Samenvatting van het boek Neuropsychologie van Cranenburgh. De 5e herziene druk.
Hoofdstukken die zijn samengevat: 7, 8, 9, 10, 11 & 12. Gemaakt voor de minor neurorevalidatie (HAN). Geschikt voor de opleidingen ergotherapie, fysiotherapie, logopedie, verpleegkunde en toegepaste psychologie.
Hoofdstuk 7 – Afasieën/taalstoornissen
7.1 De bouwstenen van taal
Gesproken taal is opgebouwd uit fonemen (klankeenheden). Een woord is meestal
opgebouwd uit verschillende fonemen. Het lexicon is de woordenschat. De actieve
woordenschat (output lexicon) is de woordenschat waarover men beschikt wanneer men zelf
spreekt. De passieve woordenschat (input lexicon) verwijst naar de woorden die we verstaan
en begrijpen. De actieve woordenschat is kleiner als de passieve woordenschat.
Een probleem bij het beluisteren van gesproken taal is de segmentatie: in de continue
woordenstroom moeten de afzonderlijke woorden herkend worden.
Het begrijpen van gesproken taal stelt hoge eisen aan het analytische vermogen van ons
akoestische systeem. De tijdsduur van een klinker is veel langer dan een medeklinker.
Misverstanden in communicatie hebben vaak met medeklinkers te maken.
De letters of visuele tekens waaruit geschreven taal is opgebouwd noemt men grafemen.
Om met de hand te kunnen schrijven is het nodig dat de hersenen over de geheugensporen
van diverse lettervormen beschikken en deze kunnen omzetten in motorische patronen. Bij
het typen via een toetsenbord moeten de hersenen de letters kennen, alsmede hun positie
op het toetsenbord. Het is dus goed denkbaar dat een CVA patiënt niet met een pen kan
schrijven (dysgrafie), maar wel met een computer of mobiel kan communiceren.
Woorden vormen bouwstenen voor zinnen. De woordordening (syntaxis) is zeer bepalend
voor de betekenis (semantiek) van de boodschap. De grammatica is het geheel van regels
dat nodig is om een correcte taaluiting te construeren.
Het taalgebruik in de context is pragmatiek. De manier van spreken wordt aangepast aan de
situatie.
De betekenis van een boodschap wordt sterk bepaald door de intonatie en accenten. Dit is
de prosodie. De rechterhemisfeer heeft een belangrijk aandeel bij het begrip en gebruik van
prosodie. Aprosodie = moeite met de intonatie en de gevoelswaarde van de boodschap.
7.2 Het opmerkelijke van taal
Het doel van taal is communicatie, boodschappen overbrengen, maar vaak ook gewoon
gezelligheid. Een kind leert de regels van taal zonder zich daarvan bewust te zijn. De
grammatica wordt zelf aangeleerd, maar is eigenlijk zeer ingewikkeld. Voor de ontwikkeling
van taal is de context erg belangrijk: tongval en dialect worden moeiteloos overgenomen.
Impliciet geheugen = we weten dat we iets doen, maar niet hoe we het doen
(routinevaardigheden: fietsen).
Zo zijn we ons ook tijdens het spreken niet bewust van de regels die we hanteren.
7.3 Spraak versus taal
Taal is een communicatiesysteem waarmee boodschappen kunnen worden overgebracht.
Spraak is de mondelinge realisering van taal, de productie van verstaanbare klanken.
Afasie is een taalstoornis: de patiënt kan de code niet meer ontcijferen, is de regels van de
taal kwijt, kan zijn gedachten niet goed in woorden omzetten.
Dysartrie en dysfonie zijn stoornissen van de spraak en stem.
Om te kunnen spreken is expiratie nodig. Daarbij spelen ook buikspieren, diafragma en
intercostale spieren een rol. De betreffende spieren worden geinnerveerd door de nn.
Phrenici en de intercostale zenuwen. De ademcentra in medulla oblongata en pons sturen
de afwisseling tussen expiratie en inspiratie. De uitademingslucht stroomt langs de
, stembanden, die daardoor in trilling worden gebracht. De spanning van de stembanden
wordt via de innervatie (n. recurrens) beïnvloed en bepaalt de toonhoogte van de
stemvorming. Men noemt dit de fonatie. De trillende lucht stroomt via de keel en mondholte
naar buiten. De uiteindelijke klank die wordt geproduceerd, wordt bepaald door de stand
en/of beweging van mond en tong. Hierbij spelen de timing en coördinatie van de
spiercontracties een belangrijke rol (cerebellum). De basale kernen bevatten
routineprogramma’s voor de vorming van spraakklanken. Belangrijke uitvoerende zenuwen
zijn de n. facialis (7) en de n. hypoglossus (12). De sensibiliteit van de tong, lippen en mond
is ook belangrijk voor de articulatie.
Afonie en dystonie kunnen diverse oorzaken hebben:
- Zwakte van de uitademing mysthenie
- Ontstoken stembanden laryngitis
- Gezwollen stembanden door veel schreeuwen
- Verlamming van de stembanden n. recurrensparalyse
Anartrie = extreme vorm van dysartrie: niet meer kunnen spreken
In het figuur zie je verschillende locaties van
verschillende vormen van dysartrie
3. Aandoeningen van de basale kernen
- Ziekte van Huntington
- Ziekte van Parkinson
4. Bulbaire parese
- Laesie motorische hersenstamkernen
5. Pseudobulbaire parese
- Laesie van de banen naar de hersenstamkernen
- Ontremde reflexen: dwang huilen/lachen
6. Cerebellaire dysartrie
- Atactische dysartrie
- Spreken als een dronkaard
7. Laesie van de n. facialis of n. hypoglossus
- Gelaats-/tong parese
De hoogst sturende instantie is de hersenschors. Hierin
liggen de taalcodes en de motorische programma’s
opgeslagen.
Verbale apraxie = de stand en beweging van de mond en tong niet meer kunnen sturen: de
motorische programma’s zijn verloren gegaan
Aprosodie = het gebruik en/of begrip van intonatie en gevoelswaarde van de taal verstoord
7.4 Taal en hersenen
De linkerhemisfeer is vooral betrokken bij processen in de tijd en bij routines en regels.
Afasie komt vooral voor bij laesies van de linker hemisfeer. Taal is een sterk sequentieel,
temporeel proces: de klanken of tekens moeten na elkaar verwerkt worden.
Voorbeeld van het navertellen van een grappig berichtje in de krant
- Letters en woorden zien primaire en secundaire visuele schors
- Oogbewegingen nodig voor lezen blikcentra, frontaal en occipitaal
- Achterhalen van de betekenis Wernicke
- Snappen van de grap of dubbele bodem rechter hemisfeer
- Activeren van motorische programma’s om hardop te kunnen spreken Broca,
secundaire motorische schors
- Woorden en klanken uitspreken primaire motorische schors, links en rechts
- Een humoristische intonatie erin leggen rechter hemisfeer
- In lachen uitbarsten, waardoor het spreken word onderbroken limbisch systeem
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lool100. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.