HOOFDSTUK 1: INTRODUCTIE, PLAATSBEPALING EN DEFINITIES
1 Definities
1.1 Wettelijke definitie
Uitgangspunt = ‘non-profit’ is hoe dat het in de wet ingeschreven staat
- Non-profit dienstverleners (volgens de Amerikaanse wet) vb.: CAW, groep Intro
o Organisatietest: actief in bepaald domein
o Politieke test: max. 20% van uitgaven naar beïnvloeden van beleid
o Asset test: verbod op winstverdeling
o Komen in aanmerking voor fiscale giften
- Non-profit beleidsbeïnvloeders (volgens de Amerikaanse wet)
o Formele lobbycomponent met focus op politieke activiteiten
o Komen niet in aanmerking voor fiscale giften
Internationale vergelijking: bottom-line = andere regelgevende kaders stimuleren ‘ander’
organisatiegedrag, vb.:
- Beleidsbeïnvloeder USA: geen fiscaal gunstregime -> verkopen van gadgets
- Beleidsbeïnvloeder Vlaanderen: mogelijkheid tot subsidies en fiscaal aftrekbare giften ->
verkopen van gadgets
Ondanks dat deze social profits op papier hetzelfde zijn, zijn ze actief in een andere juridische
omgeving, wat leidt tot andere keuzes
1.2 Functionele definitie
Uitgangspunt = je bent wat je doet
- Het dienen van het publieke belang: hulp aan specifieke doelgroepen vb.: armen, ouderen
- De manier waarop
o Selfless – altruism
o Exclusive public benefit
o Direct service delivery
o Geen winstmotief – verbod op winstverdeling
1.3 Economische definitie
Uitgangspunt = non-profit
- Inkomstenstructuur: inkomen niet hoofdzakelijk uit verkoop van goederen en diensten of
belastingen, maar uit giften en bijdragen van leden en uit overheidssubsidies
- Residuele economische entiteiten: de organisaties die overblijven wanneer commerciële
firma’s, overheidsdiensten en huishoudens geïdentificeerd zijn
- Hervorming vzw-wetgeving in België in 2019-2020: vereniging zonder winstoogmerk
(bijkomstig) -> vereniging zonder winstverdeling
OEFENING
Wat zijn de verschillen en gelijkenissen tussen een vzw en een onderneming?
- Verschillen
o Winstmaximalisatie i.f.v zelf bijhouden vs. winst najagen i.f.v. sociale herinvestering
o Verschil in afhankelijkheid van de overheid
- Gelijkenissen
o Creëren jobs
o Kunnen zeer groot worden (>10.000 werknemers)
o Juridisch statuut
,1.4 Structureel-operationele definitie (deze gebruiken we doorheen de cursus)
Structuur en werking van de organisatie: 5 kenmerken
- Georganiseerd, geïnstitutionaliseerd
o Mate van formaliteit: groep mensen met gemeenschappelijke doelen en
gemeenschappelijke visie van aanpak
o Vb.: eenmalige protesten niet
- Privaat, afgescheiden van de overheid
o Geen deel van overheidsapparaat
o Kunnen wel subsidies van overheid ontvangen
o Lakmoesproef: kan de organisatie zichzelf opheffen? JA
- Zelfbesturend
o Organisatie moeten eigen activiteiten kunnen controleren
o Eigen procedures en autonomie
o Overheidsvertegenwoordiger in Raad van Bestuur kan
- Non-profit distributing
o Mogen winst maken, maar winst mag niet uitgekeerd worden
o Investeren in de organisatie
o Geen expliciet winstmotief
- Vrijwillig
o Vrijwilligers werken mee in de organisatie vb.: via Raad van Bestuur
o Lidmaatschap, donaties, etc. zijn ook vrijwillig
Nuttig voor internationale vergelijking
2 Social profit in Vlaanderen
4 hoofddomeinen die samen goed zijn voor >90% van de werkgelegenheid in de non-profit sector
- Gezondheidszorg
- Onderwijs
- Welzijnswerk
- Socio-culturele sector
3 Beyond non-profits: re-conceptualizing the 3th sector
OEFENING
Wat zijn schijnvzw’s?
- Ondernemingen die zich voordoen als vzw’s met als doel geld door te sluizen
- Vastgoed in eigen beheer verhuren aan de vzw tegen excessieve bedragen
- Huurlast kan doorgerekend worden in de dagprijs, die deels gesubsidieerd is
- Actueel voorbeeld: Let’s go Urban werd onder de loep genomen
Diversiteit
- Conceptuele diversiteit
o Veelheid aan afbakening, definities en concepten
o Iedereen verstaat er iets anders onder
- Internationale diversiteit
o Variatie in grootte en vrijwilligers
o Variatie in functies
o Variatie in inkomsten
, ARTIKEL Salamon & Sokolowski: een meer voluntaristische benadering
- Een gemeenschappelijke kern: 3 kernkarakteristieken
o Privateness: initiatief is opgericht door burgers en behoort niet tot de publieke sfeer
o Publiek belang: dienen van het publieke belang en niet primair (meer)waarde creëren
voor de initiatiefnemers en hun directe omgeving
o Vrije keuze: betrokkenheid uit vrije wil
- Coöperatieven en mutualiteiten
o Vb.: Acco als coöperatieve en CM als mutualiteit
o Publiek belang
Beperkte winstverdeling aan leden
Hybriditeit t.o.v. de marktsfeer
- Sociale ondernemingen
o Vb.: maatwerkbedrijven, micro-kredieten
o Publiek belang
Focus op verdienactiviteiten/marktgerichte oplossingen voor sociale
problemen
Hybriditeit met de markt
- De individuele component
o Vb.: eenmalige betoging, ad-hoc vrijwilligerswerk
o Vrije keuze
Burgerlijke actie, niet formeel of permanent georganiseerd
Hybriditeit t.o.v. de gemeenschap
CONCLUSIE
Non-profit organisaties zijn ontstaan vanuit de gemeenschap (wederzijds vertrouwen) met als doel in
te zetten op sociale dienstverlening, politisering en/of samenlevingsopbouw
HOOFDSTUK 2: ONTSTAANSTHEORIEËN
1 Waarom zijn er non-profits (nodig)?
Verschillende goederen, verschillende leveranciers
Uitsluitbaar Niet-uitsluitbaar
Rivaliserend Private goederen vb.: sneakers Common pool goederen
vb.: visgronden
Niet-rivaliserend Tolgoederen vb.: Netflix, Publieke goederen
musea vb.: veiligheid, luchtkwaliteit
1.1 Wie kan wat doen?
1.1.1 Kan de markt het niet doen?
Neen, want
- Sommige goederen zijn niet/zeer moeilijk te commercialiseren
- Beperkte vraag
Marktfalen: reden waarom marktactoren niet altijd de beste actor in de maatschappij zijn om
bepaalde zaken op te pikken
Vb.: Waarom wordt bloed gedoneerd en niet verkocht?
- Vertrouwen ontvangers daalt: vergoeding als incentive om te liegen
- Externaliteit: ziekteverspreiding doorheen besmet bloed
- Transactiekosten: extra controle nodig, want wie betaald?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ikdoemijnbest. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.