100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting deontologie $9.67   Add to cart

Summary

Samenvatting deontologie

 20 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting gemaakt met boek en powerpoint! Geslaagd met deze samenvatting!

Preview 4 out of 50  pages

  • August 13, 2024
  • 50
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Sv deontologische aspecten 2e Sem. Ortho 2


DEONTOLOGISCHE ASPECTEN
Deontologische code: zegt wat je wel en niet mag doen. Zegt wat je moet doen.
TEN GELEIDE
 Waarde ‘vertrouwen’  essentieel voor sociaal-agogische professionals
 Vertrouwen en vertrouwelijkheid  vragen respect en privacy
 Privacy= mensenrecht, grondrecht, fundamenteel voor onze vrijheid
 Focus verleggen op vertrouwen en omgaan met vertrouwelijke gegevens door:
o Reden 1: Toename in dossiervorming & Elektronische dossiervorming vd laatste decennia
 Weten hoe omgaan met gegevens cliënt en zelf betrouwbaar zijn
o Reden 2: ons huidige tijdbestek, waarin urgentie van privacy niet te veronachtzamen is
 Leven in voortdurende staat van openbaarheid, betekent privacy nog iets?

1. EEN DEONTOLOGISCH PERSPECTIEF

Deontologisch perspectief= fundamentele principes (niet te bediscussiëren) voor sociaal-agogisch
werk en in het geval van privacy voor de volledig samenleving
 Kracht bijgezet door juridische verankering (bv: privacyregelgeving en beroepsgeheim)

 Deontologie= manier om morele problemen te benaderen
 Wetten= algemeen geformuleerd en moeten vertaald worden binnen concrete contexten
o Dus geen pasklare oplossing voor ons handelen

Valkuil van eenzijdig vasthouden en kijken vanuit een deontologisch perspectief:
 Risico om moraliserend te zijn
 Kan overkomen als een vorm van kille rationaliteit en getuigen van een bepaalde wereldvreemdheid

Ondanks vaak heldere regels en normen zien we id praktijk daarom vaak tegenstrijdige
gedragsvoorschriften  geconfronteerd met ethische dilemma’s
 Blijvend waarom-vraag stellen ipv blindelings toe te passen

2. DEONTOLOGIE ALS DEEL VAN EEN BEROEPSETHIEK

Deontologische kijk  stelt de vraag wat ‘juist’ is
 Juiste regel= gebaseerd op een principe, iets waar we allemaal kunnen achterstaan

Deontologie= deel van beroepsethiek en een manier om beroepsethisch standpunt op te bouwen

Technische professionaliteit= doe ik de dingen goed
 Omgaan met technologische ontwikkelingen, gespreksvaardigheden, kwalitatieve
rapportage, agressie, …
Normatieve professionaliteit= doe ik de goede dingen
 Opvattingen expliciteren en bespreekbaar maken, in dialoog onder beroepsgenoten
 Ethische vragen stellen over (eigen) interventies: dragen ze bij en op welke manier aan goede
orthopedagogie?

We bevinden ons vaak id moerassige laaglanden, waar belangen, verwachtingen en waarden tov
elkaar moeten afgewogen worden
 Vraagt inzicht in wat leeft bij de cliënt, in organisaties en id bredere samenleving

,Sv deontologische aspecten 2e Sem. Ortho 2


PROLOOG: HET GOEDE DOEN
INTEGER HANDELEN (HET GOEDE DOEN)

Integer handelen= het goede doen
 Of iets goed is, moet je zelf autonoom beslissen
 Kant: handeling is ethisch wnr je iets doet zonder andere voorwaarden
o Bv: kamer opruimen. Als je het doet omdat je een ijsje krijgt, dan is het niet ethisch. Je
doet zaken omdat het goed is, niet omdat je een beloning zal krijgen
o Als je een getuige nodig hebt om te weten of je goed bezig bent, dan ben je niet goed bezig
 We doen niet goed omwille van de goedkeuring van anderen (dit is heteronoom), maar
omdat het goed is het goede te doen
o De vraag is hoe we weten wat goed is? Dit gaat over onze moraal, onze waarden en
normen: waar halen we die?

Autonoom (vs heteronoom) het goede doen:
 Heteronoom= je doet het goede, omdat iemand anders het zo zegt (bv: kerk en elite)
 Autonoom= het goede doen, omdat je het zelf zegt

Moraal: hoe weten we wat goed is?
 Afleiden vanuit reactie van anderen
 Als je achteraf kan evalueren
 Intuïtie: buikgevoel, zorgt ervoor dat je weet wat goed of slecht is
o Alarm: geweten knaagt
o Intuïtie opbouwen vanuit ervaringen
 Opvoeding, referentiekader, de wet  socialisatie: leren wat goed en fout is

HOE WETEN WE WAT GOED IS?

Moraal ethiek= meer dan wetgeving alleen
 Wetgeving= spreken we af als SL = tijdelijke morele consensus
o Wetten kunnen veranderen en kunnen onethisch zijn
 Wetten altijd interpreteren binnen situaties

Moraal= gedrag dat we niet in vraag stellen. Het goede doen, doen we op gevoel
 Wordt een probleem als je met iets blijft zitten
Ethiek= studie van de moraal. Onze eigen morele overwegingen bestuderen we
 Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen hun beslissingen ethisch verantwoord worden

Waarde: nastrevenswaardig ideaal, abstract idee – norm: vertaling van een waarde in een gedragsregel
Socialisatie: het proces van leren samenleven
 Er zijn drie vormen van socialisatie:
1. Primaire: tussen mensen die direct met elkaar verbonden zijn (bv: familie, vrienden)
2. Secundaire: in een formele sfeer (bv: school)
3. Tertiaire: anonieme socialisatoren; actoren met wie mensen niet rechtstreeks een
band hebben (bv: sociale media)

Moraal is dus…
• Breder dan wetten en regels: invullingen van het goede
• Wetten als tijdelijke morele consensus

,Sv deontologische aspecten 2e Sem. Ortho 2


1. MORAAL EN ETHIEK

= Het geheel van waarden en normen die richting geven aan ons handelen en zin
geven aan wat we denken en doen
Moraal
 Waarden en normen
 Waarderende of normatieve uitspraken

 Bepalen dit dagelijks, intuïtief, vanuit buik/hart
 Je vraagt je niet af of het goed of slecht is
 We doen als mens voortdurend waarderende of normatieve uitspraken
 Is van kinds af aan opgebouwd door socialisatie en trial-and-error, wetten
= theoretische studie van het moraal
= filosofische discipline die waarde- en normenstelsels onderzoekt en onder
woorden brengt en nagaat welke argumenten bepaalde keuzes voor dat goede
Ethiek
legitimeren
=
moraaltheorie Wanneer we geconfronteerd worden met tegenstrijdige gedragsvoorschriften of
met conflicterende opvattingen over het goede  ons doen en laten bevragen of
om onze waardeoordelen te rechtvaardigen, het kritisch benaderen van morele
standpunten en keuzes
 Als het buikgevoel wringt/botst, je weet niet wat je moet doen
 Altijd in relatie met een ander (verwisselbaarheid): als je de beslissing
neemt, moet je ervan uitgaan dat anderen in mijn plaats hetzelfde
zouden doen

Disciplines binnen de moderne ethiek:
 Theoretische ethiek= meta-ethiek en normatieve ethiek
o Meta-ethiek= zoekt naar fundamenten vd ethiek en bekijkt het morele taalgebruik
en het argumenteren
o Normatieve ethiek= zoekt naar theoretische kaders waarbinnen morele problemen
behandeld kunnen worden
 (= focus in dit vak)
 Toegepaste ethiek= bekijkt morele problemen binnen specifieke domeinen
 Empirische ethiek= concrete waarden en normen onderzocht worden die gelden in een SL of
behoren tot het referentiekader van personen
o Er wordt gekeken naar sociale of psychologische oorsprong, veranderingen oorzaken
en impact

Deontologische filosofen:
 Kant: categorische imperatief
o je moet doen wat je zelf moet doen, niet wat anderen je zeggen
o Wat je autonoom, zelf wilt
o Morele verplichtingen (wat je zou moeten doen van jezelf, wat het goede is)
 Aristoteles: als je weet wat goed is, kun je bijna niets anders doen

, Sv deontologische aspecten 2e Sem. Ortho 2


1.1 DE VERWISSELBAARHEIDSGEDACHTE
 = principe van gelijkheid

 Bepaalt of een theorie ethisch is
 Verwisselbaarheid=
o Bij innemen v/e standpunt kent men eigen belangen niet meer gewicht toe dan
belangen van anderen
o Eigen rol in moreel standpunt moet op een of andere manier verwisselbaar zijn met
rol van anderen
o Essentie= een oordeel is pas moreel of ethisch als het een handelen uit eigenbelang
en egoïsme overstijgt
o Geeft een antwoord op de vraag naar ethische aanvaardbaarheid van een handeling

Bv: verdelen van een verjaardagstaart
 Meest duidelijke verwisselbaarheid is dat taart in gelijke stukken verdelen  iedereen evenveel
 Andere manier: verdeling volgens behoefte. Wie meer honger heeft, krijgt een groter stuk. Er
is dan een ongelijke verdeling, maar we houden daarbij rekening met iedereens belangen
 Nog andere manier – proportionele verdeling: jarige krijgt groter stuk. We hanteren die
principe dan voor alle verjaardagen
 Niet voldaan aan verwisselbaarheidsgedachte: wanneer oudsten of sterksten het meeste
krijgen, want er is geen enkele reden voor dergelijke ongelijke verdeling

2. RECHTVAARDIGHEIDSTHEORIEËN

Binnen normatieve ethiek worden 3 ethische stormingen onderscheiden:
1. Consequentialisme
2. Deontologie
3. Teleologische of deugdenethiek
 geven elk een eigen antwoord op hoe onze morele standpunten ethisch kunnen gelimiteerd of
gerechtvaardigd worden
 = rechtvaardigheidstheorieën

2.1 CONSEQUENTIALISME

Consequentialisme= Evalueert een handeling op basis van de toestand die de handeling veroorzaakt
 = legitimering voor handelen uit eigenbelang
o Waarbij we vooral, of enkel, streven naar goede gevolgen voor onszelf
Handeling is goed  als deze de beste mogelijke gevolgen oplevert of de minst schadelijke

Ethiek= afweging van onze belangen en die van anderen, waarbij we moeten streven naar positieve balans

Gevolgen consequentialisme= niet de best mogelijke gevolgen voor mezelf, maar gevolgen die in het
belang zijn van iedereen (of een zo groot mogelijke groep)
 Koppelt handelingen los vd persoon die de handeling stelt en maakt een ethisch standpunt
onpersoonlijk
o Ethische handeling= We moeten handelingen stellen die meer goed dan slecht
veroorzaken iedereen in diezelfde positie zou dezelfde keuze maken

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MelanieVanMeenen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.67. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.67
  • (0)
  Add to cart