Hoofdstuk iv nr 1 t/m 75 en 82- 92, hoofdstuk iv nr 1 t /m 75 en 82-92, hoofdstuk v, hoofdstuk vi, v
October 23, 2019
44
2019/2020
Summary
Subjects
europeesrecht
jaar 4
verdiepend eu recht
hhs
recht van de europese unie
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Haagse Hogeschool (HHS)
HBO Rechten
Verdiepend EU Recht
All documents for this subject (1)
3
reviews
By: neftalinehmn • 2 year ago
By: Cheryli • 4 year ago
By: dirk007 • 4 year ago
Seller
Follow
malokr
Reviews received
Content preview
Verdiepend Europees Recht
Samenvatting
Inhoud
Hoofdstuk IV Rechtsbeginselen van de Europese Unie (1).....................................2
§2 Het autonome karakter van het Europees recht.............................................2
§3 De mogelijkheid en wijze van optreden van de Unie......................................2
§5 Europees recht in de nationale rechtsorde van de lidstaten...........................5
Hoofdstuk V Rechtsbescherming in de Europese Unie (2)......................................9
§1 Inleiding.......................................................................................................... 9
§2 Procedures voor het Hof van Justitie en het Gerecht......................................9
§ 3 Rechtsbescherming voor de nationale rechterlijke instanties......................15
Hoofdstuk VI Marktintegratiebeleid (3).................................................................19
§1 inleiding........................................................................................................ 19
§2 Marktintegratie............................................................................................. 19
§3 Het vrije verkeer........................................................................................... 20
§4 positieve integratie door harmonisatie.........................................................21
§5 Gevolgen van harmonisatie..........................................................................21
§6 Harmonisatietechnieken............................................................................... 22
§7 Het beoordelingskader van nationale maatregelen na harmonisatie...........23
Hoofdstuk VII Het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal (3)
............................................................................................................................. 24
§4 het vrije verkeer van personen.....................................................................24
§5 het vrije verkeer van diensten......................................................................25
Hoofdstuk VIII De mededingingsregels (4 & 5).....................................................26
§1 inleiding........................................................................................................ 26
§2 Artikel 101 VWEU – het kartelverbod............................................................32
§3 artikel 102 VWEU – het verbod op misbruik van een machtspositie.............35
§4 de handhaving van art. 101 en 102 VWEU...................................................37
Hoofdstuk XI Het externe beleid van de Europese Unie (6)..................................39
§1 inleiding........................................................................................................ 39
§2 het externe beleid op grond van het Werkingsverdrag................................39
§3 De inhoud van het extern beleid op grond van het Werkingsverdrag..........41
§4 Het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.............................42
§5 De uitbreiding van de Unie...........................................................................43
,Hoofdstuk IV Rechtsbeginselen van de Europese Unie
(1)
§2 Het autonome karakter van het Europees recht
Europees recht de verdragen, de aan de verdragen gehechte protocollen, het
recht dat op grond daarvan tot stand is gebracht en de rechtspraak over de
verdragsbepalingen en het secundaire recht.
Arrest Van Gend en Loos ‘Dat de Gemeenschap in het volkenrecht een nieuwe Dat de Gemeenschap in het volkenrecht een nieuwe
rechtsorde vormt ten bate waarvan de staten, zij het op een beperkt terrein, hun
soevereiniteit hebben begrensd en waarbinnen niet slechts deze lidstaten, maar
ook hun onderdanen gerechtigd zijn.’
Uit van Gend en Loos wordt bovenal duidelijk dat het effect van het
Unierecht in de nationale rechtsorde een aangelegenheid is van dat
Unierecht zelf. Dit wordt de autonomie van het Unierecht genoemd.
Costa/Enel Hier ging het om de vraag of een Italiaanse rechter wel een
prejudiciële vraag mocht stellen. De conclusie uit dit arrest is nationaal recht kan
geen afbreuk doen aan het Unierecht. Het unierecht heeft voorrand boven
nationaal recht van de lidstaten.
Autonomie van het Unierecht Rechtstreekse werking en voorrang.
Rechtstreekse werking = een vorm van doorwerking, hetgeen wil zeggen dat het
een manier is waarop Unierecht effecten kan sorteren in de nationale rechtsorde.
§3 De mogelijkheid en wijze van optreden van de Unie
Art. 4 lid 1 jo. 5 VEU beginselen van attributie, subsidiariteit en evenredigheid.
Attributiebeginsel
= de unie kan alleen optreden als de verdragen daartoe een bevoegdheid
hebben neergelegd.
Art. 4 lid 1 jo. 5 lid 1 en lid 2 VEU
Doctrine van implied powers De Unie is bevoegd extern op te treden op
terreinen waar geen expliciete externe bevoegdheid is opgenomen in het
Werkingsverdrag, maar een dergelijke bevoegdheid als het ware besloten ligt in
een interne bevoegdheid.
Art. 5 VEU alle optreden van de Unie moet zijn terug te voeren op een
rechtsgrondslag uit het verdrag.
Uit het attributiebeginsel vloeien inhoudelijke en procedurele waarborgen voort.
Inhoudelijke waarborgen om te controleren of de EU niet optreedt op een
gebied waar ze geen bevoegdheden heeft
Tabaksreclamerichtlijn meer gericht te zijn op de bescherming van de
volksgezondheid dan op het daadwerkelijk instellen of verbeteren van de
werking van de interne markt voor tabaksreclame. Het Hof van Justitie
, bleek het hiermee eens te zijn en verklaarde de richtlijn nietig in het kader
van een procedure op grond van artikel 263 VWEU.
Procedurele waarborgen verschillende besluitvormingsprocedures die het
Werkingsverdrag kent.
Het Hof begint zijn onderzoek naar de correcte rechtsgrondslag altijd met de
overweging dat in het stelsel van bevoegdheden van de Unie de keuze voor de
rechtsgrondslag moet berusten op objectieve gegevens die voor rechterlijke
toetsing vatbaar zijn, zoals het doel en de inhoud van de betrokken regelingen.
De conclusie van dat onderzoek kan zijn dat een regeling eigenlijk elementen in
zich heeft die horen bij twee verschillende rechtsgrondslagen. tweeledig
karakter.
Als er een duidelijk zwaartepunt kan worden aangewezen is de
rechtsgrondslag die daarbij hoort voldoende.
Als beide aspecten even belangrijk zijn, dienen beide rechtsgrondslagen te
worden gebruikt = de cumulatie van rechtsgrondslagen.
o Kan uitgesloten zijn als de bijbehorende besluitvormingsprocedures
niet met elkaar verenigbaar zijn.
Subsidiariteitsbeginsel
= de Unie kan alleen optreden als de doelstellingen niet voldoende door de
lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en dus beter door het optreden van de
Unie kunnen worden bereikt.
Art. 5 lid 3 VEU
Art. 3 VWEU bevat de terreinen waarop de Unie exclusief bevoegd is.
Art. 4 VWEU bevat de gedeelde bevoegdheden.
Het subsidiariteitsbeginsel bevat een dubbele toets:
1. De doelstellingen van het optreden moeten niet voldoende door de
lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, en
2. daarom beter door de Unie kunnen worden bereikt.
Als op grond van het attributiebeginsel is vastgesteld dat de Unie bevoegd is en
het subsidiariteitsbeginsel ertoe leidt dat deze bevoegdheid ook moet worden
uitgeoefend, kan aan de hand van het evenredigheidsbeginsel worden
vastgesteld of de vorm van het optreden wel de juiste is.
Evenredigheidsbeginsel
= Gaat het optreden van de Unie niet verder dan dat wat voor het bereiken van
de doelstelling noodzakelijk is.
Art. 5 lid 4 VEU
De Unie is aldus gehouden voor het minst ingrijpende middel te kiezen.
Wanneer de toepassing van het evenredigheidsbeginsel door het Hof wordt
overzien, kan worden geconcludeerd dat het in feite bestaat uit drie toetsen.
, 1. De vraag naar causaliteit of geschiktheid van een maatregel een
maatregel is onevenredig wanneer de maatregel niet kan leiden tot een
bepaald doel.
2. De toetsing of het middel waarvoor is gekozen niet verder gaat dan wat
noodzakelijk is ter bereiking van de doelstelling = de
noodzakelijkheidstoets.
3. De vraag naar de evenredigheid strictu sensu van een maatregel
daarbij wordt de doelstelling van een maatregel direct afgewogen tegen
een ander belang.
Deense Flessen Het Hof woog direct het belang van
milieubescherming af tegen dat van de interne markt.
§4 Het loyaliteitsbeginsel
= De lidstaten mogen niet handelen in strijd met de verdragen en geldt nu dus
voor zowel het VEU als het WVEU en al het andere recht van de EU.
Art. 4 lid 3 VEU.
Uitzondering art. 24 lid 2 VEU.
Onderscheidt tussen constitutioneel-institutioneel, materieel en procedureel
loyaliteitsbeginsel.
constitutioneel-institutioneel
De formele verhouding tussen de lidstaten, instellingen van de Unie onderling en
de Unie.
In eerste instantie is het aan de lidstaten om zich loyaal aan de Unie te gedragen.
Een lidstaat die een richtlijn of verordening niet daadwerkelijk toepast of
handelen in strijd met dit Unierecht gedoogt of zelfs toestaat, handelt in strijd
met art. 4 lid 3 VEU.
Ook tussen de lidstaten onderling heeft het loyaliteitsbeginsel gevolgen.
Ook Unie-instellingen moeten zich loyaal gedragen ten opzichte van de lidstaten.
Hoewel dit niet uit de tekst van art. 4 lid 3 VEU kan worden afgeleid vormt deze
bepaling ook een verplichting voor de Unie-instellingen.
Ook de instellingen onderling moeten loyaal samenwerken volgens art. 13 lid 2
VEU.
Materieel
Het loyaliteitsbeginsel heeft verder effecten voor de uitleg van het materiële
Unierecht. rechtspraak van het Hof waarbij de werkingssfeer van materiële
bepalingen van het VWEU is opgerekt.
Spaanse aardbeien arrest Het ging hier om acties van boze Franse boeren
tegen transporteren van Spaanse aardbeien. Dit belemmerde het vrije verkeer
van goederen. Het probleem was dat de belemmering werd veroorzaakt door
particulieren, terwijl art. 34 VWEU alleen ziet op maatregelen van de lidstaten.
Aangetoond was dat de Franse regering wist van de acties maar hier niets tegen
deed terwijl ze dit wel hadden kunnen doen. Daarom stelde het Hof vast dat de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller malokr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.36. You're not tied to anything after your purchase.