De student weet …
De verschillen (op moleculair niveau) tussen gassen, vloeistoffen en
vaste stoffen uit te leggen;
Vaste fase: moleculen zijn gerangschikt in een driedimensionale stapeling
kristalrooster. De moleculen hebben een vaste plaats en kunnen een heel klein
beetje trillen. De onderlinge samenhang (aantrekkingskracht) tussen de
moleculen wordt cohesie genoemd
Vloeibare fase: de moleculen hebben geen vaste plaats en trillen en bewegen
makkelijk tussen elkaar door. De intermoleculaire krachten zijn groter dan bij de
vaste fase.
Gasvormige fase: moleculen hebben
helemaal geen vaste plaats en trillen
ongeordend door elkaar heen. De cohesie is
zwak
Twee processen op te noemen
waarmee de aggregatietoestand
veranderd kan worden en weet deze toe
te lichten;
Aggregatietoestand is de fysische staat
waarin een materie zich bevindt (gas, vast
of vloeibaar). Deze toestand kan
veranderd worden door condenseren,
verdampen, sublimeren, rijpen, smelten en stollen.
Te bepalen welke type intermoleculaire krachten bij gegeven moleculen
een belangrijke rol spelen;
Gerangschikt naar oplopende sterkte
London dispersiekrachten
Aanwezig in alle moleculen en vooral bij apolaire moleculen. Door het bewegen
van de elektronen in een molecuul kan er een tijdelijk dipoolmoment ontstaan
Vanderwaalsbindingen (CH4, H2, C2H6, CI2)
Zwakke binding waarbij de sterkte afhangt van de grootte van het molecuul:
moleculen met een grotere massa oefenen sterkere vanderwaalsbkrachten op
elkaar uit dan met een kleinere massa
Dipool-dipool (HCl, CH3F, CH3COCH3, CH3CH)
Binding tussen polaire moleculen waarbij het ene molecuul een hogere
elektronegativiteit heeft dan het andere molecuul. Wanneer een molecuul geen
dipool bevat is het een apolair molecuul. Het atoom met de meeste protonen in
de kern trekt het elektronenpaar een beetje naar zijn kant waardoor het atoom
meer elektronegatief geladen wordt en een grotere aantrekking uitoefent op de
elektronen. Hoe hoger het verschil in elektronegativiteit des te hoger de polariteit
van het molecuul. (EN verschil 0 = atoombinding; > 0 lager of gelijk aan 1,7 =
polair binding; > 1,7 = ionbinding)
Waterstofbrug (H2O, HF, NH3)
Kan alleen voorkomen als waterstof gebonden is aan O-, N- en F-atomen.
Ion-dipool (Cu(NH3)42+)
In water opgeloste ionen hydratie. Of de aantrekkingskracht tussen positieve
en negatieve ionen. De sterkte hangt af van de grootte van ionlading en de
afstand tussen de ladingen. Ionbindingen hebben een hoog kook- en smeltpunt
, Een uitspraak te doen over de relatie tussen de sterkte van
intermoleculaire krachten en het kookpunt, smeltpunt, kritische
temperatuur, viscositeit en oppervlaktespanning van een zuivere stof;
Een hoger kookpunt betekent een sterke moleculaire krachten waarbij het meer
energie kost om de interactie te verbreken. Een hoog molecuulmassa betekent
dus ook een hoger kookpunt. London dispersie krachten hebben het laagste
kookpunt, daarna dipool-dipool en dan waterstofbruggen.
De weerstand van een vloeistof om te vloeien wordt viscositeit genoemd.
Viscositeit neemt toe met sterkere intermoleculaire krachten en neemt af bij
hogere temperatuur.
Oppervlaktespanning vloeit voort uit de netto inwaartse kracht die de moleculen
op het oppervlak van een vloeistof ervaren.
Meet de inwaartse krachten die moeten worden overwonnen om het
vloeistofoppervlak te vergroten
Uit te leggen wat een (zuur-base)extractie inhoudt;
Door een base toe te voegen aan een zuur wordt er een proton opgenomen door
de base. Hierdoor wordt het zuur beter oplosbaar in water en slecht in ether. De
organische fase blijft achter
Base extraheren: De toevoeging van een zuur aan een mengsel van een
organische base en zuur resulteert in het zuur resterende ongeladen, terwijl de
basis worden geprotoneerd om een zout te vormen. Wanneer het organische
zuur, zoals een carbonzuur, voldoende sterk is, kan de zelf-ionisatie worden
onderdrukt door het toegevoegde zuur.
Omgekeerd zal de toevoeging van een base aan een mengsel van een organisch
zuur en base resulteren in de bodem resterende ongeladen, terwijl het zuur
gedeprotoneerd in het overeenkomstige zout te geven. Wederom wordt de zelf-
ionisatie van een sterke base onderdrukt door de toegevoegde base.
Het zuur-base-extractie procedure kan ook worden gebruikt voor zeer zwakke
zuren scheiden van sterkere zuren en zwakke basen uit sterkere basen, mits het
verschil in hun pKa constanten groot genoeg.
Het begrip faseovergang uit te leggen, de verschillende faseovergangen
toe te lichten;
De overgang van de ene fase van een stof naar de andere.
smelten: van vast naar vloeibaar
stollen: van vloeibaar naar vast
verdampen: van vloeibaar naar gasvormig
condenseren: van gasvormig naar vloeibaar
sublimeren / vervluchtigen: van vast naar gasvormig
(de)sublimeren / rijpen / vervasten: van gasvormig naar vast
De begrippen kritisch punt, tripelpunt, sublimatie en vriesdrogen uit te leggen;
Kritisch punt = een combinatie van één bepaalde waarde van temperatuur, druk,
samenstelling en andere variabelen. Het staat voor de overgang van één
bepaalde stof naar de andere.
Kritische temperatuur = de hoogste temperatuur waarbij een vloeistof kan
bestaan. Hoe groter de intermoleculaire krachten, hoe hoger deze temperatuur
Kritische druk = de maximale druk bij maximale temperaturen waarbij een stof
nog als vloeistof fase kan bestaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RomyEbing. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.