mens heeft de hoogst graad van beschaving bereikt door volgende
twee disciplines:
Wetenschap bestudeert op systematische wijze de ‘objectieve’
verschijnselen of fenomenen in de natuur  iets tastbaar en dat verklaren
- domein: de materiële waarneembare werkelijkheid
- natuurfilosofie werd fysica, later ook andere natuurwetenschappen en
sociologie/psychologie
- ratio (rede, verstand) en empirie (zintuiglijke waarneming)

Religie zoekt naar iets absoluuts en biedt troost en zingeving  het gaat
voorbij zintuigen en vestand. Het domein is zingeving, waarden,
bewustzijn… biedt aan wat er niet of nog niet te verklaren valt.

Indeling van de filosofie
De vragen van Kant (voor de Verlichting) Indeling van Ferry (hedendaags)
1. Wat kan ik u Kennis:
weten (ons werkelijkheid (wat
denken) is kennis?)
2. Wat moet ik u Ethiek:
doen (ons rechtvaardigheid
handelen (ethiek u Wijsheid: heil of
en sociale geluk
filosofie)  kan advies geven
3. Wat mag ik
Het huis van de filosofie  Kennis komt vanbuiten
Zijn bewustzijn, mens
1. Ontologie: de leer van het zijn (dat wat het is)
= wat is er allemaal? Wat bestaat er allemaal?  alle zaken van de natuur,
de gedachten, herinneringen,…

2. Kosmologie/natuurfilosofie: werking van de kosmos: (de natuur)
= oorsprong en structuur van de kosmos en de manier waarop de natuur
evolueert. Vanaf Newton ontstaan de natuurwetenschappen (fysica of
natuurfilosofie, scheikunde, biologie,…)

3. Metafysica (abolute, abstracte): buiten de waarneembare of
fenomenale werkhelijkheid
Vb. bewustzijn, waarde, etc.  dingen die we niet kunnen vaten

4. Wijsgerige antropologie (mens): men stelt zich vragen over de aard,
de status en de plaats van de mens

De in de 18de eeuw ontstane sociologie bestudeert de mens in zijn sociale
context, de psychologie bestudeert de mens als geestelijk wezen, de

2

,culturele antropologie de mens als cultuurwezen, de agogie de mens als
(be)handelend wezen.

De drie grote waarden
1) Het Ware
- De epistemologie (wat is kennis, wat is waarheid?) of kennisleer
houdt zich bezig met de vragen over waarheid en kennis. Voorbeelden
van zulke vragen zijn: "wat is kennis?", "wat is waarheid?", "wat is het
verschil tussen waarheid en mening?"; "waarop is ware kennis
gefundeerd";
- De logica houdt zich bezig met de vraag: "wat is geldig redeneren".
- De wetenschapsfilosofie onderzoekt de basis of het beginsel van
kennis en afzonderlijke wetenschappen. Methoden, grondstellingen,
begrippen en doel worden hier verhelderd en aan kritisch onderzoek
onderworpen.
- De taalfilosofie behandelt het ontstaan, de ontwikkeling, de betekenis
en de functie van de taal.

2) Het Goede en het Rechtvaardige
- De ethiek (afvragen of iets oke is, ethisch verantwoord)
onderzoekt de vraag van wat goed of rechtvaardig is (wat is goede zorg?)

- De sociale en politieke filosofie houdt zich bezig met de
rechtvaardige samenleving. (Hoe dient een rechtvaardige maatschappij te
worden georganiseerd?)
- Ook de rechtsfilosofie daarin wordt o.a. de vraag gesteld naar de aard
en de oorsprong van recht en haar verhouding tot ethiek. (Is wat hier
gebeurd goed en rechtvaardig vergeleken met de wet?

3) Het Schone
- De esthetica houdt zich bezig met de vraag naar wat Schoonheid en
wat Kunst is.
- Afgeleide deelgebieden zijn de kunst- en cultuurfilosofie.

De presocratische filosofie  voor Socrates
Ze zetten de eerste stappen naar een nieuw soort denken. Hun vragen
waren vooral kosmologisch geïnspireerd. Ze gingen op zoek naar volgende
vragen:
u Wat is het de oorsprong van de kosmos? Het eerste beginsel?
u Welke kosmische krachten spelen in het proces van verandering

We bespreken 6 belangrijke figuren:
Thales van Milete:
 ‘eerste’ filosoof – volgens Plato om
volgende redenen:
1. Hij bracht de complexte werkelijkheid tot
1 beginsel (reductionisme): Archè of
oerbeginsel van alles is water.

3

, 2. Stelling van Thales: A/B = D/C 
3. Ken jezelf als fundamentele filosofische taak (wie ben ik? Wat is de
mens?)

Anaximander van Milete
Leerling van Thales: ging verder met de redenering van Thales, water.
Maar hij ging verder, wat is er achter water? Hij betwijfelde of water wel
het arche was.
1. Het apeiron (het onbepaalde of onbeperkte) is het eerste beginsel
waaruit alles voorkomt  dieper kijkende dan water
2. Eerste overgeleverde poging tot een kosmogonie: verklaring voor
ontstaan en de evolutie gebasseerd op de dynamiek van 4 elementen
(water, vuur, aard en lucht).
Pythagoras en de Verborgen orde
1. term philosophos: “ik blijf zoeken en nadenken, tot
ik de werkelijkheid begrijp”  liefde voor de
waarheid
2. Alles/werkelijkheid is getallen en hun onderlinge
verhoudingen.
3. idee van reïncarnatie van de ziel
 stelling van pythagoras: a²+ b² = c²

Parmenides: het eeuwige “zijn”
1. Centraal staat het ‘zijn’ (ontologie: de leer van het zijn)
2. Beroemdste uitspraak: “Alles (het Zijn) is één en onvergankelijk en aan
zichzelf gelijk”
- al het veranderlijke verschijnt uit dat ‘zijn’ en verdwijnt in het eeuwige zijn
- denk aan de metafoor van een computerscherm

Herakleitos: de voortdurende “wording” of veranderingen
1. vertrekt vanuit de verandering zelf
2. wat je ook waarneemt, alles is aan verandering onderhevig
 dag wordt nacht, zomer wordt winter, eb wordt vloed
3. zijn wijsheden die hem de de bijnaam ‘de Duistere’ opleverde:
1. alles voeit (pantha rei)
2. je kan nooit twee maal in dezelfde rivier stappen
3. Oorlog is de vader van alles
4. De Logos  verwijst naar de voortdurende verandering
 ‘rivier’, ‘vuur’ en ’oorlog’ als metaforen voor verandering
 een vergelijking met taoïsme (Tao is de orde en de tegenstelling yin-
yang de dynamiek) ligt voor de hand  voortdurende verandering

Democritos
1. Alles in de werkelijkheid is terug te brengen
tot ondeeblare deeltjes: a-tomos

- Atomen klitten samen en komen los



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louisejussy2005. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50064 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.02
  • (0)
Add to cart
Added