100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Pitlo Goederenrecht druk 14 Hoofdstuk 15 $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Pitlo Goederenrecht druk 14 Hoofdstuk 15

 264 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting per hoofdstuk van het boek Pitlo deel 3, Goederenrecht, druk 14 (meest recent)

Preview 2 out of 9  pages

  • No
  • H15
  • October 23, 2019
  • 9
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 15 Reclamerecht en eigendomsvoorbehoud
15.2 Recht van reclame
Het in art. 7:39 lid 1 neergelegde recht van reclame behelst de bevoegdheid van de verkoper om aan
de koper afgeleverde, maar nog niet betaalde roerende zaken, niet-registergoederen terug te
vorderen. Het reclamerecht is geen beperkt recht op een zaak. Het is als ontbindingsrecht gebonden
aan de gehele rechtsverhouding tussen verkoper en koper en niet alleen aan de vordering tot betaling
van de koopprijs. Het reclamerecht gaat bij voldoening van de koopprijs teniet. Het reclamerecht is
niet ondeelbaar in de zin zoals het pand- en hypotheekrecht ondeelbaar zijn. Is slechts een bepaald
deel van het afgeleverde niet betaald, dan kan de verkoper slechts dat deel terugvorderen.

Art. 7:39 lid 1 stelt voor de uitoefening door de verkoper van het reclamerecht de volgende
cumulatieve vereisten:
- Het moet gaan om een roerende zaak, niet-registergoed, die aan de koper is afgeleverd;
- De koopprijs moet zijn betaald en in verband daarmee moet aan de vereisten voor een
ontbinding als bedoeld in art. 6:265 zijn voldaan.
Daarnaast vereist art. 7:41 dat het afgeleverde zich nog in dezelfde staat bevindt.
Het reclamerecht dient binnen de wettelijke vervaltermijn van art. 7:44 te worden uitgeoefend.
Uitoefening geschiedt door middel van een aan de koper gerichte schriftelijke verklaring, waarbij de
verkoper de zaak terugvordert (art. 7:39 lid 1). Om werking te hebben, zal deze de koper moeten
hebben vereist (art. 3:37 lid 3).

De uitoefening van het reclamerecht heeft een tweetal van rechtswege intredende gevolgen:
- Het bewerkstelligt ontbinding van de koopovereenkomst:
o Deze heeft geen terugwerkende kracht;
o Er ontstaat voor de verkoper een persoonlijk recht op ongedaanmaking van de door
hem verrichte prestatie: de koper moet de al geleverde zaak teruggeven.
- Het recht van de koper of zijn rechtsverkrijger eindigt;
o Dit impliceert dat de eigendom weer terugval aan degene die ten tijde van de
overdracht eigenaar was.
o In deze zakelijke werking zit de kracht van het reclamerecht. Ontbinding alleen geeft
immers slechts een persoonlijk werkend recht tot ongedaanmaking van de overdracht
tegen de koper (art. 6:269 jo. 6:271).
 De eigendom hoeft niet noodzakelijkerwijs aan de verkoper terug te vallen.

De omstandigheid dat door de uitoefening van het reclamerecht het eigendomsrecht van de koper – in
de woorden van art. 7:39 lid 1 – eindigt, neemt niet weg dat deze tot dat tijdstip eigenaar van de zaak
is geweest. De rechtsgrond voor de overdracht blijft immers in stand. De inroeping van het
reclamerecht doet krachtens lid 1, tweede zin echter niet alleen de eigendom van de koper eindigen,
maar ook het recht van zijn rechtsverkrijger(s).
Heeft de koper de zaak stil verpand, dan eindigt ook het pandrecht.
De uitoefening van het reclamerecht heeft goederenrechtelijke werking tegenover derden die
hun recht aan de koper ontlenen. Niet omdat de koper nooit eigenaar is geweest, maar omdat
de wet dat zo heeft bepaald in art. 7:39 lid 1. Het komt erop neer dat zolang de koper de
koopprijs nog niet heeft betaald e de termijn voor het inroepen van het reclamerecht nog niet
is verstreken, art. 7:39 lid 1 meebrengt dat hij slechts over de eigendom kan beschikken onder
de ontbindende voorwaarde van uitoefening van het reclamerecht.
Een ongebreidelde derdenwerking van het reclamerecht zou te vergaande consequenties hebben
voor het handelsverkeer. De derde-verkrijger kan echter geen bescherming ontlenen aan art. 3:86.
Door het ontbreken van terugwerkende kracht is een voor de uitoefening van het reclamerecht tot
stand gekomen vervreemding (of bezwaring) immers door een beschikkingsbevoegde eigenaar
geschied. De wet kent daarom in art. 7:42 een specifieke derdenbeschermende bepaling die nauw
aansluit bij art. 3:86.

Een derde-verkrijger geniet o.g.v. art. 7:42 lid 1 bescherming tegen inroeping van het reclamerecht,
indien (cumulatief):
- Hij overeenkomstig art. 3:90 lid 1 of art. 3:91 geleverd heeft gekregen;

, - De zaak niet in handen van de koper is gebleven;
- De overdracht anders dan om niet was; en
- Hij redelijkerwijs niet behoefde te verwachten dat het reclamerecht zou worden uitgeoefend.

Bij het laatste vereiste gaat het om de goede trouw als bedoeld in art. 3:11. Voor de bepaling daarvan
is het moment van levering doorslaggevend. Van de derde-verkrijger valt normale oplettendheid te
verwachten, terwijl de omstandigheden kunnen meebrengen dat nader onderzoek is vereist.

De uitleg van art. 7:42 gelden dezelfde vereisten als voor art. 3:86, reden waarom daarbij kan worden
aangesloten.

Art. 7:42 lid 2 verklaart lid 1 van overeenkomstige toepassing indien de zaak is verpand of in
vruchtgebruik gegeven. De stille pandhouder mist echter bescherming tegen de werking van het
reclamerecht. Voor bescherming is krachtens lid 1 immers vereist dat de zaak niet meer in handen
van de koper bevindt. Bij stil pandrecht blijft de zaak juist in diens macht.

De goederenrechtelijke werking van het reclamerecht openbaart zich ook tegenover andere
schuldeisers van de koper. Het doet immers het eigendomsrecht van de koper eindigen, waardoor de
zaak niet meer langer in diens vermogen valt. Aldus onttrekt het uitoefenen van het reclamerecht de
zaak aan verhaal door andere schuldeisers van de koper. De verkoper kan op grond van het aan hem
teruggevallen eigendomsrecht de zaak uit de boedel revindiceren.

Als het reclamerecht al in faillissement werkt, valt er a fortiori vanuit te gaan dat ook een eenvoudig
verhaalsbeslag ten laste van de koper op de zaak door inroeping van het reclamerecht komt te
vervallen.

Art. 7:44 verbindt aan het uitoefenen van het recht van reclame een vervaltermijn. Het reclamerecht
vervalt indien zowel zes weken zijn verstreken nadat de vordering tot betaling opeisbaar is geworden,
als zestig dagen zijn verstreken te rekenen van de dag waarop de zaak onder de koper of iemand van
zijnentwege is opgeslagen. Het reclamerecht vervalt pas wanneer beide termijnen zijn verstreken.

Het reclamerecht vervalt uiteraard ook door voldoening van de vordering van verkoper.

De bevoegdheid tot terugvordering vervalt uit hoofde van art. 7:42 bij overdracht anders dan om niet
aan een derde die redelijkerwijze met de uitoefening geen rekening hoeft te houden, tenzij de zaak in
handen van de koper is gebleven.

Art. 7:41 bepaalt dat de bevoegdheid tot terugvordering slechts kan worden uitgeoefend voor zover
het afgeleverde zich nog in dezelfde staat bevindt als waarin het werd afgeleverd. Verlies van of
verandering in de zakenrechtelijke identiteit van de zaak door natrekking, vermenging of zaaksvorming
leidt aldus tot verval van het reclamerecht.

15.3 Eigendomsvoorbehoud
Door zich de eigendom voor te behouden heeft de verkoper de mogelijkheid om de geleverde zaak als
eigenaar op te eisen onder de koper, indien deze niet voldoet aan zijn betalingsverplichting. Het
eigendomsvoorbehoud is geregeld in art. 3:92.

In tegenstelling tot het reclamerecht, dient de verkoper een eigendomsvoorbehoud te bedingen.
Doorgaans staat een dergelijk beding in de algemene voorwaarden.

Art. 3:92 ziet op het voorbehouden van eigendom van roerende zaken, niet-registergoederen. Voor
deze zaken is het eigendomsvoorbehoud ook het meest van belang. Het maken van een
eigendomsvoorbehoud is niet beperkt tot koopovereenkomsten. Bij alle overeenkomst waarbij de een
zich tot overdracht verplicht en een ander tot het verrichten van een tegenprestatie, is het mogelijk om
een eigendomsvoorbehoud te bedingen.

Voorbehouden eigendom is in de kern niets anders dan eigendom, die ondanks levering van de zaak
door de verkoper alsnog bij hem is achtergebleven. Voorbehouden eigendom is geen afhankelijk recht
in de zin van art. 3:7, noch een nevenrecht als bedoeld in art. 6:142.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rurechtenstudent1996. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25  4x  sold
  • (0)
  Add to cart